dinsdag 12 april 2011

*28* Waardig wandelen.

In het vorige blog, had ik het over hoe belangrijk het is om 'waardig te wandelen'. Deze uitdrukking komen we tegen in Efz. 4 vers 1. Paulus roept ons op  'te wandelen waardig der Roeping, waarmede gij geroepen zijt'. Vroeger toen ik bij een Evangelische gemeente was, had ik geen moeite met deze tekst, want hoe je  waardig moest wandelen,  stond verder in dit vers;  achter de komma:  'met alle nederigheid, en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid  en elkander in liefde te verdragen'.  Dus als ik mij deze goede karakter-trekken eigen had gemaakt, zou ik 'waardig wandelen'.   Nu weet ik dat het net anders om bedoeld is.   Als ik waardig wandel,  komen deze goede karakter-trekken van zelf naar boven.  Ik moet me dus afvragen wat is 'de Roeping' waarmee ik geroepen ben,  om  waardig te kunnen wandelen. Onze Roeping hebben we als een 'gave van God' reeds ontvangen. Dat lezen we in de eerste hoofdstukken van de brief aan  Efeze.  We lezen in Efz. 2: 5, dat we mede levend-gemaakt zijn met Christus, mede opgewekt zijn, en dat ons mede een plaats in het Over-Hemelse is gegeven in Christus. Onze opdracht is om hier ook daadwerkelijk in te gaan staan  en dat we antwoord geven aan de stem van Christus.  We zijn levendgemaakt uit de macht der duisternis en overgeplaatst in het Over-Hemelse in Christus met alle geestelijke zegeningen die daar bij horen (Efz 1: 3-14).  Je moet jezelf verborgen weten met Christus in God. Dit is  je 'positie' die God je gegeven heeft  en is onberouwelijk voor God.  Onze kant is naar deze Roeping waardig te wandelen.  Deze wandel heeft geen betrekking op onze daden ( wat ik vroeger wel dacht), maar allereerst op ons  denken, op onze gezindheid. (niet dat we geen fouten  meer zouden  maken, maar we weten dat deze ons bijvoorbaat vergeven zijn) Het woord 'waardig' komt van het griekse woord: 'axioos' dat ook vertaald kan worden in weegschaal.  Er moet in onze wandel  een evenwicht zijn tussen 'leer' en 'praktijk'.  Door steeds te beseffen dat we mede-erfgenaam zijn van Christus, dat we tot het (mede) samen-Lichaam van Christus behoren en mede genoten zijn van de belofte van Christus,  wordt ons leven milder en kunnen we elkaar in liefde verdragen, worden we zachtmoedig en nederig. We hoeven het niet van deze wereld te hebben, wij hebben een geweldige toekomst voor ons liggen. Vooral als we beseffen dat aan deze Roeping een 'Hoop' verbonden is, de 'Prijs der Roeping Gods', die boven is in Christus ( Filp. 3:14)  Deze Prijs is de 'Krans der Gerechtigheid' welke God geeft aan allen die de verschijning van Christus hebben liefgehad. ( 2 Tim. 4: 8).  Deze Prijs is afhankelijk van onze 'waardige wandel'.  Hiervoor moeten we de 'goede strijd' strijden, onze 'loop ten einde brengen' en het 'geloof  in onze Verheerlijkte en Verhoogde Heer: Chirstus Jezus' behouden  (vers 6).  Niet elke gelovige zal de Prijs behalen, dit is afhankelijk of je waardig gaat wandelen, of je gaat ontdekken wat de Hoop van Zijn Roeping wekt ( Efz. 2: 8). Voor het verstaan van de Roeping is 'boven-kennis' nodig  (grieks: epi-gnoosis) = een verlicht hart, zodat door middel van het geloof,  Gods onnaspeurlijke rijkdom wordt gezien.  We hebben de opdracht 'waardig der Roeping te wandelen', onze positie in Chirstus persoonlijk toe te eigenen en in geloof daadwerkelijk de weg des Heren te gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten