woensdag 11 juli 2012

*106* Gods einddoel.

In het vorige blog heb ik het gehad over 'Gods Plan' door de eeuwen ( aionen) heen. God heeft een voornemen ( vertaling van 'Plan'), dat Hij uitwerkt door de eeuwen en tijden heen. Door de eeuwen heen is  God niet veranderd,  maar wel Zijn handelen met Zijn schepping en de mensheid.
Iedereen is het er mee eens dat God nu andere maatstaven hanteert, dan in de tijd van b.v. Mozes of in de tijd van de richteren en koningen. In die tijd was het: 'wie goed doet krijgt lekkers en wie stout is de roe', om in Sinterklaas-termen te spreken. Handelde Gods volk naar Gods wil, dan ging het goed in hun leven en handelden ze naar hun eigen wil dan liet God hun leven overheersen door buitenlandse heersers met alle gevolgen van dien.
Dit principe van 'wie goed doet goed ontmoet' gaat nu niet meer op. Een gelovige in deze tijd die oprecht naar de wil van God zou  leven, overkomt evenveel onheil, ziekte en kwaad in de wereld, als zijn ongelovige buurman. Gods 'rijkdom van genade' van deze tijd gaat niet over ons dagelijks leven, maar over ons 'Leven in de toekomende aionen'. En wij mogen nu reeds de blijdschap hierover tot ons nemen. Alles wat we lezen in de late brieven van Paulus over 'het geheimenis', de 'verborgenheid' ( Efz. 3: 3) , de Gemeente die Zijn Lichaam is ( Efz. 1: 21,22) , het 'uitverkoren' zijn voor de nederwerping van de wereld( Efz. 1: 14) en de geestelijke zegeningen die daarbij horen, zullen letterlijk ons deel worden.
Het is een glorierijke geestelijke waarheid, een onnaspeurlijke 'rijkdom van Christus' waar wij deel aan hebben.
Paulus maakt in zijn brieven aan Efeze en aan Kolossenzen een bijzondere waarheid bekend van 'Gods eeuwig voornemen' (Gods Plan der eeuwen),  die daarmee compleet  geworden is en tot zijn 'volheid' is gekomen. Dit zijn de laatste brieven uit Gods Woord, speciaal gericht aan de gelovigen van deze tijd, die leven in de 'tussen periode' die ontstaan is tussen Israëls terzijde stelling (Handelingen 28: 28) en Israëls aanneming in de toekomst, als God de draad met Zijn volk weer opneemt.
Tussen  Handelingen en de Openbaring ingeschoven loopt nu reeds bijna 2000 jaar lang de 'Bedeling der verborgenheid'.  Hierin vinden we een andere hoop dan de b.v. de hoop op de wederkomst en de daarbij gepaard gaande opstanding  der doden en opname. We vinden een  'roeping', 'beloften' en 'zegeningen', die in God verborgen waren en die te maken hebben met 'een positie'  in het 'boven (over) hemelse'  in Christus; de 'Nieuwe Mens', het 'Lichaam van Christus', waarvan Hij het Hoofd is.
Gods einddoel is niet het 1000 jarig Vrede-rijk, de periode van de wedergeboorte ( Math 19: 28). Gods einddoel is ook niet de Nieuwe hemel en aarde, de nieuwe schepping, waarbij het oude is voorbijgegaan en het nieuwe is gekomen ( 2 Cor. 5: 17) . Gods einddoel in Zijn Verlossingsplan breekt aan, als God  na de toekomende aionen,   alles zal zijn en in allen ( 1Cor. 15: 28). Dit einddoel is nu reeds in 'Het Lichaam van Christus',  met Hem als Hoofd bereikt, met de gelovigen van deze tijd ( Efz. 1: 22-23) En wij mogen ons daarover verblijden,  omdat wij weten dat wij daar bij horen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten