Op een bergtop stonden eens drie boompjes te dromen over wat zij wilden worden als ze groot waren.
Het eerste boompje keek omhoog naar de sterren die als diamanten flonkelden en zei "Ik wil met goud overtrokken en met edelstenen gevuld worden zodat ik de mooiste schatkist ter wereld word."
Het tweede boompje keek naar de rivier, die op weg was naar de zee en zei: "Ik wil een sterk zeilschip worden die machtige koningen vervoerd."
Het derde boompje keek naar beneden naar de lager gelegen vallei en zei: "Ik wil op deze bergtop blijven staan en wil groot worden zodat ik de hoogste boom ter wereld word."
Jaren gingen voorbij, tot op een dag houthakkers de berg beklommen en de bomen omhakten.
"Nu zal er van mij een mooie schatkist gemaakt worden ", zei de eerste boom.
De tweede boom dacht: "Nu zal ik over grote wateren varen" en de derde boom voelde dat de moed hem in de schoenen zonk, toen de houthakker in zijn richting keek. Met een zwaai van zijn glimmende bijl viel de derde boom.
De eerste boom was blij toen de houthakker hem naar een timmerbedrijf bracht. Maar de boom werd niet overtrokken met goud of gevuld met schatten. In plaats daarvan werd er van de boom een voederbak voor dieren gemaakt.
De tweede boom glimlachte toen de houthakker hem meenam naar de scheepswerf, maar op die dag werden er geen grote zeilschepen gemaakt, maar eenvoudige vissers boten.
De derde boom stond perplex toen de houthakker hem in stevige balken hakte en hem achter liet bij een houthandel.
Vele, vele dagen en nachten gingen voorbij en de drie bomen vergaten bijna hun dromen.
Maar op zekere avond viel het gouden sterren licht over de eerste boom toen een jonge vrouw haar pasgeboren baby in de voederbak legde. En plotseling wist de eerste boom dat hij de grootste Schat ter wereld droeg.
Op zekere avond zaten een vermoeide reiziger en zijn vrienden opgepakt in de oude vissersboot. De reiziger viel in slaap, toen de tweede boom rustig over het meer voer. Plotseling stak er een verwoestende storm op. De kleine boom wist dat hij niet sterk genoeg was om zoveel passagiers veilig door storm heen te loodsen. De vermoeide Man werd wakker, stond op en strekte zijn hand uit en zei: "Vrede." De storm ging liggen en de tweede boom wist dat hij de Koning van hemel en aarde vervoerde.
Op een vrijdagochtend, schrok de derde boom, toen haar balken werden weggerukt uit de vergeten houtstapel. Hij kromp ineen toen hij door een boze menigte heen werd gedragen, Hij huiverde toen soldaten de handen van een Man eraan spijkerden. Hij was het vloek-hout geworden waar een onschuldige Man aan gekruisigd werd.
Maar op zondag morgen, toen de zon opkwam en de aarde van vreugde onder hem beefde, wist de derde boom dat Gods liefde alles veranderd had.
Iedere keer dat de mensen aan de derde boom dachten, zouden ze denken aan Jezus Christus, de Zoon van God , Die de zonde der wereld weg neemt en eeuwig leven schenkt aan een ieder die in Hem geloofd en... dat was beter dan de grootste boom van de hele wereld te zijn.
Mooi verhaal.
BeantwoordenVerwijderen