In de Efeze brief heeft Paulus het in hoofdstuk 3 vers: 18 over de breedte en lengte en hoogte de diepte. "...en dat Christus door het geloof in uw harten woont, en u in de liefde geworteld en gefundeerd bent, opdat u ten volle zou kunnen begrijpen, met alle heiligen, wat de breedte en lengte en hoogte en diepte is.'
In de brief wordt niet verder uitgelegd wat deze 4 maten met elkaar te maken hebben en daarom zijn er vele meningen over de uitleg van vers 18.
Zo is er een uitleg dat de 4 maten te maken hebben met 'het erfdeel' dat de (geroepen) gelovigen ontvangen in 'Gods Heils-Plan'.
De breedte en lengte heeft te maken met de belofte aan Abraham ; de roeping van het aardse zaad: de erfenis van Israël.( Gen. 13: 17) Hun is immers het land beloofd (de aardse belofte), als erfdeel.
Lengte, breedte en hoogte gaat over het erfdeel aan 'de Rechtvaardigden' uit de Handelingen tijd. Deze 3 maten omvatten de Hemelse kant van belofte aan Abraham: de erfenins: (Op. 21: 16) de Hemelse stad, het Nieuwe Jeruzalem. Zij behoren tot de 'Hemelse roeping'.
De 4 maten samen gaan de schepping te boven. Hier op aarde bestaat alles uit lengte, breedte en hoogte. Met de diepte er bij maakt het de inhoud van deze wereld 'transperant' en bepaald het ons bij het wezen van God. Hier gaat het over het Geheimenis: de Verborgenheid in Christus. De roeping van de Gemeente: 'Het Lichaam van Christus' in het Over-Hemelse, buiten tijd en ruimte ( buitende schepping). Hier wordt het 'Samen-Lichaam' gevormd, met als positie: ver (over)boven alle hemelen - Grieks: huperanoo pas toon auranos- ( Efz. 4: 10).
Een andere uitleg van de 4 maten in de Efeze brief gaat over Gods genade voor de mensen. "Door genade zijt gij behouden". Het is de onbegrijpelijke en onverdiende 'gunst van God' voor ons.
De breedte verteld ons over de Gods genade voor alle mensen: Joh. 3: 16, 'Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.' Onder deze genade mag de gehele mensheid al zo vele eeuwen lang verkeren.
Als we antwoord geven op de genadegift van God en ons geloof verdiepen, dan kan de lengte er bij komen en kunnen we 'recht voor God' staan. Door het verlossings werk van Jezus Christus wordt de gelovige 'gerechtvaardigd' en is de gelovige in de positie gesteld, waaruit hij vrij voor God kan verschijnen. De rechtvaardige grondslag is 'het bloed van de Here Jezus', dat Hij vergoten heeft op het kruis van Golgotha. In Math. 26:28 zei de Here Jezus: "Want dit is Mijn bloed......dat voor velen vergoten wordt, tot vergeving van zonden".
De hoogte omvat het 'met Christus gezegend' worden met alle geestelijke zegeningen in de Over-hemelse ( Efz. 1: 3 - 14). Wij zijn tot 'lof Zijn Heerlijkheid' gesteld en Hij heeft ons een plaats gegeven: verborgen met Christus in God.
De diepte is, dat zij die van Gods voornemen tot in 'Het Lichaam van Christus' geroepen worden, volkomen met Christus vereenzelvigd worden. Zij zijn mede- erfgenaam, mede- leden en mede- deelgenoten geworden, in de beloften van Christus.
Het is dit 'mede' dat de diepte uitmaakt en de gelovigen vervuld tot 'alle volheid Gods', zodat zij straks in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom van Zijn genade kunnen tonen aan de overheden en machten in de hemelse gewesten ( in het Over-hemelse). En... als in de toekomst de 'Dag van Christus' aanbreekt, zullen zij 'met Hem verschijnen in Heerlijkheid' in het Over-hemelse en 'met Hem' heersen ( 2 Tim. 2: 12).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten