In het blog over 'de olijfboom' lezen we dat er voor Israël nog een geweldige toekomst in het verschiet ligt, ondanks dat God ze nu als "Lo-ami" (= niet mijn volk) ziet. Zij zullen als God hen weer in erbarmen aanneemt, als koningen en priesters rond gaan in de wereld en 'de blijde boodschap' = het 'Evangelie van het Koninkrijk' verkondigen, en de mens brengen in Gods Koninkrijk.
Zo ver is het nu echter nog niet. God bemoeit zich op dit moment niet met 'het volk', al wordt het beloofde land meer en meer bewoont door Israëlieten. Zij zullen eerst nog door een moeilijke tijd heen moeten, waar wij nu reeds de voor-tekenen van zien. In het midden oosten is het zeer onrustig en Israel ( een landje nog kleiner dan Nederland) is dagelijks in het nieuws.
In de toekomst zal God 'het gelovig geworden Volk' weer bij de hand nemen en door de chaos leiden naar het beloofde land: Gods Konkrijk op aarde.
Tot die tijd is God verborgen voor Israël en voor de volkeren van de wereld. Hij heeft Zijn Zoon gegeven als zoen-offer en wacht af wat de mens doet. Door het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis schenkt Hij de mensheid genade om zich tot Hem te keren.
Deze 'Genade-tijd' is begonnen na de Handelingen-tijd en geopenbaard aan Paulus, die op dat moment gevangen zat in zijn eigen gehuurde woning te Rome. (Hand. 28: 30). En dat God genadig is naar alle mensen blijft, totdat Hij de draad met Israël weer opneemt in de toekomst. Deze tijd kunnen we een tussen-tijd noemen.
Paulus schreef in de tijd na Handelingen ( plm. 62 jaar na Christus) nog 7 brieven. Deze brieven zijn dus geschreven na de verwerping van Israël en betreffen de nieuwe toestanden waar de gelovigen van die tijd in gekomen waren. Zij zijn nu niet meer afhankelijk van Israël en via Paulus openbaart God nu een geheel andere boodschap.
Aan Paulus alleen, is dit rentmeesterschap (bedeling) gegeven, om de 'grote Verborgenheid' te openbaren aan de gelovigen van die tijd.... en onze tijd. (Efz. 3: 2-3, 6-9 en Col. 1: 25-26)
Ging het in de Handelingen tijd over het Nieuwe verbond, tekenen, wonder en genezingen, de bruid van Christus en zijn spoedige komst op aarde, nu lezen we over: God die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegenigen in het 'Over-hemelse' ( Grieks: epouranios) in Christus ( Efz. 1: 3-14). Zoiets was nooit gezegd in vroegere bedelingen. Te meer daar het 'Over-hemelse' een uitdrukking is, die vroeger nooit gebruikt werd. Dit is het opper-hemelse, de sfeer buiten de schepping, daar waar God woont. Daar zijn wij in Christus gezet ( Efz. 6:12); daar is onze taak ( Efz. 3: 10), onze strijd ( Efz. 6: 12), onze wandel of burgerschap ( Filp. 3: 20).
'In Hem' hebben wij de verlosssing door Zijn bloed ( Efz. 1:7) Als kinderen van Adam zijn wij zondaren van geboorte en alles wat van de zonde gezegd wordt, is op ons van toepassing. Daarom is juist de gehele Bijbel van zo'n groot belang voor ons. Al zien wij in de Efeze, Filippenzen, en de Colossenzen brieven ,die speciaal en alleen tot 'De Gemeente' gericht zijn, de boodschap van de 'Verborgenheid'.
Alle kinderen van Adam zijn door God niet in dezelfde omstandigheden geplaatst, zijn onder hetzelfde rentmeesterschap, niet tot hetzelfde doel uitverkoren en daarom kan men niet alles op zich zelf toepassen, wat tot anderen gezegd wordt in Gods Woord.
Voor ons geldt: De gehele Bijbel is voor ons en kan ons tot lering zijn, maar de gehele Bijbel gaat niet over ons; als gelovigen die behoren tot het 'Lichaam van Christus' in het Over-Hemelse.
Ons gebed dat Paulus voor ons bid is: "dat de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid ons geve de Geest van wijsheid en van openbaring in Zijn kennis; ( namelijk:) verlichte ogen van uw verstand, opdat gij moogt weten, wat de hoop van Zijn roeping wekt, hoe rijk Zijn heerlijheid is van Zijn erfenis in het Heilige ( Over-hemelse) en hoe overweldigend groot Zijn kracht is, die Hij aan ons heeft gegeven".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten