dinsdag 31 januari 2012

*83* 4- Wat wordt bedoeld met: Uit-opstanding uit de doden ?

De uitdrukking:  Uit-opstanding uit de doden = Grieks: "eis ten ex-anastasis ten ek nekron" vinden we  in de brief van Paulus aan de Filippenzen 3: 11. Letterlijk staat er: "tot de uit-opstanding van tussen de doden uit." Deze uitdrukking van Opstanding komt maar 1x in de Bijbel voor, en alleen hier in de Filippenzen brief. 'Uit de doden'  wil niet zeggen 'uit de dood',  maar tussen de doden uit, die (de andere doden) in het graf achterblijven. Het is een 'vóór'-uitopstanding. Een persoonlijke opstanding uit het graf, vóór de (algemene) opstandig der mensheid ( 1Kor. 15: 20-22), in de 4e aioon ( zie blog: aionen), als Christus op aarde weder komt.  
Degenen die tot de 'Uit-opstanding van tussen de doden uit' behoren, weten zich nu reeds geestelijk met Christus levend gemaakt, opgewekt en gezet in het Overhemelse aan Gods rechterhand, waar ze deel uitmaken van 'Het Lichaam van Christus'.  Wat nog moet gebeuren is 'de opstanding' ( Grieks anastasis) in een Verheerlijkt lichaam om zich bij het Hemelse Lichaam te kunnen voegen, na hun lichamelijke dood.
Zij hebben net als Paulus gejaagd naar de 'Prijs der roeping Gods'  en 'waardig hun loopbaan' gelopen en de verschijning van Christus lief gehad. Zij hebben de Prijs gehaald, die leidt tot de vóór- Uitopstanding vlak na hun dood ut het graf.  Zij hebben de 'Kroon der gerechtigheid' behaald ! !
De Uit-opstanding leidt tot een voortdurende uitbreiding van het 'Lichaam van Chirstus' in het Overhemelse,  dat nu reeds door de overwinnaars, Gods veelkleurige wijsheid aan de Overheden en machten bekend maken.
      Bij Zijn verschijning in de Overhemelse ( zijn eerste optreden na Zijn verborgenheid in God) zullen de gelovigen van het Lichaam van Chirstus op de 'Dag van Christus'  met Hem verschijnen in Heerlijkheid
De 'Zalige Hoop' ( Tit. 2: 13) van de Gemeente van het Ene Lichaam, is de vóór-uit-opstanding van de gestorven gelovige uit het graf.
    De dood is een merkwaardig fenomeen. In de Bijbel wordt de dood vergeleken met 'de slaap'. Bij het slapen gaan lijkt het alsof we na 3 seconden weer wakker worden, terwijl er b.v. wel 8 uur tussen heeft  gezeten. Bij de lichamelijke dood zal het lijken alsof we direct opstaan uit het graf, terwijl er toch een zekere tijd tussen zal liggen. Hoeveel tijd er tussen het doodgaan en de opstanding ligt,  zal afhangen hoe onze wandel  (leven) op aarde is geweest  en hoeveel Christus Zich in ons  heeft kunnen openbaren, tijdens ons leven. Daarom roept Paulus ons op onze Roeping te kennen en vast te maken in ons leven.
De 'Hoop der opstandig'  is één van de kernen van het geloof.: "U geschiede naar uw geloof" is een diepe waarheid, die zich ook hier laat gelden.
   Bij het sterven gaat de levens-geest terug naar God. Dit  is de onpersoonlijke kracht dat alle leven wekt. Bij de dood vloeit het leven terug naar God, de Houder van het leven.
De gehele mens ( lichaam en ziel) ligt neder in het graf, waarna het lichaam vergaat tot stof. (Lees:  Job. 3: 17-19,  7: 21,  10: 18-22 en meer, en Prediker 9: 5, 9: 10 en b.v. Daniël 12: 2 )  Als de gestorven mens wil opstaan, dan heeft hij  een (geestlijk) lichaam nodig. Dit 'Verheerlijkt lichaam'  wordt hem geschonken door Christus die hem zal wekken uit de dood.
      Het is niet zo dat alle gelovigen van deze tijd   behoren tot het 'Lichaam van Christus'  en de Prijs der Roeping Gods automatisch  behalen om zo te komen tot deze 'persoonlijke' vóór-uitopstanding. Veel gelovigen van deze tijd,  wijzen juist de Hemelse zegenigen van Christus af en blijven zich uitstrekken naar het 'Evangelie van het Koninkrijk' met al zijn uiterlijke ceremonie's
Zij zullen in de komende aioon,  levend worden gemaakt door Christus tot het Eeuwige ( = aionische) Leven.
Daarom is het zo belangrijk de brieven van Paulus te kennen,  waarin hij schrijft over de 'Roeping van het Geheimenis'.  Onze toekomstige plaats in de Hemel,  hang af van ons jagen naar het doel, om de Prijs der Roeping Gods, die boven is,  in Christus Jezus ( Filp. 3: 14),  om aan het eind van ons leven te kunnen zeggen:  " Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden; voorts ligt voor mij gereed de 'Krans der rechtvaardigheid',  welke te dien dage ( op de Dag  van Christus)  de Here, de rechtvaardige Rechter, mij zal geven, doch niet alleen aan mij maar ook allen, die Zijn Verschijining hebben liefgehad". ( 2 Tim. 4: 7-8).

vrijdag 27 januari 2012

*82* 3- Wat is het Lichaam van Christus.

Het woord 'lichaam'  kan verschillende beelden oproepen. We kunnen denken aan een fisiek lichaam van vlees en bloed of aan een denkbeeldig lichaam, zoals we kunnen lezen in de brief aan Korintië, (1 Kor. 12: 14-27)  waar de éne gelovige  een voet en de ander een hand of een oog kan betekenen voor de ander.
Met het 'Lichaam van Christus' wordt echter iets geheel anders bedoeld.
'Het Lichaam' waarvan Christus het Hoofd is, kunnen we vergelijken met een elite-corps, zoals dat bijvoorbeeld bij de marine of bij de politie het geval is. Een corps (lichaam) met een hoofd, dat alle macht heeft en waar het lichaam (de uitvoerders) onder dienen. 'Het Lichaam van Christus'  is een georganiseerde en samengevoegde éénheid, volledig vervuld met Christus.  De gelovigen van 'De Gemeente' vormen met elkaar 'Het Lichaam', waarvan Christus Zelf  het Hoofd is.
Het 'Lichaam van Christus' ( Grieks: sooma tou Christos,  Efz. 4: 12,  5: 23,  Col. 1: 24)  is de Nieuwe mens, de woonstede Gods in de Geest, De Gemeente, heilig en onberispelijk in de Here,  als een Tempel waar Christus in wil wonen ( Efz. 4: 21-22) 
     Na de verharding van het Volk Israël ten aanzien van de boodschap die Paulus bracht over de spoedige komst van het Koninkrijk op aarde ( Hand. 28: 25-28),  mocht Paulus een andere boodschap brengen, namelijk:   de 'Bedeling van het Geheimenis' (Verborgenheid),  met daarin de belofte van Het 'Lichaam van Christus' in het Overhemelse, waar de gelovigen deel aan zouden krjgen.
De gelovigen van 'De Gemeente' vormen samen met elkaar Het Lichaam, waarvan Christus het Hoofd is. Zij hebben afstand gedaan van allerlei aardse zegeningen en zich gewend naar Boven  (zij zoeken de dingen die Boven zijn) en beseffen dat zij gezegend zijn met alle geestelijke boven hemelse zegeningen.( Efz. 1: 3-14)  De gelovigen hebben binnen het Lichaam van Christus reeds de toestand bereikt van: God alles in allen, dat voor de mensheid na de 5e aioon bereikt zal woden ( zie vorige blog)
'Het Lichaam'  dat door de tijd wordt opgebouwd,  is nu nog verborgen  in het Over-hemelse;  verborgen met Christus in God, maar straks als de Tegenwoordige aioon ( zie vorige blog) voorbij is gegaan,  dan zal 'Het Lichaam'  tot Heerlijkheid geroepen worden,  om in de Toekomende aionen:  Gods overweldigende rijkdom van genade te tonen aan de 'machten en krachten van engelen-heerschappijen'  in het Over-hemelse. (= Over-boven de geschapen hemelen waar tijd en ruimte geen invloed hebben)
       Of je behoort tot het 'Lichaam van Christus', kan alleen beantwoord worden door degene die Christus reeds toebehoren. Iemand die niet weet wie Christus is en Hem niet als Verlosser en Heer heeft aanvaart, heeft ook geen weet van het 'Lichaam van Christus'.  De gelovige moet zich bewust zijn dat hij als 'kind in geloof'  gegroeit is naar 'het zoonschap' en nu behoort tot het 'volwassen man ( Grieks: aner) zijn'.
Door Gods Geest is hij zich bewust geworden van een hemelse-roeping, en de gelovige beseft dat hij behoort tot de 'Woonstede Gods in de Geest'   en dat hij nu reeds (geestelijk) ingelijft is,  in het Lichaam van Christus, door eenvoudig Gods Woord te geloven. (veel gelovigen van deze tijd zien deze genade boodschap niet en blijven in het kindschap van geloof hangen.  Zij blijven zich bezig houden met de uiterlijkheden,  die behoren bij het Koninkrijk)
     Als de Tegenwoordige bedeling ( zie blog: bedelingen) is afgelopen en de 'Verhoogde Christus'  van Zijn rechter-plaatst naast Gods zijde zal opstaan, dan zal het Lichaam voltallig zijn en zijn taak in het Over-hemelse aanvangen. De 'Dag van Christus'  is dan begonnen  en de gelovigen die tot 'Het Lichaam van Christus'  behoren,  zullen samen met Christus verschijnen in Heerlijkheid
Heel Gods schepping zal dan tot verlossing worden gebracht en.... Gods genade voor de gelovigen van deze tijd, die tot  'De Gemeente' behoren is,  dat God hen daarvoor mede wil gebruiken.

dinsdag 24 januari 2012

*81* 2- Hoe lang duurt een eeuw / aioon.

Ons woord: eeuw is afgeleid van het Griekse woord: aioon.   Het woord: aioon uit de grondtekst heeft  een heel andere betekenis dan een 'eeuw' in onze tijd.  Een eeuw is voor onze begrippen 100 jaar, maar het woord aioon, zoals het bedoeld is in de grondtekst van God Woord,  wijst op 'een tijdperk', die vaak meer dan 1000 jaar duurt. Het is een tijdperk van de wereld waarin een bepaalde situatie heerst. Deze situatie begint vaak met iets 'geheel nieuws' en eindigd met 'een oordeel'.
In de Bijbel onderkennen we 5 eeuwen (aionen).
Over de 1e eeuw (aioon) lezen we in 2 Petrus 3:6. In de Bijbel valt deze periode tussen  Genesis 1: 1 en 1: 2.   Het is de 'toenmalige wereld', de oerwereld, die wel duizenden jaren kan hebben geduurt en waarin de overdekte Cherub ( Ezechiël 28) op aarde regeerde. Deze eeuw (aioon) werd afgesloten met een oordeel van woest en ledigheid van de wereld.
De 2e eeuw (aioon) begint met de  her-schepping van de wereld  (Gen. 1: 3)  en eindigd met de zondvloed van vers 31. Deze periode duurde meer dan 1600 jaar  en wordt de 'oude wereld' genoemd in 2 Petrus 2: 5.
De 3e eeuw (aioon) is de 'periode van onze huidige tijd': de tegenwoordige eeuw (aioon) De tijd dat deze eeuw (aioon) reeds duurt is 4426 jaar  (2415 jaar tot de geboorte van Christus en 2011 jaar na Christus).  Het begon na de zondvloed ( Gen. 2: 5-6) en zal eindigen bij de 'Wederkomst van Christus' ( Luc. 20: 34-35). Vooraf aan de 'Komst des Heren', vindt de voleinding (Grieks: sunteleia) van deze tegenwoordige eeuw (aioon) plaats met de 3 en half jaar: 'grote verdrukking', dat we kunnen lezen in Openbaring.
De 4e eeuw (aioon) is de toekomende eeuw (aioon) ( Efz. 1: 21, Math. 12: 32 en Mark. 19: 30) De komende eeuw (aioon) vangt aan bij de Wederkomst van Christus en wordt in de Bijbel 'de Dag des Heren' genoemd en duurt 1000 jaar ( Op. 6: 12-17, 2 Petrus 3: 7 en Math. 24: 29). Deze eeuw lijkt op het begin van de 2e eeuw (aioon) toen het Paradijs op aarde was. ( een damp over de aarde, mensen worden ouder, geen ziekte, de leeuw en de lam tesamen enz.) De eeuw (aioon) eindigd met het oordeel over een deel van de mensen, als de satan weer los gelaten wordt uit de afgrond en de volkeren zal verleiden,  hem ( de satan:  Gods tegenstander)  te volgen.
De 5e eeuw (aioon) vinden we in Openbaring  21: 2. De Nieuwe Hemel en Aarde, het Nieuwe Jeruzalem daalt neer op aarde. Dit wordt 'de Dag Gods' genoemd en God zal wonen bij de mensen. Christus geeft 'Het Koninkrijk'  terug aan de Vader en God zal zijn:  'alles in allen' ( 1Cor. 15: 24-28).
        Verder kent de Bijbel nog begrippen als 'eeuwig' en 'eeuwigheid',  dat voor onze begrippen een 'altijd durende tijd'  is, maar uit de grondtekst is dit de vertaling is van 'aioon toon aioon':  'De eeuw' der eeuwen =  de laatste eeuw (aioon): de 5e eeuw. De eeuwigheid duidt op het tijdperk van de Nieuwe Schepping, wanneer de Hemelen aarde één zullen zijn.
De wereld zal dan vol zijn van Gods Heerlijkheid en het zal een toestand zijn zonder tijd en ruimte ( voor ons mensen niet te begrijpen)
Aan deze 'eeuw'  der eeuwen'  (aioon toon aioon) = 5e eeuw, hebben de gelovigen van 'De Gemeente'  in Het Lichaam van Christus nu reeds ( geestelijk) deel. ( Efz. 3: 21, Filp. 4: 20, 1Tim. 1: 16, 6: 12, Titus: 1: 2, 2Tim. 4: 18)
Zij zijn voor God nu reeds heilig en onberispelijk en volkomen verzoend  voor Zijn aangezicht geplaatst in Gods Heerlijkheid.
Waarom is het balangrijk de betekenis van eeuw (aioon) te begrijpen ?
God heeft een 'Verlossings-Plan' voor de wereld; een 'eeuwig voornemen' ( prothesin toon aioon).  Het is een fasen-plan; een (5) stappen- plan, die als een boekrol steeds verder uitrolt, totdat de uitrol compleet is en God 'alles in allen' kan zijn.
Het is het 'Plan der eeuwen'  (aionen), ( Efz. 3: 11).  Om dit Heils-Plan te begrijpen is het noodzakelijk een begrip te hebben van de eeuwen (aionen) die geweest zijn, nu zijn,  en nog zullen komen.
Hoe zouden we kunnen delen in  Gods liefde en genade  als we Zijn Plan met deze wereld en de mensheid niet kennen ?  En hoe zouden we Gods Woord kunnen begrijpen als we Gods Heils-Plan niet kennen ? Geloven begint met kennen......

maandag 23 januari 2012

*80* 1- Wat zijn Bedelingen.

Bedeling  is een woord dat tegenwoordig niet meer gebruikt wordt. Oudere mensen onder ons kennen het woord misschien nog wel. In het begin van de vorige eeuw kon je bij 'de bedeling' aan kloppen voor geld. Als alle kerkelijke instantie's waren geprobeerd om aan geld te komen,  dan kon men een aanvraag doen bij het 'Burgelijk arm-bestuur'.  Men kreeg dan 'van de Bedeling'. De bedeling heeft altijd een uitdeler  (een rentmeester)  en hier was dat  het 'Arm-bestuur van de stad. 
Bedeling komt van het Griekse woord: 'iokonomia' en wordt ook vertaald met: bediening of huishouding. (Ons woord 'economie' is hier van afgeleid).
Een 'Bedeling'  is een tijdsperiode waarin de mens gedurende een bepaalde tijd wordt beproefd, ten aanzien van  zijn gehoorzaamheid, ten opzichte van een specifieke openbaring van de wil van God. (Efz. 3: 2 en Col. 1 25)     Een moeilijke zin maar het geeft wel in essentie weer, wat het woord betekend.
God heeft voor een verschillende periodes in Zijn 'Heils-Plan' met de mensen,  een openbaring gegeven. Zijn handelen met de mensheid is niet altijd het zelfde geweest. In het Oude Testament was zijn handelen anders dan na Christus en Hij verwachtte andere gehoorzaamheid van de gelovige in de Handelingen-tijd, dan van de  gelovigen  in deze tijd.
Zo zijn er door de tijden heen verschillende Bedelingen te vinden in Gods Woord en sommige Bedelingen kunnen zelfs naast elkaar lopen voor verschillende gelovigen.
We kennen b.v. 'de Bedeling van de belofte' waarvan Abraham de uitdeler of rentmeester was; 'de Bedeling van de Wet', waarvan Mozes de rentmeester was en we kennen nu 'de Bedeling van de Genade Gods', waarvan Christus de uitdeler is. ( Efz. 3: 2 en 1 Tim. 4b)  Een Bedeling waarin God uit alle volkeren 'De Gemeente' ten aanzijn roept,  door middel van de Genade.
Daarnaast is voor deze tijd  Paulus de bediener van het rentmeesterschap van 'de Bedeling van de Verborgenheid'.  Hij is het doorgeef-luik van de boodschap voor deze tijd, zoals Mozes de Wet doorgaf in zijn tijd.
Paulus mocht een nieuwe geestelijke waarheid bekend maken, die daarvoor verborgen was gebleven in God, de Schepper van alle dingen ( Efz. 3: 9).  Het is Het Geheimenis dat door de aionen heen verborgen is gebleven en dat aan Paulus is geopenbaard, ten behoeve van de gelovigen na de Handelingen-tijd.
Dit 'Geheimenis':  dat niet alleen Christus geplaast is in de Overhemelse,  maar dat met Hem:  'De Gemeente' een plaats heeft gekregen,  als het 'Lichaam van Christus', waarvan Hij het Hoofd is.
In Efz. 1: 10 lezen we over de Bedeling van de volheid der tijden.  Dit is een toekomstige Bedeling, waarin de gehele schepping tot volheid komt in Christus Jezus. Die boven alle dingen gesteld zal worden en waarna God zal zijn: 'Alles en in allen'.
De gelovigen van 'De Gemeente', het 'Lichaam van Christus'  zijn nu al geestelijk,   in die positie van volmaaktheid gebracht  en God ziet hen voor Zich: 'heilig en onberispelijk'.  ( als God naar ons kijkt, ziet Hij:.... Zijn Zoon ! ! ! )
Alles heeft zijn tijd. Het is waarschijnlijk dat er nog meer Bedelingen zijn als hier boven beschreven zijn. Er zijn tijden en gelegenheden die weer onderdeel zijn van bedelingen.
Waarom is het belangrijk de Bedeling te kennen die God bedoeld heeft voor deze tijd ?
Om Gods Woord te begrijpen moeten we het onderscheid zien in Gods handelen met de gelovigen.  Voor deze tijd heeft God een 'Bedeling' gegeven die de anderen ver overscheid. Een Bedeling die Hij verborgen heeft gehouden voor het laatst. Zijn genade is zo groot,  dat  iedere gelovige die zich uitstrekt naar het kennen van de 'Bedeling van de Verborgenheid' gezegend zal worden met alle geestelijke zegenigen in het Overhemelse in Christus. ( Efz. 1: 3-14)  Volg hier in Paulus want hij is de rentmeester die God heeft aangeteld om 'Het Geheimenis' (Grieks: mysterion) bekend te maken aan de gelovigen van deze Bedeling.
Zie vorige blogs. b.v.: Onze zegeningen van 10 Maart 2011, Geloven van 5 April, Verstaan van 5 Juli en anderen.

*79* Belangrijke woorden.

Wie zich door Gods Geest meer en meer gaat verdiepen in  Zijn Woord,  komt woorden tegen die  eerder niet opgavallen waren in de Bijbel.  Wie hoort in 'Evangelische kringen' of 'van de kansel in Protestante kerken' over:   Bedeling, of  Geheimenis, Prijs der roeping Gods, of Uit-opstanding tussen de doden uit, of  het Over-hemelse....?   Het staat allemaal in Gods Woord en toch wordt het niet verteld aan de gelovigen. WAAROM NIET ???  Lezen ze er over heen ? Wordt het hen niet geleerd ? Verkondigen ze liever,  wat de gelovigen graag willen horen, en wat ze gewend zijn te horen ?  Het oude is immers vertrouwd en met iets nieuws aankomen kan vragen oproepen en onrust geven. 
Al jaar en dag wordt  'het Koninkrijk', 'het Verbond', en 'de Wet' ect. verkondigd en stel je voor dat het Avondmaal afgechaft gaat worden, dat zal zeker het einde van de Kerk kunnen betekenen.    Daarom gewoon doorgaan en niet te veel vragen oproepen. 
En toch... worden we opgeroepen in Filp. 1: 9 om de dingen die verschillen,  te  onderscheiden en gezonde woorden te gebruiken. Woorden die voor deze tijd voor de gelovigen belangrijk zijn.  (1 Tim. 6: 3 en 2 Tim. 1: 13 )
Er wordt ons gevraagd 'recht voren' te trekken in het Woord ( 2 Tim 2: 15),  want alles uit het Woord van God is ons tot lering en in nuttig ( 2 Tim. 3: 16), maar niet alles in Gods Woord gaat over ons als gelovigen van deze 'tussen-tijd', die behoren tot De Gemeente ( Zie het vorige blog.)
In de Bijbel gaat het over verschillende groepen mensen in verschillende tijden en Bedelingen. Gods Plan met Israël als Volk, is geheel anders dan Gods bedoelingen met De Gemeente, die Zijn Lichaam is.
Als we lezen in Gods Woord moet we rekening houden met:  wie het heeft geschreven, aan wie het is gericht, op welke tijd het betrekking heeft en waarom het geschreven is.
Hier is 'helder inzicht' en 'kennis van Boven' voor nodig ( Grieks: epi-gnoosis) Dit is meer dan algemene kennis over de Bijbel;  het heeft te maken met een volkomen kennen van de (Verhoogde) Christus Jezus. 
Om deze 'Boven-kennis' mogen we bidden, want God wenst dat een ieder tot 'erkentenis der waarheid' zal komen ( 2 Tim. 2: 25).
In het volgende blog  wil ik (naar vermogen) beginnen om verschillende woorden uit te leggen,  die kunnen bijdragen  Gods Woord beter te begijpen. Al moet je wat je leest niet zo maar als waarheid aannemen.  Controleer het zelf of het waar is en denk erover na of het zo is. Wees hierin als een Bereeër die bereidwillig het woord aannam  en dagelijks de Schriften naging, of deze dingen zo waren.  (Hand. 17: 11).
Er is al veel gezegd in vorige blogs over de 'gezonde' woorden die belangrijk zijn in Gods Woord. Daarom zal ik soms terug verwijzen naar een blog over een bepaald onderwerp.
De meeste blogs zijn geschreven in 2011. Klik dit jaar aan. Ga naar de maand van dat jaar en klik het onderwerp aan en het komt tevoorschijn.
In het blog van 11 september 2011 heb ik een overzicht gamaakt van de tot dan  toe te lezen blogs. Misschien vind je daar een onderwerp dat van balang is.
In het volgende blog wil ik het woord 'Bedeling' uitleggen.

donderdag 19 januari 2012

*78* Tussen-tijd.

In het blog over 'de olijfboom'  lezen we dat er voor Israël nog een geweldige toekomst in het verschiet ligt, ondanks dat God ze nu als "Lo-ami" (= niet mijn volk)  ziet. Zij zullen als God hen weer in erbarmen aanneemt, als koningen en priesters rond gaan in de wereld en 'de blijde boodschap'  = het 'Evangelie van het Koninkrijk' verkondigen, en  de mens brengen in Gods Koninkrijk. 
Zo ver is het nu echter nog niet.  God bemoeit zich op dit moment niet met 'het volk', al wordt het beloofde land meer en meer bewoont door Israëlieten.  Zij zullen eerst nog door een moeilijke tijd heen moeten, waar wij nu reeds de voor-tekenen van zien. In het midden oosten is het zeer onrustig  en Israel ( een landje nog kleiner dan Nederland)  is dagelijks in het nieuws.
In de toekomst zal God  'het gelovig geworden Volk' weer bij de hand nemen en door de chaos leiden naar het beloofde land: Gods Konkrijk op aarde. 
Tot die tijd is God verborgen voor Israël en voor de volkeren van de wereld.  Hij heeft Zijn Zoon gegeven als zoen-offer en wacht af wat de mens doet. Door het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis schenkt Hij de mensheid  genade om zich tot Hem te keren. 
Deze 'Genade-tijd' is begonnen na de Handelingen-tijd en geopenbaard aan Paulus,  die op dat moment gevangen zat in zijn eigen gehuurde woning te Rome. (Hand. 28: 30).  En dat God genadig is naar alle mensen blijft,  totdat Hij de draad met Israël weer opneemt in de toekomst.  Deze tijd kunnen we een tussen-tijd noemen.
Paulus schreef in de tijd na Handelingen ( plm.  62 jaar na Christus) nog 7 brieven.  Deze brieven zijn dus geschreven na de verwerping van Israël en betreffen de nieuwe toestanden waar de gelovigen van die tijd in gekomen waren.  Zij zijn nu niet meer afhankelijk van Israël  en via Paulus openbaart God nu een geheel andere boodschap. 
Aan Paulus alleen,  is dit rentmeesterschap  (bedeling) gegeven,  om de 'grote Verborgenheid'  te openbaren aan de gelovigen van die tijd.... en onze tijd.  (Efz. 3: 2-3, 6-9 en Col. 1: 25-26) 
Ging het in de Handelingen tijd over het Nieuwe verbond, tekenen, wonder en genezingen, de bruid van Christus en zijn spoedige komst  op aarde,  nu lezen we over: God die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegenigen in het 'Over-hemelse' ( Grieks: epouranios)  in Christus ( Efz. 1: 3-14).   Zoiets was nooit gezegd in vroegere bedelingen. Te meer daar het 'Over-hemelse' een uitdrukking is, die vroeger nooit gebruikt werd.  Dit is het opper-hemelse, de sfeer buiten de schepping, daar waar God woont. Daar zijn wij in Christus gezet ( Efz. 6:12); daar is onze taak ( Efz. 3: 10), onze strijd ( Efz. 6: 12), onze wandel of burgerschap ( Filp. 3: 20). 
'In Hem' hebben wij de verlosssing door Zijn bloed ( Efz. 1:7)  Als kinderen van Adam zijn wij zondaren van geboorte en alles wat van de zonde gezegd wordt, is op ons van toepassing. Daarom is juist de gehele Bijbel van zo'n groot belang voor ons. Al zien wij in de Efeze, Filippenzen, en de Colossenzen brieven ,die speciaal en alleen tot 'De Gemeente'  gericht zijn, de boodschap van de 'Verborgenheid'.
Alle kinderen van Adam zijn door God niet in dezelfde omstandigheden geplaatst, zijn onder hetzelfde rentmeesterschap,  niet tot hetzelfde doel uitverkoren en daarom kan men niet alles op zich zelf toepassen, wat tot anderen gezegd wordt in Gods Woord.
Voor ons geldt: De gehele Bijbel is voor ons en kan ons tot lering zijn,  maar de gehele Bijbel gaat niet over ons;  als gelovigen die behoren tot het 'Lichaam van Christus'  in het Over-Hemelse.
Ons gebed dat Paulus voor ons bid is:   "dat de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid ons geve de Geest van wijsheid en van openbaring in Zijn kennis; ( namelijk:)  verlichte ogen van uw verstand,  opdat gij moogt weten, wat de hoop van Zijn roeping wekt, hoe rijk Zijn heerlijheid is van Zijn erfenis in het Heilige ( Over-hemelse)   en hoe overweldigend groot Zijn kracht is,  die Hij  aan ons heeft gegeven".

woensdag 18 januari 2012

*77* Olijfboom.

In de Bijbel komen we verschillende bomen tegen. Deze bomen laten 'een type'  van het Volk Israël zien. Zo komen we de Wijnstok tegen,  die vrucht moet dragen = geloof  in de Here,  de Vijgeboom,  die wijst op Israël als natie, de Granaatappel-boom, die wijst op de zegen voor Israël,  de Palmboom dat over het Koninkrijk gaat dat komt. de Appelboom, de Doormstruik, de Ceder de Cipres......en de Olijfboom.   De Olijfboom die te maken heeft met de roeping en bestemming van Israël. De roeping die van God uit gaat. Hij is trouw en blijft trouw (ook al is Israël ontrouw) Gods roeping voor dit volk is onberouwelijk ( Rom. 11:29).
In  Romeinen 11: 11-24 lezen we  dat het gelovig Israël vergeleken wordt met de olijfboom en dat de heiden- volken, die tot geloof gekomen zijn in de Handelingen-tijd  worden  ingeënt als wilde takken in deze boom.  Zij krijgen deel aan de saprijke wortel  van de olijfboom, maar zij zijn zelf de boom niet. Zij zijn daar geplaatst om Israël tot jaloersheid te prikkelen. (Rom. 10: 27).
Tot op het eind van de Handelingen was Isarël Gods volk.  De Jood nam de eerste plaats in en zij hadden vele voordelen boven de gelovigen uit de heiden-volkeren.
Jezus Christus is gekomen als een dienaar van de besnijdenis, opdat Hij de beloften van de Vaderen ( Rom. 15:8) zou bevestigen. Maar zij namen als Volk 'de Messias'  niet aan, ondanks dat zij de zegenigen zagen van de heiden-christenen.
Na de laatste poging van Paulus, om de vertegenwoordigers van het volk  tot geloof in de Christus de leiden, heeft Israël zijn positie als Gods Volk (tijdelijk) verloren.  "Het zij u dan bekend, dat dit Heils God (de Christus) aan de heidenen gezonden is; die zullen dan ook horen". (Handelingen 28:28).
Hiermee is de olijfboom omgehakt en zijn er ook geen ingeënte takken meer.
Zoals vroeger reeds eerder gebeurd was, is er nu een onderbreking  in Israëls geschiedenis. en een onderbreking met alles wat met 'het komende Koninkrijk'  in verband staat. (b.v.:  het nieuwe verbondtekenen  en wonderen, genezingen  ....enz). 
De woorden van Paulus  werden spoedig daarop bekrachtigd door de verwoesting van de Tempel.  Het volk werd uit het land verdreven en tussen de volken van de wereld  verstrooid, zoals vroeger toen zij naar Babylon werden verdreven. Het Volk van God is wederom 'Lo-ammi' ( niet Mijn volk') geworden. ( Hosea 1: 9-10).
Na deze laatste kans, die God door middel van Paulus, aan Israël gaf om zich te bekeren, verlaat Hij hen. Nu veranderen alls omstandigheden. Er wordt geen toekomstig Koninkrijk meer verkondigd ( in de brieven die geschreven zijn na de Handelingen-tijd),  wonderen en tekenen en krachten zijn dan ook geheel afwezig. Alle vormen verdwijnen.  'Geloof'  alleen moet heersen.
Een Gemeente wordt geschapen, een 'samengevoegd Lichaam' van gelovigen ( = betrouwbaren), waarvan Christus  het Hoofd is.
Niet voor altijd zal de olijfboom omgehakt blijven. De 'Stronk van Isaï'  zal in de toekomst weer uitbotten. Alle  profeten in de Bijbel  spreken over 'de rol', die Israël dan nog te vervullen heeft: zij zullen een instrument zijn in Gods hand om Zijn zegeningen over de volken wereld uit te storten.. De Heilige Geest zal uitgestord worden over Het Volk.  De Here zal mede getuigen door tekenen en wonderen en krachten en Hij zal in Hun midden zijn   als Hij wederkomt en 1000 jaar als Koning zal  heersen  in  'Zijn Koninkrijk' op  aarde.

woensdag 11 januari 2012

*76* Gezonde leer.

Nu het nieuwe jaar weer begonnen is en de mensen  vol zijn  van hun goede voornemens, wordt er op t.v. en in de bladeren veel aandacht besteed aan de gezonde  levens-stijl.   Afval-programma's, gezond koken, gezond wonen, noem maar op.   In de Bijbel vinden we de 'gezonde leer'. Ook zeer aan te bevelen. 
De 'gezonde leer' vinden we in de brief van Paulus aan Titus.  Hoodstuk 2 de verzen 11-14.  "Want de genade Gods is verschenen, heil brengend voor alle mensen,  om ons op te voeden,  zodat wij, de goddeloosheid en wereldse begeerten verzaken;  bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld leven,  verwachtende de 'Zalige Hoop' en verschijning der Heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus, Die Zich voor ons heeft gegeven, om  ons vrij te maken van  alle ongerechtigheid, en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken."
De 'gezonde leer'  is een boodschap in een notendop over  'het Lichaam van Christus'; het is een korte samenvatting er van. Je kunt het vanbuiten leren, maar beter is het van binnen te leren en je af te vragen wat wil de 'gezonde leer' mij vertellen.
Mensen komen tot geloof door de genade Gods en worden na hun bekering geconfronteerd met allerlei regeltjes. Niet deze regels moeten het doen, maar  'Gods genade'. De genade voedt ons op en zet ons in de vrijheid. Als je gaat beseffen hoe God ons gezegend heeft en wat het Hem heeft gekost, dan komt er een verlangen in je hart Hem bij alles in je leven te betrekken en je te verdiepen in Zijn Woord.   Dat zijn de 'goede werken' die God ons geeft te doen.
Mensen worden tot geloof geroepen uit deze 'tegenwoordige boze eeuw'  met een (door God)  bepaalde bestemming. De 'roeping' voor deze tijd is het 'Lichaam van Christus'. Aan deze roeping is een hoop verbonden.  ( Hoop is de zekerheid  van dingen die men niet kan zien.  Hebr. 11: 1).
De zekerheid die hier voor ons ligt, is de verwachting  dat wij  'met Hem' zullen verschijnen in Heerlijkheid op de plaats waar Hij nu is ( Col. 3:4).
Wat zijn we rijk gezegend met de genade  Gods. Wij zijn reeds 'hemel-burgers' geworden ( Filp.3:20) en wij mogen aanwezig zijn bij Zijn verschijning  in het Over-hemelse, als Hij zal opstaan van de plaats aan Gods rechterhand en als Koning der koningen  (als Heer der heren) zal verschijnen in  Heerlijkheid,  om te gaan optreden en te gaan heersen bij 'Zijn wederkomst'  op aarde.  Wij als leden van Zijn Lichaam mogen deel uitmaken van deze verschijning en zullen delen in Zijn Heerlijkheid.
Onze hoop  kan alleen tot stand komen als uitwerking van de genade Gods, die verschenen is  in ons leven, die ons opvoedt en ons doet leven, in de verwachting van de verschijning van onze grote God en Heiland:  Christus Jezus.

dinsdag 10 januari 2012

*75* De diepte.

In de Efeze brief heeft Paulus het in hoofdstuk 3 vers: 18 over de breedte en lengte en hoogte de diepte.  "...en dat Christus door het geloof in uw harten woont, en u in de liefde geworteld en gefundeerd bent, opdat u ten volle zou kunnen begrijpen, met alle heiligen, wat de breedte en lengte en hoogte en diepte  is.'
In de brief wordt niet verder uitgelegd wat deze 4 maten met elkaar te maken hebben en daarom zijn er vele meningen over de uitleg van vers 18.
Zo is er een uitleg dat de 4 maten te maken hebben met 'het erfdeel' dat de (geroepen) gelovigen ontvangen  in 'Gods Heils-Plan'.
De breedte en lengte heeft te maken  met de belofte aan Abraham ; de roeping van het aardse zaad: de erfenis van Israël.( Gen. 13: 17)   Hun is immers het land beloofd  (de aardse belofte), als erfdeel. 
Lengte, breedte en hoogte gaat over het erfdeel aan 'de Rechtvaardigden' uit de Handelingen tijd. Deze 3 maten omvatten de Hemelse kant van belofte aan Abraham: de erfenins: (Op. 21: 16)  de Hemelse stad, het Nieuwe Jeruzalem. Zij behoren tot de 'Hemelse roeping'.
De 4 maten samen gaan de schepping te boven. Hier op aarde bestaat alles uit lengte, breedte en hoogte. Met de diepte er bij maakt het de inhoud van deze wereld 'transperant' en bepaald het  ons bij  het wezen van God.  Hier gaat het over  het Geheimenis: de Verborgenheid in Christus. De roeping van de Gemeente: 'Het Lichaam van Christus' in het Over-Hemelse,  buiten tijd en ruimte ( buitende schepping).  Hier wordt het 'Samen-Lichaam' gevormd, met als positie: ver (over)boven alle hemelen  - Grieks:  huperanoo pas toon auranos- ( Efz. 4: 10).
Een andere uitleg van de 4 maten in de Efeze brief gaat over Gods genade voor de mensen. "Door genade zijt gij behouden". Het is de onbegrijpelijke en onverdiende 'gunst van God'  voor ons.
De breedte verteld ons over de Gods genade voor alle mensen:  Joh. 3: 16,  'Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.' Onder deze genade mag de gehele mensheid al zo vele eeuwen lang verkeren.
Als we antwoord geven op de genadegift  van God en ons geloof  verdiepen,  dan kan de lengte er bij komen en kunnen we 'recht voor God'  staan. Door het verlossings werk van Jezus Christus wordt de gelovige 'gerechtvaardigd' en is de gelovige in de positie gesteld, waaruit hij vrij voor God kan verschijnen. De rechtvaardige grondslag is  'het bloed van de Here Jezus',  dat Hij vergoten heeft op het kruis van Golgotha. In Math. 26:28 zei de Here Jezus: "Want dit is Mijn bloed......dat voor velen vergoten wordt, tot vergeving van zonden".
De hoogte omvat het 'met Christus gezegend'  worden met alle geestelijke zegeningen in de Over-hemelse ( Efz. 1: 3 - 14). Wij zijn tot  'lof Zijn Heerlijkheid' gesteld en Hij heeft ons een plaats gegeven:  verborgen met Christus in God.
De diepte is, dat zij die van Gods voornemen tot in  'Het Lichaam van Christus' geroepen worden, volkomen met Christus vereenzelvigd worden. Zij zijn mede- erfgenaam,  mede- leden en mede- deelgenoten geworden,  in de beloften van Christus.
Het is dit  'mede' dat de diepte uitmaakt en de gelovigen vervuld tot 'alle volheid Gods', zodat zij straks in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom van Zijn genade kunnen tonen aan de overheden en machten in de hemelse gewesten ( in het Over-hemelse). En... als in de toekomst de 'Dag van Christus' aanbreekt, zullen zij 'met Hem verschijnen in Heerlijkheid' in het Over-hemelse en  'met Hem'  heersen ( 2 Tim. 2: 12).

dinsdag 3 januari 2012

*74* de Tuinman.

Verhaaltje:
In een tuin tussen de eikenblaadjes maakt een spin haar web. Nog nooit heeft ze een mens gezien, want de ogen van een spin hebben slechts een reikwijkte van acht centimeter.  Alles wat zich op een grotere afstand bevindt, is voor de spin onbekend; dat behoort niet tot haar leefwereld. Zij denkt dat zij  het grootste wezen in de schepping is en gaat rustig door met het maken van haar web.
Naast haar is een andere spin aan het werk. Onze spin kijkt op en vraagt aan haar buurvrouw:  "Heb jij in je leven wel eens een mens gezien ?"  "Nog nooit" klinkt haar antwoord een beetje verbaast. "Ik ook niet!" zegt de eerste spin spottend. Dan moeten ze alle twee zó lachen dat hun webben ervan trillen.
Een paar meter verderop loopt de tuinman voorbij.  De spinnen horen en zien hem niet en zeggen daarom: "Een mens ?" Die hebben we nog nooit gezien ! Zou die wel bestaan ?"
Misschien denken wij- als mensen met ogen die een reikwijdte hebben tot de horizon-  wel netzo als die spinnen:   "God ? Ik heb Hem nog nooit gezien ! Zou Hij wel bestaan ?"
Hiervoor heeft God ons een hulpmiddel gegeven namelijk: 'ons verstand' ! Hiermee zijn we superieur aan alle dieren.
Wij kunnen dingen bedenken, vooruitzien, plannen maken,  gedachten combineren en tot nieuwe gedachten komen.   We hebben het vermogen gekregen onze gedachten onder woorden te brengen en gedachten tot daden om te zetten.  En dit allemaal onder controle van een geweten.  Allemaal mogelijkheden om in God te gaan geloven en Hem te leren kennen, zonder Hem ooit gezien te hebben.
Met mijn verstand weet ik dat God  alles wat ik zien kan  geschapen heeft en dat Hij buiten mijn beperkte horizon woont.  Hij heeft de hemelen en de aarde geschapen en Hij draagt de sterren en planeten door Zijn kracht. Hij bestaat, hoewel ik Hem nog nooit heb gezien.  Ik weet dat door Zijn Woord,  dat verteld over Zijn liefde voor Zijn schepping, waartoe ook ik behoor.
Ik weet niet alleen dat Hij bestaat, maar ik weet ook, dat Hij weet dat ik besta !
In Zijn liefde en door Zijn genade, heeft Hij mij tevoren bestemd, 'een zoon'  van Hem te worden. (Efz.1: 4-5) 
De God zonder tijd en ruimte, waar verleden en toekomst, tot het eeuwig heden behoort,  heeft mij reeds -voordat de wereld her-schapen moest worden (Gen. 1:3 ),  'uitverkoren', opdat ik smetteloos en onberispelijk zou zijn voor Zijn aangezicht. Hij heeft mij nu reeds de zekerheid gegeven dat ik met Hem 'Levend' gemaakt ben en dat Hij mij een plaats gegeven heeft in het Over-Hemelse in Christus.
Dit kan ik met alle vrijmoedigheid als zekerheid aannemen, want Gods Woord is waar en betrouwbaar en zegt: "Het geloof nu is de zekerheid van de dingen, die men hoopt, en het bewijs van de dingen , die men niet ziet'.
Ik heb net als de spinnen nog nooit 'de Tuinman' gezien en toch weet ik dat Hij bestaat.  Met de verlichte ogen van mijn hart weet ik dat Hij mij omgeeft met Zijn liefdevolle handen. Hij let op mij als ik mijn web maak. En mocht mijn web kapot gaan door de harde wind, dan weet ik dat Hij mij opvangt en veilig thuis brengt.

zondag 1 januari 2012

*73* Nieuw jaar.

Een zegening die de Here Jezus in zijn tijd op aarde, zeker uitgesproken zou hebben  bij het begin van een nieuw jaar is de volgende Barucha ( Hebreeuws voor zegening) :  "Moge het Uw wil zijn, 'Altijd-aanwezige'  onze God en God van onze voorouders, dat U ons een nieuw jaar schenkt dat  goed en zoet is".  En hierbij zou Hij een stukjes challa ( brood) of een stukje appel gedoopt hebben in honing en u die toegereikt hebben.
Nou moet ik direkt toegeven dat dit niet op 1 Januari van het nieuwe jaar  geweest zou zijn, maar in September, als het Joodse volk zijn  'Rosj Hasjana'  = Nieuw Jaar  viert.
Maar toch..... ik wens u: 'dat onze God en Vader u een jaar schenkt dat goed en zoet zal zijn !
Bovenop wat God ons  door genade  in Zijn Zoon reeds geschonken heeft,  want het is goed ons steeds te beseffen dat wij 'met alle geestelijke zegeningen gezegend zijn in het 'Over-Hemelse'  in Christus'. ( waar God zich bevind)   Hierin vinden wij onze rust, ons geduld en vreugde en kunnen wij Hem daarvoor de lof en dank brengen.
Zo leren wij de omstandigheden waarin wij leven van bovenaf te zien. Steeds beseffend dat 'ons leven met Christus verborgen is in God.' ( Kol. 3: 3)  en beseffend dat 'Wanneer Christus verschijnt die ons leven is, wij ook met Hem zullen verschijnen in heerlijkheid.' ( Kol 3:4)   Ons leven en onze toekomst liggen vast in Gods hand !   Dit steeds voor ogen te houden, helpt ons de dingen te relatieveren, als we de dagelijkse rampen op  tv. in 'Het Nieuws' voorbij zien komen.
Toch vragen mensen zich af: of God niet verantwoordelijk is voor al die rampen of hebben het idee opgevat dat God de rampen veroorzaakt om de mens te straffen.
 --Toen meer dan 220.000 mensen omkwamen bij de aardbeving in Haïti  in januari:  2010, beweerde een bekende tv-dominee, dat dat kwam doordat de Haïtianen 'een pakt met de duivel hadden gesloten' en zich tot God moeten keren.  --De ramp in Japan in 2011 was een 'tembatsu' ( straf van God) . --"God wil ons verdoofde en ongevoelig geweten wakker schudden" zei een katholieke priester bij een andere ramp.
Het aantal rampen is de afgelopen tientlallen jaren aanzienlijk toegenomen. In de Bijbel is voorspeld dat er in deze tijd rampen zullen gebeuren. In Matheüs 24: 7en 8 zegt de Here Jezus: "Er zullen hier en daar, hongersnoden en aardbevingen zijn. Doch dat alles  is het begin der weeën." Waarom voorspelde de Here Jezus deze dingen ? Het antwoord is te vinden in Lucas 21: 31,  "Wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het 'Koninkrijk Gods' nabij is "  'Is God dan niet verantwoordellijk voor de rampen ?' zou de vraag dan zijn. Daarvoor moeten we een belangrijk feit erkennen dat in de Bijbel staat:  'Wij weten, dat wij uit God zijn en de gehele wereld in 'het boze' ligt.'( 1 Joh. 5:19)   En in 2 Kor. 4: 4 lezen we over 'de god dezer eeuw' (aioon) : 'de satan'; hij is de overste van de wereld die straks geoordeeld zal worden. (Joh. 16:11).
Het is dus niet God die verantwoordelijk is voor de ellende in de wereld, maar vaak is het 'de vijand van God',  genaamd: 'de satan', 'de duivel' die de wereld verleidt. Omdat hij de hele wereld in zijn macht heeft, is er bij veel mensen dezelfde mentaliteit aanwezig. "Weet wel dat er in de laatste dagen zware tijden komen, want de mensen zullen zelfzuchtig  en geldgierig zijn, zij zullen aanmatigend en hoogmoedig zijn ( 2 Tim. 3: 1,2).
De boze moedigd de mensen aan tot egoïsme en hebzucht, waardoor er vaak situaties ontstaan waarbij mensen in gevaar lopen. En niet alleen worden rampen veroorzaakt door fouten of nalatigheid van mensen, maar soms ook door tijd en toeval. ( Prediker 9: 11) 'Want tijd en toeval treffen hen allen'
Laten we ons aan de zegen van God vast houden: dat Hij voor ons 'een goed en zoet leven' toewenst. Door Gods Woord te geloven en Hem te kennen, weten we Wie Hij voor ons is en wat Hij ons in Zijn genade gegeven heeft. Laten wij al de omstandigheden die ons in het leven overkomen, van 'bovenaf' bezien. Alleen dat geeft ons overzicht en geeft  rust en vrede in ons hart, want...alle dingen zijn  uit Hem en  door Hem en tot Hem.