Ik hoorde eens een verhaaltje over 'iemand die naar de betekenis van Efz. 5: 26 vroeg: 'het reinigen door het waterbad met het Woord'. De persoon woonde in een warm land en hij kreeg een rieten mand die vies was van binnen, in zijn handen gedrukt met de opdracht hierin water te halen uit de rivier verder op. Elke keer als de man terug kwam met de mand, was het water er door gelopen en was de mand helemaal leeg. Dit gebeurde steeds weer. De mand echter was door het door-sijpelende water helemaal schoon geworden en gereinigd'.
Je vraagt je af waarom hadden ze de man geen stevige emmer gegeven dan was hij in één keer klaar geweest. Maar toch zit in dit verhaaltje een mooie symboliek. Als we het water vervangen door het Woord, kunnen we ons afvragen waarom wij geen beter geheugen hebben gekregen zodat wij één keer alles kunnen onthouden en nooit meer iets vergeten. Dat zou handig zijn. Want hoe vaak gebeurd het niet dat ik b.v. s'vonds al niet meer weet waar een overdenking of studie s'morgens over gegaan was. Maar nee, net als bij de rieten mand, is het Woord uit mijn gedachten weg gelopen. En toch was het niet voor niets, net zo als de vieze mand schoon werd door het water, wordt ook mijn binnen kant gereinigd van gedachten die mij in de weg staan om 'waardig onze roeping' te kunnen wandelen. Ik schrijf altijd veel tijdens een studie, en een ander hoort de studie via internet soms wel drie keer na en elke keer als we het horen of lezen wordt onze binnen kant gereinigd. Hoe vaker we Gods Woord horen, hoe meer we zullen onthouden en begrijpen. De mand zal door het water steeds meer uitzetten, zodat het voor het water moeilijker wordt om er door te gaan. Ook wij zullen steeds meer en meer Gods Woord verstaan en begijpen. Maar toch zullen wij Gods Woord nooit helemaal doorgronden en dat is gelukkig Gods bedoeling ook niet. Want het is 'de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat'. ( Efz. 3: 19). Als het zover is dat wij vóór onze Heer en Heiland komen te staan zal Hij ons niet overhoren hoveel wij weten over de Bijbel. Als het zover is zal Hij kijken hoeveel er van 'Zijn Zoon' in ons geopenbaard is.
dinsdag 29 maart 2011
woensdag 23 maart 2011
*21* Lente.
Eindelijk, is het lente geworden. De hele winter heb ik er naar uitgekeken. Nee, ik ben geen winter-mens die het heerlijk vind in de kou sneeuwballen te gooien of een wandelingen te maken in de kou. Winter is voor mij..... wachten op de lente ! ! Prachtig om te zien hoe de harde grond van de winter open moet bartsten voor het nieuwe leven dat naar boven komt. Ik denk dat God ook zo naar ons kijkt. Ook Hij geniet als Hij ziet dat wij steeds meer het 'Nieuwe Leven' dat Hij in ons heeft gelegd naar buiten laten komen. Onze harde buitenkant van 'ik-gerichtheid' moet eerst zacht worden. Dat gaat niet van zelf. Van huis uit zijn wij niet vriendelijk en meelevend. Veel mensen denken dat liefde met een gevoel begint, maar liefde is een keuze die je elke dag weer maakt. Het is heel verassend te zien hoe mensen reageren op een glimlach of een blijk van geduld en vriendelijkheid. En hebben wij niet alle reden om vriendelijkheid uit te stralen. Wij hoeven het niet te hebben van dit leven, wij hoeven niet alles uit dit leven te halen wat er in zit. God heeft ons is een geweldige belofte gegeven, dat alle begrip te boven gaat en Hij laat zich elke dag zien door zijn Woord. Door ons daarin te verdiepen maken we onze harde koude grond zacht, zodat naar buiten kan komen wat Hij er in heeft gelegd. Sla de Bijbel open op welke bladzij dan ook en over elk vers dat je leest kun je wel de hele dag nadenken. Nee daarvoor hoef je niet in een stil hoekje van het huis te kruipen, maar onder je dagelijkse beslommeringen of onder een wandelen op straat, kun je over een vers nadenken. Zelfs het kortste vers in de Bijbel heeft ons veel te zeggen. Het staat in Johannes 11 vers 35: 'Jezus weende' Als je de geschiedenis leest over de 'opwekking van Lazarus' denk je na: waarom huilde Jezus ? Was het om Lazarus, was het om de mensen, of was het omdat Hij wist dat de dood nog een vijand voor hen was en dat Hij dat voor hen op zou lossen aan het kruis.
In Jozua 1, vers: 8 lezen we: 'Het Woord mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alle wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en voorspoedig zijn'.
In Jozua 1, vers: 8 lezen we: 'Het Woord mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alle wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en voorspoedig zijn'.
vrijdag 18 maart 2011
*20* Opnieuw.
Ik denk wel eens, als iemand het 'Plan van God' niet kent, zal hij nooit de Bijbel kunnen begrijpen. Aan de genade die God geeft aan de wereld gaat 'een Plan' vooraf. En om maar meteen met de deur in huis te vallen: 'Het gaat niet om jou !' Het Plan dat God aan het ontvouwen is, heeft een hoger doel, dan alleen de verlossing van de mens. De mens is het middel dat gebruikt wordt in Gods Heils-Plan.
Laten we eens helemaal terug gaan naar het begin, en verder terug, toen er nog geen begin was.
We vinden God algenoegzaam omringt door cherubs, serafs, engelen en aartsengelen, 'alles in allen in God'.
Door hoogmoed van de beschutte cherub, volmaakt van gestalte ( lees Ezechiël 28: 11-19) , en de engelen opstand die daar op volgde, werd de aarde woest en ledig door de val van de cherub in de kosmos.
(Deze gevallen cherub komen we later in de Bijbel tegen als: satan: Gods tegenstander).
Toen de aarde woest en ledig werd, begon de HERE opnieuw en in zes dagen werd de aarde geformeerd, en op de zevende dag zette God 'twee mensen' in het Hof: Adam en Eva, vol van God.
Met als doel de wereld (de Kosmos en alles wat daar in is) te verlossen van satan, door een Koninkrijk op te richten, zodat alles weer onder beheer van God geplaatst kan worden en 'God alles in allen' kan zijn.
Maar ze werden Hem ontrouw....en de HERE begon opnieuw met: 'Noach'. Met de acht mensen uit de Ark begon een volk op aarde te groeien, maar ze bouwden de toren van Babylon om 'een god' te ervaren.
Ze werden God ontrouw...en de HERE begon opnieuw met: 'Abraham' uit Ur, met de belofte van een groot Volk met een aardse en een hemelse roeping, maar ze werden God ontrouw....en de HERE begon opnieuw met 'Mozes' die het Volk leidde door de woestijn met een belofte van het land Kanaaän, maar ze werden Hem ontrouw....en de HERE begon opnieuw met 'David en Salamo' en de bouw van de Tempel, maar toen het Volk terug kwam uit de balingschap werden ze God ontrouw....en de HERE begon opnieuw met: 'de Zoon'. Hij kwam naar de aarde met de belofte het Koninkgrijk op te richten, maar het Volk werd Christus ontrouw... en de HERE begon opnieuw met: 'de Apostelen', die met wonderen en tekenen het Evangelie van het Koninkrijk verkondigden aan het Volk, maar ze werden ontrouw....en de HERE begon opnieuw met: 'Paulus', die de grote Genade van God bekend mocht maken aan de heidenen en het Geheimenis van het 'Lichaam van Christus' aan de kinderen Gods, en deze gelovigen zullen hun vervulling vinden in het Over-Hemelse in Christus, maar de meerderheid van de mensen willen het niet horen en zullen Christus ontrouw worden.... en de HERE zal opnieuw beginnen met het 'Volk van Israël', als zij zich bekeren en zullen zeggen: 'Gezegend is Hij, die komt in de Naam des HERE' ( Math.23: 39), en het Koninkrijk zal opnieuw verkondigd worden, maar zij zullen door de 'Grote Verdrukking' gaan en Hem ontrouw worden.... en de HERE zal opnieuw beginnen met een 'gelovig overblijfsel' als Christus Wederkomt op aarde, en de satan opgesloten wordt in de put, opdat de mens vrij tot God kan komen. Dan zal het Koninkrijk opgericht worden; 1000 jaren lang, maar satan zal aan het eind van 'de aioon' de mens weer kunnen verleiden en zij zullen Christus ontrouw worden...en de HERE zal opnieuw beginnen met de volgelingen die Hem trouw blijven op 'de Nieuwe Hemel en de Nieuwe Aarde', als het Hemels Jeruzalem nederdaalt en alle mensen vervuld worden van God. En niemand zal meer ontrouw zijn aan de HERE.....want zij zullen niet meer verleid kunnen worden door 'satan en zijn trawanten', omdat dezen vernietigt worden in de 'Poel der Vuurs'. Een Nieuwe Begin is begonnen; zonder einde, en God zal 'alles in allen' kunnen zijn. En God zal in alle Lof, Eer en Heerlijkheid één in Zijn Schepping.
Zoals vóór het begin 'alles in God' was, zal nu na het einde 'God alles in allen' zijn.
Laten we eens helemaal terug gaan naar het begin, en verder terug, toen er nog geen begin was.
We vinden God algenoegzaam omringt door cherubs, serafs, engelen en aartsengelen, 'alles in allen in God'.
Door hoogmoed van de beschutte cherub, volmaakt van gestalte ( lees Ezechiël 28: 11-19) , en de engelen opstand die daar op volgde, werd de aarde woest en ledig door de val van de cherub in de kosmos.
(Deze gevallen cherub komen we later in de Bijbel tegen als: satan: Gods tegenstander).
Toen de aarde woest en ledig werd, begon de HERE opnieuw en in zes dagen werd de aarde geformeerd, en op de zevende dag zette God 'twee mensen' in het Hof: Adam en Eva, vol van God.
Met als doel de wereld (de Kosmos en alles wat daar in is) te verlossen van satan, door een Koninkrijk op te richten, zodat alles weer onder beheer van God geplaatst kan worden en 'God alles in allen' kan zijn.
Maar ze werden Hem ontrouw....en de HERE begon opnieuw met: 'Noach'. Met de acht mensen uit de Ark begon een volk op aarde te groeien, maar ze bouwden de toren van Babylon om 'een god' te ervaren.
Ze werden God ontrouw...en de HERE begon opnieuw met: 'Abraham' uit Ur, met de belofte van een groot Volk met een aardse en een hemelse roeping, maar ze werden God ontrouw....en de HERE begon opnieuw met 'Mozes' die het Volk leidde door de woestijn met een belofte van het land Kanaaän, maar ze werden Hem ontrouw....en de HERE begon opnieuw met 'David en Salamo' en de bouw van de Tempel, maar toen het Volk terug kwam uit de balingschap werden ze God ontrouw....en de HERE begon opnieuw met: 'de Zoon'. Hij kwam naar de aarde met de belofte het Koninkgrijk op te richten, maar het Volk werd Christus ontrouw... en de HERE begon opnieuw met: 'de Apostelen', die met wonderen en tekenen het Evangelie van het Koninkrijk verkondigden aan het Volk, maar ze werden ontrouw....en de HERE begon opnieuw met: 'Paulus', die de grote Genade van God bekend mocht maken aan de heidenen en het Geheimenis van het 'Lichaam van Christus' aan de kinderen Gods, en deze gelovigen zullen hun vervulling vinden in het Over-Hemelse in Christus, maar de meerderheid van de mensen willen het niet horen en zullen Christus ontrouw worden.... en de HERE zal opnieuw beginnen met het 'Volk van Israël', als zij zich bekeren en zullen zeggen: 'Gezegend is Hij, die komt in de Naam des HERE' ( Math.23: 39), en het Koninkrijk zal opnieuw verkondigd worden, maar zij zullen door de 'Grote Verdrukking' gaan en Hem ontrouw worden.... en de HERE zal opnieuw beginnen met een 'gelovig overblijfsel' als Christus Wederkomt op aarde, en de satan opgesloten wordt in de put, opdat de mens vrij tot God kan komen. Dan zal het Koninkrijk opgericht worden; 1000 jaren lang, maar satan zal aan het eind van 'de aioon' de mens weer kunnen verleiden en zij zullen Christus ontrouw worden...en de HERE zal opnieuw beginnen met de volgelingen die Hem trouw blijven op 'de Nieuwe Hemel en de Nieuwe Aarde', als het Hemels Jeruzalem nederdaalt en alle mensen vervuld worden van God. En niemand zal meer ontrouw zijn aan de HERE.....want zij zullen niet meer verleid kunnen worden door 'satan en zijn trawanten', omdat dezen vernietigt worden in de 'Poel der Vuurs'. Een Nieuwe Begin is begonnen; zonder einde, en God zal 'alles in allen' kunnen zijn. En God zal in alle Lof, Eer en Heerlijkheid één in Zijn Schepping.
Zoals vóór het begin 'alles in God' was, zal nu na het einde 'God alles in allen' zijn.
donderdag 17 maart 2011
*19* Jarig
Binnenkort ben ik jarig en word ik 65 jaar ! ! ! Ik hoor je zeggen: 'Gefeliciteerd', Bedankt hoor.
Als je jonger bent dan mij zal je denken: Al zo oud ? ? Dat is al een hele leeftijd.
Als je ouder bent dan mij, denk je waarschijnlijk: Vijfenzestig, Jong nog hoor, Je kunt nog van alles doen.
Zo zie je, leeftijd is subjectief, voor de één is het oud en voor de ander is het jong. en ik weet alleen hoe oud ik mij voel. Misschien is het daarom wel dat er in de Bijbel niets over verjaardagen te lezen valt. Nou ja, op twee verjaardagen na dan en die liepen allebij niet goed af. De enen verjaardag was in de tijd van Jozef. Toen de Koning van Egypte jarig was en de bakker zijn leven daarbij liet, . en de andere in de tijd dat de Here Jezus op aarde was en Johannes de Doper zijn dood vond op de verjaardag van Herodes; de viervorst.
Over de dood lees je veel meer in de Bijbel. Een ritueel dat nu nog steeds in gebruik is bij het Joden dom, is een lampje 24 uur te laten branden op de overlijdens-dag van een geliefd persoon, om zo de herinnering aan 'de ziel' van de persoon levend te houden.
Dit gebruik is waarschijnlijk overgenomen door de Katholieken, die kaarsjes laten branden op de graven van hun geliefden.
Wij laten kaarsjes branden op een verjaardags-taart op een verjaardag. Voor mij zou de taart te groot worden om alle 65 kaarsjes er op te laten branden. Maar Hieperde piep, hoera...wordt er wel gezongen.
En waarschijnlijk ook: 'Lang zal ze leven in de gloria'. Alleen zal dat " Lang leven" toch niet op mijn aardse leven slaan, maar op het Leven na dit leven. Dat 'Leven' duurt lang, daar komt geen einde aan en...het is een Leven in Glorie en Heerlijkheid. Als het mijn tijd wordt om dat Leven aan te vangen zal dit lied van toepassing zijn, en van deze gedachte kan ik nu al genieten.
Als je jonger bent dan mij zal je denken: Al zo oud ? ? Dat is al een hele leeftijd.
Als je ouder bent dan mij, denk je waarschijnlijk: Vijfenzestig, Jong nog hoor, Je kunt nog van alles doen.
Zo zie je, leeftijd is subjectief, voor de één is het oud en voor de ander is het jong. en ik weet alleen hoe oud ik mij voel. Misschien is het daarom wel dat er in de Bijbel niets over verjaardagen te lezen valt. Nou ja, op twee verjaardagen na dan en die liepen allebij niet goed af. De enen verjaardag was in de tijd van Jozef. Toen de Koning van Egypte jarig was en de bakker zijn leven daarbij liet, . en de andere in de tijd dat de Here Jezus op aarde was en Johannes de Doper zijn dood vond op de verjaardag van Herodes; de viervorst.
Over de dood lees je veel meer in de Bijbel. Een ritueel dat nu nog steeds in gebruik is bij het Joden dom, is een lampje 24 uur te laten branden op de overlijdens-dag van een geliefd persoon, om zo de herinnering aan 'de ziel' van de persoon levend te houden.
Dit gebruik is waarschijnlijk overgenomen door de Katholieken, die kaarsjes laten branden op de graven van hun geliefden.
Wij laten kaarsjes branden op een verjaardags-taart op een verjaardag. Voor mij zou de taart te groot worden om alle 65 kaarsjes er op te laten branden. Maar Hieperde piep, hoera...wordt er wel gezongen.
En waarschijnlijk ook: 'Lang zal ze leven in de gloria'. Alleen zal dat " Lang leven" toch niet op mijn aardse leven slaan, maar op het Leven na dit leven. Dat 'Leven' duurt lang, daar komt geen einde aan en...het is een Leven in Glorie en Heerlijkheid. Als het mijn tijd wordt om dat Leven aan te vangen zal dit lied van toepassing zijn, en van deze gedachte kan ik nu al genieten.
dinsdag 15 maart 2011
*18* Dank.
De Bijbel hebben we niet alleen maar om te lezen of Gods Heils Plan te ontdekken voor jezelf en de wereld, maar je vindt er ook prachtige verzen die je je persoonlijk toe mag eigenen. Eén van mijn mooiste verzen vind ik in de Efeze brief, hoofdstuk 3 vers 16 en 17. Van deze verzen heb ik mijn persoonlijke dank-gebed gemaakt, die mij het eerst in gedachten komt, als ik wakker word.
'Vader, ik dank U, dat U mij naar de rijkdom van Uw Heerlijkheid vult en versterkt met de kracht van Uw Geest in mijn innerlijke mens, opdat Christus door het geloof in mijn hart kan wonen en ik vandaag gefundeerd en geworteld ben in de liefde.'
Om deze kracht hoef ik niet elke dag te vragen. Ik weet dat ze mij gegeven zijn. Net zo als ik weet dat ik volkomen vergeven ben door de genade van God, en niet elke dag om vergeving vraag.
Geloven is een 'zeker weten'. Als kind vroeg ik ook niet elke dag aan mijn vader of hij van mij wilde houden, ik wist dat hij van mij hield. Mijn vragen is 'danken' geworden.
Dat de Geest 'mijn innerlijke mens' verterkt hoort misschien wat raar. Wij zeggen dat onze innerlijke mens versterk is als we lekker gegeten hebben, maar dan....hebben we juist onze uiterlijke- mens versterkt.
Onze innerlijk- mens zijn onze gedachten; ons denken, waar we de beslisslingen van de dag mee maken. God geeft ons 'Zijn kracht' om ons leven aan te kunnen; de wereld te zien door Zijn ogen en niet door ons eigen klein geestelijk denken. Je afvragend: 'zou Christus zich thuis voelen in mijn hart ?'
Elke dag neem je tientallen beslissingen, zal ik dit doen of dat?, ga ik links of rechts?, zal ik die persoon groeten of loop ik door? Denijs van Zuijlekom zei altijd: dat we ons moesten afvragen: 'Heer, wat wilt Gij dat ik doen zal ?' 'Onze 'attituut' moet veranderen' zie hij dan. Onze liefde voor onze medemens ( want daar gaat het om) moet wortel krijgen in Gods liefde voor ons. Hij heeft een fundament in ons hart gelegd. De kracht die God ons gegeven heeft is naar 'Zijn rijkdom van Heerlijkheid', en wij mogen nu al iets van de Heerlijkheid van God laten zien, door de ( geestelijke) 'kracht' die Hij ons wil geven.
God te danken voor Zijn rijkdom van Heerlijkheid en zijn Woorden te overdenken op de vroege morgen, geeft mij kracht voor de hele dag.
'Vader, ik dank U, dat U mij naar de rijkdom van Uw Heerlijkheid vult en versterkt met de kracht van Uw Geest in mijn innerlijke mens, opdat Christus door het geloof in mijn hart kan wonen en ik vandaag gefundeerd en geworteld ben in de liefde.'
Om deze kracht hoef ik niet elke dag te vragen. Ik weet dat ze mij gegeven zijn. Net zo als ik weet dat ik volkomen vergeven ben door de genade van God, en niet elke dag om vergeving vraag.
Geloven is een 'zeker weten'. Als kind vroeg ik ook niet elke dag aan mijn vader of hij van mij wilde houden, ik wist dat hij van mij hield. Mijn vragen is 'danken' geworden.
Dat de Geest 'mijn innerlijke mens' verterkt hoort misschien wat raar. Wij zeggen dat onze innerlijke mens versterk is als we lekker gegeten hebben, maar dan....hebben we juist onze uiterlijke- mens versterkt.
Onze innerlijk- mens zijn onze gedachten; ons denken, waar we de beslisslingen van de dag mee maken. God geeft ons 'Zijn kracht' om ons leven aan te kunnen; de wereld te zien door Zijn ogen en niet door ons eigen klein geestelijk denken. Je afvragend: 'zou Christus zich thuis voelen in mijn hart ?'
Elke dag neem je tientallen beslissingen, zal ik dit doen of dat?, ga ik links of rechts?, zal ik die persoon groeten of loop ik door? Denijs van Zuijlekom zei altijd: dat we ons moesten afvragen: 'Heer, wat wilt Gij dat ik doen zal ?' 'Onze 'attituut' moet veranderen' zie hij dan. Onze liefde voor onze medemens ( want daar gaat het om) moet wortel krijgen in Gods liefde voor ons. Hij heeft een fundament in ons hart gelegd. De kracht die God ons gegeven heeft is naar 'Zijn rijkdom van Heerlijkheid', en wij mogen nu al iets van de Heerlijkheid van God laten zien, door de ( geestelijke) 'kracht' die Hij ons wil geven.
God te danken voor Zijn rijkdom van Heerlijkheid en zijn Woorden te overdenken op de vroege morgen, geeft mij kracht voor de hele dag.
maandag 14 maart 2011
*17* Een slaaf.
Het is al heel wat jaren geleden dat ik gaatjes in mijn oren heb laten zetten. Ik dacht toen dat ik er mooier, knapper, meer aantrekkelijker uit zou zien, als ik mijn hoofd zou vesieren met schitterende kleurige bellen.
(Puur ijderheid dus) In de loop der jaren had ik er dan ook een hele collectie van. De oorbellen heb ik al lang niet meer, maar nog wel de gaatjes in mijn oren....
Het hebben van gaatjes komt ook in de Bijbel voor. Rond de tijd van het begin van onze jaartelling hadden veel mannen gaatjes in hun oren, niet om hun gezicht te versieren, maar als een teken naar de mensen toe. Het teken dat zij een vrijgelaten slaaf waren. Als een slaaf die gewerkt had in een gezin door de vriendelijkheid van zijn meester vrij kwam, kon hij besluiten in het gezin te blijven werken, en aan een ritueel deel mee te nemen, als teken van loyaliteit aan zijn meeester. Het oor van de slaaf werd dan tegen de deurpost gedrukt en met een priem werd hij aan het huis vast geklonken door zijn oorlel. De priem werd er weer uitgenomen en iedereen kon nu aan de gaatjes in zijn oren zien dat hij een vrijgelaten slaaf was. De mensen die het gat in zijn oor zagen, begrepen dat hij een gulle en vriendelijke meester moet hebben gehad en dat hij er nu vrijwillig voor gekozen had deze meester te blijven dienen.
We kunnen de toestand van de slaaf vergelijken met onze verhouding tot God.
Wij waren toen wij nog niet bewust gekozen hadden om Christus als onze Heer en Heiland aan te nemen, een slaaf van de zonde; een slaaf van de boze. De verkeerde dingen die we deden of dachten kwamen onder het beheer van de satan, want hij is de overste ( de heer) van deze wereld. ( en hij wilde ons wel helpen er nog meer te maken) Wij waren ons niet bewust dat wij slaven waren en leefden ons leven als ieder ander mens op aarde. Door genade hebben wij in ons leven, onze Heiland leren kennen, en zo zijn we van de ene slavernij ( van satan) gekomen in de andere slavernij. We zijn slaaf geworden van onze Heer en Heiland Christus Jezus.
Wat nou zo mooi is dat de liefdevolle en gulle God ons direct in de vrijheid heeft gezet. Wij mogen Hem vrijwillig volgen. Hij eist niets van ons. Het is zelfs zo, dat wij niets voor Hem kunnen doen, Wij kunnen Hem niet bahagen door te menen dat wij voor Hem kunnen werken. Christus Jezus heeft aan het kruis reeds alles volbracht en dat is het enige dat wij in geloof moeten erkennen en voor kunnen danken.
Nee... wij hoefden voor deze vrijheid geen gaatjes in de oren. Wij weten dat wij verzegeld zijn met de Heilige Geest der belofte, die een onderpand is van de erfenis, dat wij uit genade van God hebben ontvangen.
Als ik voor de spiegel sta en kijk naar de gaatjes in mijn oren ( die wonderbaar, al die jaren niet dicht gegroeid zijn), zie ik mij zelf als een 'vrijwillige slaaf' in het huisgezin van God.
(Puur ijderheid dus) In de loop der jaren had ik er dan ook een hele collectie van. De oorbellen heb ik al lang niet meer, maar nog wel de gaatjes in mijn oren....
Het hebben van gaatjes komt ook in de Bijbel voor. Rond de tijd van het begin van onze jaartelling hadden veel mannen gaatjes in hun oren, niet om hun gezicht te versieren, maar als een teken naar de mensen toe. Het teken dat zij een vrijgelaten slaaf waren. Als een slaaf die gewerkt had in een gezin door de vriendelijkheid van zijn meester vrij kwam, kon hij besluiten in het gezin te blijven werken, en aan een ritueel deel mee te nemen, als teken van loyaliteit aan zijn meeester. Het oor van de slaaf werd dan tegen de deurpost gedrukt en met een priem werd hij aan het huis vast geklonken door zijn oorlel. De priem werd er weer uitgenomen en iedereen kon nu aan de gaatjes in zijn oren zien dat hij een vrijgelaten slaaf was. De mensen die het gat in zijn oor zagen, begrepen dat hij een gulle en vriendelijke meester moet hebben gehad en dat hij er nu vrijwillig voor gekozen had deze meester te blijven dienen.
We kunnen de toestand van de slaaf vergelijken met onze verhouding tot God.
Wij waren toen wij nog niet bewust gekozen hadden om Christus als onze Heer en Heiland aan te nemen, een slaaf van de zonde; een slaaf van de boze. De verkeerde dingen die we deden of dachten kwamen onder het beheer van de satan, want hij is de overste ( de heer) van deze wereld. ( en hij wilde ons wel helpen er nog meer te maken) Wij waren ons niet bewust dat wij slaven waren en leefden ons leven als ieder ander mens op aarde. Door genade hebben wij in ons leven, onze Heiland leren kennen, en zo zijn we van de ene slavernij ( van satan) gekomen in de andere slavernij. We zijn slaaf geworden van onze Heer en Heiland Christus Jezus.
Wat nou zo mooi is dat de liefdevolle en gulle God ons direct in de vrijheid heeft gezet. Wij mogen Hem vrijwillig volgen. Hij eist niets van ons. Het is zelfs zo, dat wij niets voor Hem kunnen doen, Wij kunnen Hem niet bahagen door te menen dat wij voor Hem kunnen werken. Christus Jezus heeft aan het kruis reeds alles volbracht en dat is het enige dat wij in geloof moeten erkennen en voor kunnen danken.
Nee... wij hoefden voor deze vrijheid geen gaatjes in de oren. Wij weten dat wij verzegeld zijn met de Heilige Geest der belofte, die een onderpand is van de erfenis, dat wij uit genade van God hebben ontvangen.
Als ik voor de spiegel sta en kijk naar de gaatjes in mijn oren ( die wonderbaar, al die jaren niet dicht gegroeid zijn), zie ik mij zelf als een 'vrijwillige slaaf' in het huisgezin van God.
zaterdag 12 maart 2011
*16* Waarom ? !
Verhaal:
Een man had schipbreuk geleden en spoelde aan op een onbewoont eiland. Na een zekere tijd had hij voor zich zelf een prachtige hut gebouwd, waar hij heel tevreden mee was. Toen hij op een dag en het bos was om eten te halen, zag hij een rook-pluim en hij wist dat dat zijn huis was; in brand. Die nacht sliep hij op het strand en had het koud. Hij beklaagde zich bij God: 'Waarom, God, heeft U mij mijn huis afgepakt, na dat u mij schip-breuk hebt laten lijden ? Waarom, God ?' Hij was boos ! Een dag later zag hij een schip aan de kust en toen hij vroeg aan de kapitein, 'Hoe hebben jullie mij gevonden?' Zei de kapitein: 'We zagen je rook-signalen en zijn gekomen om je te redden.'
Soms gebeuren er dingen in ons leven die leuk zijn en waar we van genieten en soms gebeuren er vervelende, ingrijpende dingen, die het leven op de kop zetten. En als we daar midden in zitten vragen we ons af of het ooit nog weer goed komt. Het kan als een dichte deken op ons vallen, en je gedachten vokomen beheersen.
En de waarom vraag kan dan ook bij ons naar boven komen. Wij kijken tegen onze moeilijkheden aan en kunnen er niet overheen kijken hoe het afloopt . Er is maar één die dat wel kan: God overziet ons leven van de boven kant. Hij kijkt heel anders naar onze problemen dan wij. Hij laat het toe dat ons leven niet altijd van een leien dakje gaat. Hij grijpt niet ( rechtstreeks) in, om ons van ons lijden te verlossen. Hij kan zelfs onze moeilijkheden gebruiken om ons op de weg naar Hem te zetten. En ik moet toegeven dat alle moeilijkheden die ik in mijn leven heb moeten ondervinden, mij gebracht hebben op de plaats, waar ik nu ben in Gods Plan. Achter af kijkend heb ik dingen los moeten laten in mijn leven, die toen pijn deden, maar mij nu dichter bij God gebracht hebben. Welke keuze we ook maken in ons leven, God kan elke situatie gebruiken om ons te trekken. Eén ding weet ik: Wat er ook gebeurd, het eindigd altijd bij Hem.
Soms hebben we geluk en soms tegenslag, (net zo als ieder ander mens), maar wij mogen weten dat God aan onze kant staat en met ons mee lijdt en kracht geeft als dat nodig is. Onze zekerheid ligt niet op aarde, maar bij Christus, verborgen in God.
Een man had schipbreuk geleden en spoelde aan op een onbewoont eiland. Na een zekere tijd had hij voor zich zelf een prachtige hut gebouwd, waar hij heel tevreden mee was. Toen hij op een dag en het bos was om eten te halen, zag hij een rook-pluim en hij wist dat dat zijn huis was; in brand. Die nacht sliep hij op het strand en had het koud. Hij beklaagde zich bij God: 'Waarom, God, heeft U mij mijn huis afgepakt, na dat u mij schip-breuk hebt laten lijden ? Waarom, God ?' Hij was boos ! Een dag later zag hij een schip aan de kust en toen hij vroeg aan de kapitein, 'Hoe hebben jullie mij gevonden?' Zei de kapitein: 'We zagen je rook-signalen en zijn gekomen om je te redden.'
Soms gebeuren er dingen in ons leven die leuk zijn en waar we van genieten en soms gebeuren er vervelende, ingrijpende dingen, die het leven op de kop zetten. En als we daar midden in zitten vragen we ons af of het ooit nog weer goed komt. Het kan als een dichte deken op ons vallen, en je gedachten vokomen beheersen.
En de waarom vraag kan dan ook bij ons naar boven komen. Wij kijken tegen onze moeilijkheden aan en kunnen er niet overheen kijken hoe het afloopt . Er is maar één die dat wel kan: God overziet ons leven van de boven kant. Hij kijkt heel anders naar onze problemen dan wij. Hij laat het toe dat ons leven niet altijd van een leien dakje gaat. Hij grijpt niet ( rechtstreeks) in, om ons van ons lijden te verlossen. Hij kan zelfs onze moeilijkheden gebruiken om ons op de weg naar Hem te zetten. En ik moet toegeven dat alle moeilijkheden die ik in mijn leven heb moeten ondervinden, mij gebracht hebben op de plaats, waar ik nu ben in Gods Plan. Achter af kijkend heb ik dingen los moeten laten in mijn leven, die toen pijn deden, maar mij nu dichter bij God gebracht hebben. Welke keuze we ook maken in ons leven, God kan elke situatie gebruiken om ons te trekken. Eén ding weet ik: Wat er ook gebeurd, het eindigd altijd bij Hem.
Soms hebben we geluk en soms tegenslag, (net zo als ieder ander mens), maar wij mogen weten dat God aan onze kant staat en met ons mee lijdt en kracht geeft als dat nodig is. Onze zekerheid ligt niet op aarde, maar bij Christus, verborgen in God.
donderdag 10 maart 2011
*15* Onze zegeningen
In God Woord lezen we dat wij 'gezegend zijn met alle geestelijke zegeningen in het Over-Hemelse, gezegend in Christus
Niet een paar zegeningen, enkele, of allerlei, ..... nee, God geeft ons alle zegeningen die Hij een gelovige kan geven. Deze zegeningen zijn geestelijk van aard. Dat houdt in dat ik ze niet kan zien, ruiken of aanraken. Het zijn de zegeningen, die de voorrechten vormen van ons 'Hemels Burgerschap' en we mogen ze ons nu reeds toe eigenen. Ze komen in ons bezit of we kunnen ze ervaren, als we leven in de sfeer van veréénzelviging met Christus.
Als je blijft bij de natuurlijke dingen van de aarde, zul je niets ervaren van deze rijke zegenigen.
Over deze zegeningen lezen we in de brief aan Efeze in het eerst hoodstuk; de verzen 3 tot 14.
Het zijn belangrijke verzen uit de Bijbel, omdat de verdere brief en de brieven die later nog door Paulus geschreven zijn eigenlijk een uitleg zijn van deze 7 zegeningen.
De eerste zegen is: dat we met Christus uitverkoren zijn, al vóór de nederwerping van de Kosmos.
God heeft ons al 'in Christus' uitgekozen voordat de eerste mens op aarde wandelde.
De tweede zegen is: dat wij bestemd zijn als 'zonen' van de Vader.
Hij heeft ons geadopteerd en ons een zoonsplaats gegeven in Christus.
Wij zijn tot lof van de Heerlijkheid van 'Gods genade', die wij hebben ontvangen in de Geliefde (= Christus)
God heeft ons begenadigd in Christus, en een rijkdom van genade is over ons gekomen.
De vierde zegen is: dat wij de volkomen verlossing hebben ontvangen door het bloed van onze Heer en Heiland Jezus Christus, en dat onze overtredingen (zonden) vergeven zijn door de rijkdom van Zijn genade.
God heeft onze fouten van gisteren, van vandaag, en wat we morgen nog zouden doen volkomen weggedaan. Dankbaarheid is ons antwoord hierop.
Het is een teken van ongeloof als we zouden vragen ( b.v. in het Onze Vader) of Hij onze zonden wil vergeven, terwijl we weten dat hij al onze zonden reeds weg heeft gedaan.
Wij mogen de verborgenheid van Gods wil kennen; dat is de vijfde zegen. Hiervoor geeft hij ons helder inzicht (= epi-gnoosis) gegeven, om het Plan dat God Zich voorgenomen heeft te ontdekken.
Dit is Gods Heils Plan dat zijn volheid zal krijgen in de eind-tijd en waar wij nu reeds gezegend zijn.
De zesde zegen zegt: dat wij in Christus het erfdeel ( de erfenis) hebben onstvangen. Wij mogen delen in de erfenis die Christus toekomt en zijn nu reeds verborgen met Christus in God in het Over-Hemelse, opdat wij zouden zijn tot lof en eer van Zijn Heerlijkhied.
De laatste zegen verteld ons dat wij in Christus, verzegeld zijn met de 'Heilige Geest der Belofte'.
Deze verzegeling geeft ons de zekerheid op ons toekomstig 'Hemels Leven' en de Heilige Geest geeft ons 'kracht' in ons dagleijks leven. Wij mogen bidden om met 'kracht' gesterkt te worden door de Geest van God in ons denken, opdat Christus door het geloof in ons hart woning make ( Efz. 3: 24-17). Het is niet zo dat de 'Heilige Geest' in ons komt, dat zou onmogelijk zijn, omdat de Heilige Geest: God Zelf is, maar we worden gevuld met: 'heilige geest'( kracht) in onze geest.
Deze 7 zegeningen zijn ons deel geworden, en met de verzegeling van de Heilige Geest, zijn wij veilig in Gods hand en voor altijd verborgen in zijn Liefde.
Niet een paar zegeningen, enkele, of allerlei, ..... nee, God geeft ons alle zegeningen die Hij een gelovige kan geven. Deze zegeningen zijn geestelijk van aard. Dat houdt in dat ik ze niet kan zien, ruiken of aanraken. Het zijn de zegeningen, die de voorrechten vormen van ons 'Hemels Burgerschap' en we mogen ze ons nu reeds toe eigenen. Ze komen in ons bezit of we kunnen ze ervaren, als we leven in de sfeer van veréénzelviging met Christus.
Als je blijft bij de natuurlijke dingen van de aarde, zul je niets ervaren van deze rijke zegenigen.
Over deze zegeningen lezen we in de brief aan Efeze in het eerst hoodstuk; de verzen 3 tot 14.
Het zijn belangrijke verzen uit de Bijbel, omdat de verdere brief en de brieven die later nog door Paulus geschreven zijn eigenlijk een uitleg zijn van deze 7 zegeningen.
De eerste zegen is: dat we met Christus uitverkoren zijn, al vóór de nederwerping van de Kosmos.
God heeft ons al 'in Christus' uitgekozen voordat de eerste mens op aarde wandelde.
De tweede zegen is: dat wij bestemd zijn als 'zonen' van de Vader.
Hij heeft ons geadopteerd en ons een zoonsplaats gegeven in Christus.
Wij zijn tot lof van de Heerlijkheid van 'Gods genade', die wij hebben ontvangen in de Geliefde (= Christus)
God heeft ons begenadigd in Christus, en een rijkdom van genade is over ons gekomen.
De vierde zegen is: dat wij de volkomen verlossing hebben ontvangen door het bloed van onze Heer en Heiland Jezus Christus, en dat onze overtredingen (zonden) vergeven zijn door de rijkdom van Zijn genade.
God heeft onze fouten van gisteren, van vandaag, en wat we morgen nog zouden doen volkomen weggedaan. Dankbaarheid is ons antwoord hierop.
Het is een teken van ongeloof als we zouden vragen ( b.v. in het Onze Vader) of Hij onze zonden wil vergeven, terwijl we weten dat hij al onze zonden reeds weg heeft gedaan.
Wij mogen de verborgenheid van Gods wil kennen; dat is de vijfde zegen. Hiervoor geeft hij ons helder inzicht (= epi-gnoosis) gegeven, om het Plan dat God Zich voorgenomen heeft te ontdekken.
Dit is Gods Heils Plan dat zijn volheid zal krijgen in de eind-tijd en waar wij nu reeds gezegend zijn.
De zesde zegen zegt: dat wij in Christus het erfdeel ( de erfenis) hebben onstvangen. Wij mogen delen in de erfenis die Christus toekomt en zijn nu reeds verborgen met Christus in God in het Over-Hemelse, opdat wij zouden zijn tot lof en eer van Zijn Heerlijkhied.
De laatste zegen verteld ons dat wij in Christus, verzegeld zijn met de 'Heilige Geest der Belofte'.
Deze verzegeling geeft ons de zekerheid op ons toekomstig 'Hemels Leven' en de Heilige Geest geeft ons 'kracht' in ons dagleijks leven. Wij mogen bidden om met 'kracht' gesterkt te worden door de Geest van God in ons denken, opdat Christus door het geloof in ons hart woning make ( Efz. 3: 24-17). Het is niet zo dat de 'Heilige Geest' in ons komt, dat zou onmogelijk zijn, omdat de Heilige Geest: God Zelf is, maar we worden gevuld met: 'heilige geest'( kracht) in onze geest.
Deze 7 zegeningen zijn ons deel geworden, en met de verzegeling van de Heilige Geest, zijn wij veilig in Gods hand en voor altijd verborgen in zijn Liefde.
dinsdag 8 maart 2011
*14* Ons gebed:
Dit is ons gebed:
Dat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der Heerlijkheid, ons geve een geest van wijsheid en van openbaring in Zijn Woord om Hem recht te kennen: ( zie het blog van zondag 6 maart over: recht snijden).... dat de ogen van ons verstand verlicht mogen worden, zodat we mogen weten wat de Hoop van Zijn roeping is en hoe rijk de Heerlijkheid is van Zijn erfdeel in het Heilige ( waar Christus is) en hoe overweldigend groot Zijn kracht is voor ons, die geloven, dit naar de werking van de sterkte van zijn macht, die Hij heeft uitgewerkt in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan Zijn rechterhand ( in Zijn macht) in de Hemelse gewesten ( in het Over-Hemelse) ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt, niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw (= aioon). En Hij heeft alles onder Zijn voeten gesteld en Hem als Hoofd boven al wat is, gegeven aan de Gemeente, die Zijn Lichaam is, met de volheid van Hem, die dit alles in allen volmaakt.
Efeze 1: 17-23.
Dat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der Heerlijkheid, ons geve een geest van wijsheid en van openbaring in Zijn Woord om Hem recht te kennen: ( zie het blog van zondag 6 maart over: recht snijden).... dat de ogen van ons verstand verlicht mogen worden, zodat we mogen weten wat de Hoop van Zijn roeping is en hoe rijk de Heerlijkheid is van Zijn erfdeel in het Heilige ( waar Christus is) en hoe overweldigend groot Zijn kracht is voor ons, die geloven, dit naar de werking van de sterkte van zijn macht, die Hij heeft uitgewerkt in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan Zijn rechterhand ( in Zijn macht) in de Hemelse gewesten ( in het Over-Hemelse) ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt, niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw (= aioon). En Hij heeft alles onder Zijn voeten gesteld en Hem als Hoofd boven al wat is, gegeven aan de Gemeente, die Zijn Lichaam is, met de volheid van Hem, die dit alles in allen volmaakt.
Efeze 1: 17-23.
maandag 7 maart 2011
*13* Lijden.
Een verhaal:
'Op een dag was een Rabbi met zijn leerlingen op een heuvel buiten een stadje, aan het picknicken en ze keken uit over de stad. Toen ze daar waren, kwamen er een heleboel mensen de stad in gestormd; (mensen die de Joden haatten), en ze begonnen iedereen te vermoorden; zelfs de vrouwen en kinderen.
De Rabbi en zijn leerlingen zagen alles gebeuren. De Rabbi zei : 'Ik wou dat ik God was'.
Eén van zijn studenten zei: 'Als u God was, wat zou u anders gedaan hebben ?'
De Rabbi antwoordde: 'Als ik God was, zou ik niets anders gedaan hebben. Als ik God was, zou ik het begrijpen.'
Het dilemma van de mens is, dat ze het lijden willen begrijpen, want als je het begrijpt, kun je het een plekje geven. Als je weet waarom iets gebeurd, kun je er vrede mee hebben en is het minder erg.
Maar er wordt ons geen inzicht gegeven in het lijden van de mens.
In een boekje over 'het lijden' las ik eens: 'Lijden is...als tijd en toeval elkaar treffen'.
In onze tijd waarin 'satan de god van deze eeuw' ( Kor. 4: 4 ) is, beheerst chaos de boventoon.
Er gebeuren ons dingen die we als mens, niet in de hand hebben en als gelovigen, zijn wij niet beschermd tegen het onheil van de wereld en tegen het lijden van de mens;... al dachten we daar vroeger anders over. Toen ik nog maar net tot geloof gekomen was, overkwam mij, (net als voor die tijd) vervelende dingen, Zoals mij geleerd was ging ik dan bidden tot God om Hem te vetellen, wat Hij er aan zou kunnen doen.
Nu wij 'volwassen in geloof' zijn, weten we dat God niet ingrijpt in ons leven en ons niet behoed voor ongemakken of lijden. Toch vertrouwen we er op dat God in ons leven aanwezig is en onze gedachten kan beïnvloeden en zo ook met ons lijden kan meevoelen.
Hij heeft ons de 'kracht van de Heilige Geest' gegeven, om moeilijkheden te doorstaan.
Het leven en het lijden, moeten we zien in het 'geestelijk Hemels persectief', en daarom is de opmerking dat 'lijden het gevolg is van toeval en tijd' niet voor ons helemaal meer van toepassing..
Als ons in het leven iets overkomt, weten we dat het God gepasseerd heeft. Hij weet er van, al zal Hij niet ingrijpen. Hij laat ons de gevolgen ondergaan van onze verkeerde beslissingen, of de verkeerde beslissingen van andere mensen. Hij laat ons ( net als andere mensen) de gevolgen van natuur rampen en geweld in de wereld ondergaan.
Toen een paar jaar geleden de vreselijke tsunami plaats vond in 2004, en de aardbeving in Haiti vroegen veel 'vooraanstaande' christenen zich af, waarom God dit allemaal had laten gebeuren. En inderdaad met één knip met Zijn vinger had Hij dit kunnen voorkomen.
Hieruit blijkt toch weer hoe weinig inzicht sommige gelovigen van de Bijbel hebben.
Al in de eerst hoofdstukken van het boek: Job, lezen we over de invloed van 'satan' over de wereld.
God heeft deze macht aan satan gegeven, en.... deze macht heeft hij nog steeds, in de wereld en over ons leven.
God laat het toe, niet om ons te plagen, maar misschien wel om te ontdekken wat er in ons hart leeft.
In de Bijbel staat dat wij krachtig in de Here moeten zijn en in de sterkte van Zijn macht.
God heeft ons niet met lege handen achter gelaten. Hij heeft ons 'al de wapenen-Gods' gegeven: de Wapenrusting van God.
In Efeze 6: 10- lezen we hoe we de aanvallen van deze 'boze machten' kunnen weerstaan.
Ik wil het lijden niet bagatelliseren. Als lijden je overkomt ( lichamelijk of geestelijk) is dat een verschrikkelijke ervaring, die heel je leven kan beheersen, en alle vreugde uit het leven weg neemt, maar toch mogen we steeds beseffen, dat er een Hemelse Hoop voor ons is weggelegd.
Deze Hoop is onze zekerheid (zelfs over de dood heen) en verankerd in Gods wil, in zijn Welbehagen en in Zijn beloften.
In de Bijbel vinden we deze tekst: Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegende Heerlijkheid, die over ons geopenbaart zal worden. ( Rom. 8:18).
'Op een dag was een Rabbi met zijn leerlingen op een heuvel buiten een stadje, aan het picknicken en ze keken uit over de stad. Toen ze daar waren, kwamen er een heleboel mensen de stad in gestormd; (mensen die de Joden haatten), en ze begonnen iedereen te vermoorden; zelfs de vrouwen en kinderen.
De Rabbi en zijn leerlingen zagen alles gebeuren. De Rabbi zei : 'Ik wou dat ik God was'.
Eén van zijn studenten zei: 'Als u God was, wat zou u anders gedaan hebben ?'
De Rabbi antwoordde: 'Als ik God was, zou ik niets anders gedaan hebben. Als ik God was, zou ik het begrijpen.'
Het dilemma van de mens is, dat ze het lijden willen begrijpen, want als je het begrijpt, kun je het een plekje geven. Als je weet waarom iets gebeurd, kun je er vrede mee hebben en is het minder erg.
Maar er wordt ons geen inzicht gegeven in het lijden van de mens.
In een boekje over 'het lijden' las ik eens: 'Lijden is...als tijd en toeval elkaar treffen'.
In onze tijd waarin 'satan de god van deze eeuw' ( Kor. 4: 4 ) is, beheerst chaos de boventoon.
Er gebeuren ons dingen die we als mens, niet in de hand hebben en als gelovigen, zijn wij niet beschermd tegen het onheil van de wereld en tegen het lijden van de mens;... al dachten we daar vroeger anders over. Toen ik nog maar net tot geloof gekomen was, overkwam mij, (net als voor die tijd) vervelende dingen, Zoals mij geleerd was ging ik dan bidden tot God om Hem te vetellen, wat Hij er aan zou kunnen doen.
Nu wij 'volwassen in geloof' zijn, weten we dat God niet ingrijpt in ons leven en ons niet behoed voor ongemakken of lijden. Toch vertrouwen we er op dat God in ons leven aanwezig is en onze gedachten kan beïnvloeden en zo ook met ons lijden kan meevoelen.
Hij heeft ons de 'kracht van de Heilige Geest' gegeven, om moeilijkheden te doorstaan.
Het leven en het lijden, moeten we zien in het 'geestelijk Hemels persectief', en daarom is de opmerking dat 'lijden het gevolg is van toeval en tijd' niet voor ons helemaal meer van toepassing..
Als ons in het leven iets overkomt, weten we dat het God gepasseerd heeft. Hij weet er van, al zal Hij niet ingrijpen. Hij laat ons de gevolgen ondergaan van onze verkeerde beslissingen, of de verkeerde beslissingen van andere mensen. Hij laat ons ( net als andere mensen) de gevolgen van natuur rampen en geweld in de wereld ondergaan.
Toen een paar jaar geleden de vreselijke tsunami plaats vond in 2004, en de aardbeving in Haiti vroegen veel 'vooraanstaande' christenen zich af, waarom God dit allemaal had laten gebeuren. En inderdaad met één knip met Zijn vinger had Hij dit kunnen voorkomen.
Hieruit blijkt toch weer hoe weinig inzicht sommige gelovigen van de Bijbel hebben.
Al in de eerst hoofdstukken van het boek: Job, lezen we over de invloed van 'satan' over de wereld.
God heeft deze macht aan satan gegeven, en.... deze macht heeft hij nog steeds, in de wereld en over ons leven.
God laat het toe, niet om ons te plagen, maar misschien wel om te ontdekken wat er in ons hart leeft.
In de Bijbel staat dat wij krachtig in de Here moeten zijn en in de sterkte van Zijn macht.
God heeft ons niet met lege handen achter gelaten. Hij heeft ons 'al de wapenen-Gods' gegeven: de Wapenrusting van God.
In Efeze 6: 10- lezen we hoe we de aanvallen van deze 'boze machten' kunnen weerstaan.
Ik wil het lijden niet bagatelliseren. Als lijden je overkomt ( lichamelijk of geestelijk) is dat een verschrikkelijke ervaring, die heel je leven kan beheersen, en alle vreugde uit het leven weg neemt, maar toch mogen we steeds beseffen, dat er een Hemelse Hoop voor ons is weggelegd.
Deze Hoop is onze zekerheid (zelfs over de dood heen) en verankerd in Gods wil, in zijn Welbehagen en in Zijn beloften.
In de Bijbel vinden we deze tekst: Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegende Heerlijkheid, die over ons geopenbaart zal worden. ( Rom. 8:18).
zondag 6 maart 2011
*12* Recht snijden.
Als een arbeider op het land die 'rechte voren trekt' om zijn land te verdelen, zo wordt dit van ons gevraagd te doen bij het bestuderen van het 'Woord der waarheid'. ( 2 Timotheüs 2: 15)
Het is voor een boer erg lastig om overal verschillende stukken grond te hebben om te bewerken. Het is echt moeilijk om een perseeltje aardappels te rooiien tussen een land met mais. Veel praktischer is het om al de grond bij elkaar te hebben, en het land te verdelen in rechte stukken zodat duidelijk is waar het land van de buurman begint.
Zo is het ook met het Woord, zegt de Bijbel. Alles uit het 'Woord van God' is ons ter lering gegeven en is nuttig, maar niet alles in Gods Woord gaat over ons. ( 2 Timotheüs 3: 16) Als gelovigen van de 'Bedeling der Verborgenheid'. (= het Evengelie van de onnaspeurlijke rijkdom van Christus:....de Bediening van het Geheimenis, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God. Efeze 3 vers 9). hebben de laatste brieven van Paulus de belangrijkste boodschap voor ons als gelovigen van deze tijd.
Natuurlijk is het goed kracht te putten uit de Psalmen, maar we moeten in het achterhoofd houden dat het in de Psalmen niet over ons gaat, maar over het Volk van Israël: Gods Volk en dat het in de Psalmen hoofdzakelijk gaat over Christus.
Natuurlijk is het goed het leven van de Here Jezus te bestuderen in de Evangeliën, maar we moeten beseffen dat God niet van ons vraagt heilig en onberispelijk te leven om zo het Koninkrijk te beërven, maar dat we beseffen dat we in God ogen reeds heilig en onberispelij zijn door Zijn genade.
Natuurlijk is het goed in Openbaring te lezen, om te zien wat er in de toekomst zal geschieden, maar we moeten beseffen dat de 'grote verdrukking' niet over ons komt, maar over het Land van God: Israël en de landen rond om.
In de Bijbel gaat het over verschillende groepen mensen, in verschillende tijden en bedelingen.
Gods Plan met Israël als Volk is geheel anders dan Gods bedoelingen met 'de Gemeente', die 'Zijn Lichaam' is in onze tijd.
We moeten onderscheid maken in 'Gods Woord': wie het heeft geschreven, aan wie het is gericht, op welke tijd het betrekking heeft en waarom het geschreven is.
Hier is 'helder inzicht' (Grieks: epi-gnoosis) voor nodig. dit is de 'kennis van Boven'; dat is kennis, die gericht is op God en niet op ons verstand.
In Efz. 1: 7, 4:13, Col. 1: 9, 3: 10, en in Filp. 1: 9, kunnen we lezen over deze 'epi-gnoosis'.
Om deze 'Boven-kennis' mogen we bidden, want God 'wenst', dat een ieder zich tot 'erkentenis der Waarheid' zal keren. ( 2Tim. 2: 25).
Het is voor een boer erg lastig om overal verschillende stukken grond te hebben om te bewerken. Het is echt moeilijk om een perseeltje aardappels te rooiien tussen een land met mais. Veel praktischer is het om al de grond bij elkaar te hebben, en het land te verdelen in rechte stukken zodat duidelijk is waar het land van de buurman begint.
Zo is het ook met het Woord, zegt de Bijbel. Alles uit het 'Woord van God' is ons ter lering gegeven en is nuttig, maar niet alles in Gods Woord gaat over ons. ( 2 Timotheüs 3: 16) Als gelovigen van de 'Bedeling der Verborgenheid'. (= het Evengelie van de onnaspeurlijke rijkdom van Christus:....de Bediening van het Geheimenis, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God. Efeze 3 vers 9). hebben de laatste brieven van Paulus de belangrijkste boodschap voor ons als gelovigen van deze tijd.
Natuurlijk is het goed kracht te putten uit de Psalmen, maar we moeten in het achterhoofd houden dat het in de Psalmen niet over ons gaat, maar over het Volk van Israël: Gods Volk en dat het in de Psalmen hoofdzakelijk gaat over Christus.
Natuurlijk is het goed het leven van de Here Jezus te bestuderen in de Evangeliën, maar we moeten beseffen dat God niet van ons vraagt heilig en onberispelijk te leven om zo het Koninkrijk te beërven, maar dat we beseffen dat we in God ogen reeds heilig en onberispelij zijn door Zijn genade.
Natuurlijk is het goed in Openbaring te lezen, om te zien wat er in de toekomst zal geschieden, maar we moeten beseffen dat de 'grote verdrukking' niet over ons komt, maar over het Land van God: Israël en de landen rond om.
In de Bijbel gaat het over verschillende groepen mensen, in verschillende tijden en bedelingen.
Gods Plan met Israël als Volk is geheel anders dan Gods bedoelingen met 'de Gemeente', die 'Zijn Lichaam' is in onze tijd.
We moeten onderscheid maken in 'Gods Woord': wie het heeft geschreven, aan wie het is gericht, op welke tijd het betrekking heeft en waarom het geschreven is.
Hier is 'helder inzicht' (Grieks: epi-gnoosis) voor nodig. dit is de 'kennis van Boven'; dat is kennis, die gericht is op God en niet op ons verstand.
In Efz. 1: 7, 4:13, Col. 1: 9, 3: 10, en in Filp. 1: 9, kunnen we lezen over deze 'epi-gnoosis'.
Om deze 'Boven-kennis' mogen we bidden, want God 'wenst', dat een ieder zich tot 'erkentenis der Waarheid' zal keren. ( 2Tim. 2: 25).
vrijdag 4 maart 2011
*11* Het Koninkrijk.
Over het 'Koninkrijk van God', wordt in het Christendom verschillend gedacht. De ene gelovige zegt dat het Koninkrijk reeds op aarde is en dat we nu reeds leven in het Duizend-jarig rijk en de ander beschouwt het Christendom zelf, als het Koninkrijk, en is druk bezig dit Koninkrijk uit te breiden door te gaan evangeliseren in de wereld. Binnen een groot deel van de Christenheid heerst de opvatting dat het Koninkrijk door het Evangelie gekerstend moet worden en dat het 'Koninkrijk van God' op aarde zou worden gevestigd, als er steeds meer mensen tot geloof zouden komen.
We kunnen het beste 'Gods Woord' laten spreken om te ontdekken wat het Koninkrijk inhoudt.
Reeds in het Oude Testament komen we 'het Koninkrijk' tegen. Voor de eerst keer in Nummerie 23 vers 21 daar staat: 'dat de Here God de bejubelde Koning is'. En in Psalm 22: 29 lezen we: 'Want het Koninkrijk is des Heren, Hij is Heerser ( Koning) over de volkeren'. Dat God, de Koning is wordt door heel het Oude Testament verkondigd. Het Joodse Volk zegt nog steeds meerdere malen per dag dat de Here God Zelf de Koning van het Heelal is: 'Baruch ata Adonai, Eloheinu, Melech ha'olam'. Ze zeggen: 'Gezegend zijt Gij, O HERE onze God, 'Koning' van het heelal'. Als God de Koning is, dan is Zijn Koninkrijk op de plaats waar Hij Zich nu bevindt, namelijk (verborgen) in de Hemel. Het Koninkrijk kan op dit moment moeilijk de Kerk op aarde zijn, die moet groeien door het Evangelie. Dat het Koninkrijk nog een 'Hemels Koninkrijk' is, wordt wel 40 keer in de eerste brief (Evangelie van Matheüs) in het Nieuwe Testament verkondigd. Het Thema van de Evangeliën en een groot deel van Handelingen is: 'de Komst van de Messias', 'de Koning' en 'de nabijheid van het Koninkijk': 'Kom tot berouw en bekering, opdat het Koninkrijk Gods geopenbaard zal worden'. is de oproep aan het Joodse Volk. Maar Israël heeft zich niet bekeerd en het Koninkrijk is nog steeds in de Hemel, waar het wacht om openbaar te worden bij de (Weder) Komst van de Messias op aarde in de toekomst.
In Openbaring 11 vers 15 zegt de engel, die de zevende bazuin blaast: 'Het Koningschap over de wereld is gekomen aan onze HERE, en aan Zijn Gezalfde, tot in alle eeuwigheden' (= tot in de eeuw der eeuwen: Het nieuwe Jeruzalem).
Zo ver is het nog niet. Het Koninkrijk van God is nu nog verborgen in de Hemel (het Over-Hemelse) aan Gods rechterhand ( Colossenzen 3: 1), waar Christus zit aan de rechterhand van God.( In de Macht van God.)
In deze 'Tussentijd' is het niet Gods bedoeling het Koninkrijk op aarde te openbaren (= zichtbaar te maken). Het eerste Volk dat aan Christus onderworpen zal worden is Israël, die in vroegere dagen niet voor Christus wilde buigen. In de toekomst zal dat wel gebeuren, als zij in lofzang, Psalm 118 aanhalen: 'Gezegend is Hij, Die komt in de Naam des HEREN' ( vers 26),.... dan zal de Here Jesus Christus wederkomen uit de Hemel en op aarde 'Koning' worden. (duizend jaren lang).
Op dit moment is God alleen maar bezig de gelovigen te brengen tot het 'Lichaam van Christus' in het Over-Hemelse. Het Koningschap wacht tot God de draad met Israël weer opneemt.
Daarom schreef Paulus aan het eind van zijn leven: 'De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in Zijn 'Hemels Koninkrijk' brengen'.
In dit verborgen Hemels Koninkrijk wacht Chiristus, samen met 'Zijn Lichaam' ( de Gemeente) tot dat in 'Gods Heils-Plan', de volgende fase (= bedeling) ingaat.
Het 'Hemelse Koninkrijk' zal in de toekomst met Christus op aarde nederdalen en het 'Lichaam van Christus' vindt dan zijn vervulling in het Over-Hemelse, volgens Efeze: 2 vers 6 en 7.
We kunnen het beste 'Gods Woord' laten spreken om te ontdekken wat het Koninkrijk inhoudt.
Reeds in het Oude Testament komen we 'het Koninkrijk' tegen. Voor de eerst keer in Nummerie 23 vers 21 daar staat: 'dat de Here God de bejubelde Koning is'. En in Psalm 22: 29 lezen we: 'Want het Koninkrijk is des Heren, Hij is Heerser ( Koning) over de volkeren'. Dat God, de Koning is wordt door heel het Oude Testament verkondigd. Het Joodse Volk zegt nog steeds meerdere malen per dag dat de Here God Zelf de Koning van het Heelal is: 'Baruch ata Adonai, Eloheinu, Melech ha'olam'. Ze zeggen: 'Gezegend zijt Gij, O HERE onze God, 'Koning' van het heelal'. Als God de Koning is, dan is Zijn Koninkrijk op de plaats waar Hij Zich nu bevindt, namelijk (verborgen) in de Hemel. Het Koninkrijk kan op dit moment moeilijk de Kerk op aarde zijn, die moet groeien door het Evangelie. Dat het Koninkrijk nog een 'Hemels Koninkrijk' is, wordt wel 40 keer in de eerste brief (Evangelie van Matheüs) in het Nieuwe Testament verkondigd. Het Thema van de Evangeliën en een groot deel van Handelingen is: 'de Komst van de Messias', 'de Koning' en 'de nabijheid van het Koninkijk': 'Kom tot berouw en bekering, opdat het Koninkrijk Gods geopenbaard zal worden'. is de oproep aan het Joodse Volk. Maar Israël heeft zich niet bekeerd en het Koninkrijk is nog steeds in de Hemel, waar het wacht om openbaar te worden bij de (Weder) Komst van de Messias op aarde in de toekomst.
In Openbaring 11 vers 15 zegt de engel, die de zevende bazuin blaast: 'Het Koningschap over de wereld is gekomen aan onze HERE, en aan Zijn Gezalfde, tot in alle eeuwigheden' (= tot in de eeuw der eeuwen: Het nieuwe Jeruzalem).
Zo ver is het nog niet. Het Koninkrijk van God is nu nog verborgen in de Hemel (het Over-Hemelse) aan Gods rechterhand ( Colossenzen 3: 1), waar Christus zit aan de rechterhand van God.( In de Macht van God.)
In deze 'Tussentijd' is het niet Gods bedoeling het Koninkrijk op aarde te openbaren (= zichtbaar te maken). Het eerste Volk dat aan Christus onderworpen zal worden is Israël, die in vroegere dagen niet voor Christus wilde buigen. In de toekomst zal dat wel gebeuren, als zij in lofzang, Psalm 118 aanhalen: 'Gezegend is Hij, Die komt in de Naam des HEREN' ( vers 26),.... dan zal de Here Jesus Christus wederkomen uit de Hemel en op aarde 'Koning' worden. (duizend jaren lang).
Op dit moment is God alleen maar bezig de gelovigen te brengen tot het 'Lichaam van Christus' in het Over-Hemelse. Het Koningschap wacht tot God de draad met Israël weer opneemt.
Daarom schreef Paulus aan het eind van zijn leven: 'De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in Zijn 'Hemels Koninkrijk' brengen'.
In dit verborgen Hemels Koninkrijk wacht Chiristus, samen met 'Zijn Lichaam' ( de Gemeente) tot dat in 'Gods Heils-Plan', de volgende fase (= bedeling) ingaat.
Het 'Hemelse Koninkrijk' zal in de toekomst met Christus op aarde nederdalen en het 'Lichaam van Christus' vindt dan zijn vervulling in het Over-Hemelse, volgens Efeze: 2 vers 6 en 7.
donderdag 3 maart 2011
*10* Mijn vriend.
Een verhaal:
Twee vrienden liepen in de woestijn. Op een gegeven moment kregen de twee vrienden ruzie. Het liep zo hoog op dat de ene vriend de andere in het gezicht sloeg. De geslagene bukte zich en schreef in het zand: 'Mijn vriend heeft mij geslagen !' Ze liepen verder en na een poosje kwamen ze bij een oase, met bomen, verkoeling en veel water; heel veel water. Zo veel water dat je er in kon zwemmen en dat deden ze ook,......maar het was moerassig en één van de vrienden kwam vast te zitten. Het was de jongen die geslagen was. Hij riep om hulp en de andere vriend trok hem er uit. Blijdschap alom. De vriend pakte een grote steen en beitelde daar in: 'Mijn vriend heeft mij gered !' Daar stond de ander van te kijken en vroeg: 'Waarom schreef je in het zand dat ik je geslagen had, en beitel je in het steen dat ik je gered heb?' 'Dat is duidelijk' zei de vriend, 'wat in het zand geschreven staat is bij het eerste zuchtje wind verdwenen en onleesbaar geworden....., wat ik in de steen gebeiteld heb, is blijvend en voor altijd vast gelegd'.
Zo zou het ook moeten zijn als andere mensen ons onrecht hebben gedaan. Op het moment moet het duidelijk leesbaar zijn, maar dan moet vergeving en liefde als een wind over het gebeuren waaien en alles weer glad strijken. Doet iemand iets goed voor je, laat dat dan in je geheugen gegrift staan, om als voorbeeld te zijn voor je handelen naar anderen toe.
Twee vrienden liepen in de woestijn. Op een gegeven moment kregen de twee vrienden ruzie. Het liep zo hoog op dat de ene vriend de andere in het gezicht sloeg. De geslagene bukte zich en schreef in het zand: 'Mijn vriend heeft mij geslagen !' Ze liepen verder en na een poosje kwamen ze bij een oase, met bomen, verkoeling en veel water; heel veel water. Zo veel water dat je er in kon zwemmen en dat deden ze ook,......maar het was moerassig en één van de vrienden kwam vast te zitten. Het was de jongen die geslagen was. Hij riep om hulp en de andere vriend trok hem er uit. Blijdschap alom. De vriend pakte een grote steen en beitelde daar in: 'Mijn vriend heeft mij gered !' Daar stond de ander van te kijken en vroeg: 'Waarom schreef je in het zand dat ik je geslagen had, en beitel je in het steen dat ik je gered heb?' 'Dat is duidelijk' zei de vriend, 'wat in het zand geschreven staat is bij het eerste zuchtje wind verdwenen en onleesbaar geworden....., wat ik in de steen gebeiteld heb, is blijvend en voor altijd vast gelegd'.
Zo zou het ook moeten zijn als andere mensen ons onrecht hebben gedaan. Op het moment moet het duidelijk leesbaar zijn, maar dan moet vergeving en liefde als een wind over het gebeuren waaien en alles weer glad strijken. Doet iemand iets goed voor je, laat dat dan in je geheugen gegrift staan, om als voorbeeld te zijn voor je handelen naar anderen toe.
Abonneren op:
Posts (Atom)