zaterdag 31 december 2011

*72* Schorre-morrie.

Je ziet ze steeds meer; 'de kerststalletjes' onder de kerstboom. Een romantisch tafereeltje gebaseerd op Lucas 2: 1-20. 
Vroeger zag je de stalletjes hier in het noorden van het land,  niet zo vaak.  Het was echt een Rooms Katholieke aangelegenheid.  Als kind weet ik nog  dat wij met Kerst naar mijn oom en tante gingen om de kerststal te bekijken. Zij hadden als goed Katholiek een enorme kerstboom die tot het plafond reikte. ( heel anders dan bij ons thuis, want mijn vader zocht altijd de kleinste boom uit).  Onder de rijkversierde boom, bij mijn 6 neefjes en nichtjes thuis, stond de kerststal met alles er op en er aan. Geen stalletjes zo als je ze nu ziet, maar een enorme stal met  (elektrische) lichtjes, om alles goed tot zijn recht te laten komen. Over het dressoir waren de velden Efrata uitgebeeld  met herders en schapen. Boven het geheel zag je de verlichte engel hangen die de blijde boodschap bracht  en om het hoekje van de stal kwamen  de wijzen uit het oosten  op hun kamelen al aan, die volgens de Bijbel pas een jaar later bij het huis van de Here Jezus  in Nazaret aan kwamen. 
De hele voorstelling vulde de halve kamer, maar ze vonden het niet erg om een beetje krap te zitten rond de kerstdagen.  Ik vond het schijnbaar ook prachtig, want we gingen elk jaar weer kijken. 
Tegenwoordig zie je steeds meer stalletjes verschijnen onder de kerstboom. Toch zijn er wel wat vraagtekens bij te plaatsen.  Zo is het niet gezegd dat onze Here Jezus in een stal geboren zou zijn. Een stal is een zeer onreine plaats voor de Joden en zeker geen plaats waar een babytje geboren gaat worden.
De Griekse vertaling heeft het over een kribbe, waar de Here Jezus in gelegd zou zijn als baby, maar dit is een Griekse inlegging.   Uit de grondtekst zou de Here Jezus in een  (brood) bak gelegd zijn. ( de Baby van Bethlehem = Hebreeuws: Bethlechem = het broodhuis,  is het Brood des Levens.)  Het kan dus ook een beschutte plaats geweest zijn naast een huis waar het brood bereid werd.  Maar omdat de kribbe in een stal te vinden is, zijn er gelijk een paar dieren bij bedacht ( die in het Bijbelse verhaal niet te vinden zijn) .   De os en de ezel !
Degene die deze dieren in de stal van Bethlehem plaatste, moet wel verstand van Gods Woord hebben gehad. De os en de ezel vinden we namelijk ook terug in Jesaja 1 vers 3. Daar staat:  ' Een rund (een os) kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester, maar Israël heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht'.  Wordt hier duidelijk gemaakt dat de os en de ezel wel het Kind aanbidden en het Volk van God niets van Hem willen weten ?  Is dit profetisch voor wat er gebeuren gaat ?  Het schijnt zo te zijn.  Hoe verblind is het Joodse Volk.  Zij zien niet dat het 'kindeke Jezus'  de beloofde Messias is, maar de domme beesten beseffen het wel. 
In het Hebreeuws is de vertaling van  'os en ezel':  'sjorre-we-morro'.  In verbasterd Jiddisch -Nederlands  horen we hier:  'schorre-morrie'.  Het schorre-morrie onder de mensen is het uitschot van de maatschappij.  Het 'schorre-morrie' stond in de stal bij de Here Jezus om Hem te aanbidden.
En zo is het ook gebeurd:   Wij,  (de niet Joden) het  'schorre-morrie' in de ogen van het Joodse Volk,  aanbidden de Here Jezus,  terwijl de Joden Hem nog moeten leren kennen. en Hem nog als Messias zullen moeten aanvaarden.   Zo zien we toch nog een 'waarheid' naar boven komen uit een menselijk bedenksel.

woensdag 28 december 2011

*71* Kerst?

Met Kerst vieren we eigenlijk twee feesten door elkaar. Wij,  gelovigen in de HERE God, de Schepper van hemel en aarde, onze Vader, gedenken op deze dag dat God zijn geliefde Zoon geboren liet worden op aarde, om het zonde probleem in de mens en de wereld op te lossen.   Daarnaast vieren we uitbundig het gezellige Romeinse feest: 'Saturnalia' uit de 4e eeuw, met een mooie groene boom in de kamer versierd met alles wat licht geeft en glinsterd, lekker eten en gezelligheid.  Om de twee feesten te combineren zetten we onder de versierde groene kerstboom een stalletje met daarin het kindeke Jezus in de kribbe en Maria en Jozef er naast. En.. met de herders, os en ezel, de wijzen uit het oosten ( die volgens de Bijbel een jaar later kwamen) en de engel hangend aan het dak, is het geheel compleet.
Waarom kozen de Christenen van de vroegere jaren voor het heidens feest met de versierde boom en niet voor het feest van de Joden: Chanuka. Het feest dat de Here Jezus zelf ook vierde. ( zie het vorige blog. )
Het feest met de versierde boom is al heel oud. De profeet Jeremia waarschuwde er al voor. in Jeremia 10 vers 2-5 lezen we:  'Zó zegt de HERE: Gewent u niet aan de weg der volkeren en schrik niet voor de tekenen aan de hemel, omdat de volken daarvoor schrikken. Want de handels wijze der volken, die is nietigheid: want als een stukhout heeft men het uit het woud gehakt- arbeid van werkmanshanden met de bijl- met zilver en goud siert men het op, met spijkers en hamers maakt men het vast, zodat het niet waggelt.'
De kerstboom is al heidens-oud, en heeft geen enkele Joods-Christelijke wortels onder haar stam. Over de gehele wereld vierde men in de oudheid  het feest van de terukkeer van de zon met een versierde  boom in huis omzo de god van de zon te vereren.
In de Germaanse tijd ( in ons deel van de wereld)  vierde men het 'Mid-Winterfeest', waarbij men gedacht dat de zon weer meer kracht kreeg aan de hemel en als symbool de groene boom in huis haalde en versierde met glittering om het donker te verdrijven.
In het Mesopatamie en het Babylon van vroeger vierde men rond de 25e december het 'zonne feest'. Het feest van de onoverwinnelijke zon. De stichter van het Babelse Rijk was Nimrod. In Genesis 10:8 wordt geschreven over Nimrod dat hij de eerste wereldbeheerse/dictator was van de Bijbelse geschiedenis.
De Romeinen, zo rond de 3-4e eeuw, noemden het feest op de 25e december: Saturnalia. Vanaf eind december wordt de zon weer sterker, de dagen weer langer en alles wordt weer groen. Om dat te vieren haalde men de groene boom uit het bos en versierde hem.
Gelukkig voor de mensen in het Romeinse Rijk hoefde men met de overgang van het heidendom naar het Rooms Katholieke Christendom, het Saturnalia-feest niet af te schaffen.  Men bepaalde gewoon dat de Here Jezus ook op deze dag geboren was, zodat de verering van de zonne-god tesamen kon vallen met Zijn geboorte: 'het Licht der wereld'.  In het vorige blog kun je lezen hoe onwaarschijnlijk deze gedachte is.
De hervormer Calvijn heeft geprobeert Kerst af te schaffen, maar dat leidde tot en volksopstand. Het is een illusie te denken dat kerst met haar commercie zo maar zou verdwijnen uit het Christelijke denken, maar er is zeker een zinvol alternatief om gezellige winterdagen te beleven:  de 8 dagen van Chanukah ( zie vorig blog).
En het is zeker een gedachte om over na te denken,  dat 'de waarheid' van de meerderheid niet altijd tot eer en glorie van God is. en Gods Waarheid zou zijn, want.... je moet 'De Waarheid' niet verwarren met de mening van de meerderheid.

dinsdag 27 december 2011

*70* Chánukáh

In Johannes 10 vers 22  lezen we dat het winter is in Jeruzalem en dat de Here Jezus op weg is naar een feest. Wat denk je, zou Hij naar zijn eigen verjaardags-feest gaan ( het feest dat wij nu als Kerst-feest vieren) ?
Iemand die een beetje met Gods Woord vertrouwd is weet  dat verjaardagen ( zeker in die tijd) niet gevierd werden  en weet ook zo goed als zeker, dat Zijn geboorte juist niet plaats vond in een koude winternacht.
In de velden Efrata was daar in de winternacht-koude geen herder te bekennen. Bovendien organiseert geen enkele keizer een volkstelling in de wintertijd. We moeten eerder denken dat Zijn geboorte plaats vond in het voorjaar,  kort voor het 'Pesachfeest', (het Paasfeeest in onze geloofs-traditie) als de herders met hun kuddes zich zo dicht mogelijk ophielden bij Jeruzalem,  met het oog op de vele lamoffers die nodig waren voor de Pesach-maaltijden van de duizenden pelgrims.
In Johannes 10 was de Here Jezus  op weg naar een ander feest. We lezen dat Hij kwam naar het 'Vernieuwingsfeest'  in Jeruzalem.  Een feest dat nu nog steeds gevierd wordt.  Het is het 'Chanuka feest', dat dit jaar gevierd wordt van 20 tot 27 december.
Een feest ter herinnering aan de vernieuwing en de her-inwijding van de Tempel in Jeruzalem.  Dat gebeurde in de tweede eeuw vóór Christus ( in het jaar 168 vóór Christus).
In die tijd vond er een 'grote vedrukking' plaats onder leiding van de Grieks-Hellenistische dictator Antiochus Epifanis. Alles wat met de Joodse Godsdienst te maken had werd verboden. Alles wat in de Torah,  aan het Godsvolk-Israël was voorgeschreven werd onder dwang afgeschaft;  men mocht als gezin geen 'Sjabbat' meer houden,  geen feesten meer vieren, geen Joodse gebruiken meer houden. Niet alleen was dit alles verboden;  op overtreding ervan stond zelfs de doodstraf.  Een afgrijselijke verdrukking voor het Joodse Gods-volk. Een antisemitiche diktatuur die model staat voor de: 'de Grote Verdrukking'  in de toekomst, die vooraf zal gaan aan de Wederkomst van Christus.  'Antiochus Epifanes' geldt als het prototype van 'de Anti-christ'.
Toen het Joodse Volk zijn macht weer terug kreeg en de Griekse diktatuur werd verslagen, vond men in de verwoeste Tempel de Chanukah-kandelaar terug.  Maar alle olie die nodig was voor het branden van de kandelaar was op een klein kruikje olie na verdwenen.  Met dit beetje olie zou de kandelaar nog geen dag kunnen branden. Maar het wonder van Chanukah gebeurde:  De kandelaar bleef acht volle dagen branden op het kruikje olie.
Daarom is het Chanukah-feest een vrolijk 'licht feest' dat acht dagen duurt:  iedere dag wordt op een speciale achtarmige kandelaar een extra kaars aangestoken tot ze alle acht branden. Tegenwoordig geeft met elkaar kadootjes en eet men oliebollen ( ter herinnering aan de olie voor de kandelaar).  Men speekt van een "nes gadol"  = een groot wonder !  
Chanukah is meer dan een herinwijdingsfeest van de Tempel.  Het is vooral een feest ter herinnering aan de terugkeer van het Volk naar zijn Joodse wortels:  naar de Joodse levensstijl. Het is een 'bekeringsfeest', een jaarlijkse herinnering aan een nieuwe start met God als middelpunt.
Kerst is voor ons een romantisch feest, het moet vooral  sfeervol zijn  en we verkeren even in een andere werkelijkheid. We vluchten even weg voor de harde realiteit van elke dag, en dromen weg bij de lichtjes van de kerstboom en het moet vooral gezellig zijn met familie en vrienden.
Chanukah daarentegen is het feest van het gedenken, een 'bekerings-feest' en  het levend houden van het verleden, met de jaarlijkse oproep om ons leven te ordenen volgens de Goddelijke Richtlijnen.
Niet alleen destijds maar ook vandaag leven wij onder de dictatuur van de Griekse geest die ons dicteert: "je bepaald zelf wel wat goed voor je is, daar heb je een ander (en zeker geen God) voor nodig." 
Chanuka is een jaarlijkse uitdaging voor de gelovige om het leven en het samen leven met anderen te ordenen volgens de principes van God.

maandag 26 december 2011

*69* Kerst-geschenk.

Zo...dat is een tijdje geleden dat ik mijn laatste blog heb geschreven.  Te druk gehad met andere dingen. Ondertussen  een cursus Hebreeuws gevolgd, dat al mijn aandacht nodig had.  Een taal met een geweldige diepgang waar je helemaal blij van wordt.
Maar nu dus een blog en wat is er niet mooier om er vandaag mee te beginnen.   Vandaag herdenken we dat onze Heer en Heiland Jezus Christus als mens in ons midden is gekomen.
De Zoon van God werd mens; wat een dag in de geschiedenis van de mensheid, heeft daar (meer dan 2000 jaar geleden) plaats gevonden. En dit gebeurde haast ongemerkt.  Een engel van God kwam om de herders bij de velden van Bethlehem  het grote te nieuws te verkondigen; dat voor hen de Verlosser was geboren.
De Heer der Heerlijkheid, liggend in een kribbe als een pasgeboren kindje. Waar waren al de andere mensen voor wie Hij gekomen was op aarde ?  Waar was de drukke eigenaar van de herberg, die geen plaats voor Hem had ?  Om nog maar niet te spreken over de  op macht beluste koning Herodes, die Hem direct naar het leven stond. 
Waarom is Hij, die alle Heerlijkheid bezit en rechtmatig Koning is van Hemel en aarde, zo hulpeloos en armoedig naar deze aarde gekomen ?  Het antwoord is kort.  "Om ons !"  Om ons mensen te kunnen redden, moest Hij  ook mens worden. Hij kwam voor de mensen; die toen leefden en die nog geboren moesten worden. (Hij kwam in eerst instantie voor Zijn Volk en zoals Gods Woord ons leert:  voor de gehele mensheid.)
In 2 Korintië 8 vers 9 lezen we:  'Gij kent immers de genade van onze Here Jezus Christus, dat Hij om uwentwil  arm is geworden,  terwijl Hij rijk was, opdat gij door zijn armoede rijk zoudet worden.' 
En toch kon die diepe vernedering van Zijn menswording en armoede ons niet redden. Hij moest de weg naar het kruis van Golgotha gaan, om voor ons te sterven.  Kerst en Pasen komen hier samen.  'De geboorte van Christus bracht God bij de mensen en het kruis van Christus brengt mensen bij God'  Zonder het kruis is er geen verlossing uit de zonde-greep en geen redding uit  de wurggreep van de vijand, (die de overste is van deze aioon ( wereld )) en waar wij dagelijks mee te maken hebben als mens. Van nature doen wij zondige dingen ( ook als je denkt dat je nog niet zo zondig bent).  Voor God zijn wij schuldige zondaars. Alleen op grond van het sterven van Jezus Chirstus, kan God de zondeschuld  van de mensen vergeven,  die naar Hem toe komen met een oprecht hart en in geloof.
Jezus Christus kwam om Zijn leven te geven tot een losprijs voor velen. ( Markus 10 vers 45
Vraag je naar de reden van het kerstfeest dan vind je deze in 1 Timtheüs 1 vers 15:  'Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard, dat Christus Jesus in de wereld gekomen is om zondaren te behouden.'    Het heilig Woord van God zegt dat Zijn Zoon alle aanneming waard is,  voor iedereen.
Kerst geschenken moeten we wel eerst aannemen.... pas daarna zijn ze ons eigendom.
Dit geldt in het bijzonder voor het geschenk dat God ons in Zijn zoon aanbiedt.  Voor hen die dit aanbod weigeren, zal God eens de rechtvaardige Rechter zijn.  Voor hen die Hem nu reeds zoeken als Heer en Heiland, zal Hij een liefdevolle Vader willen zijn, want:   'Liefde is als de Rechter je Vader wordt.'
Daarom wijst Gods Woord (de Bijbel) ons de weg. Het is een weg voor iedereen, die leidt naar onze God en Vader,  die Zijn hart voor ieder opend.... Maar wie doet zijn hart voor Hem open ?

woensdag 26 oktober 2011

*68* Ma-hoe.

'Wat zou het geweest zijn ?' Toen het Volk al dagen onderweg was naar het beloofde land en het eten opraakte en het Volk begon te morren, liet God elke morgen  als de dauwlaag opgetrokken was, iets fijns, iets schilverachtigs, fijn als rijm op de aarde neerdalen voor hun tenten.
Hij zei tegen Mozes: "Zie, ik zal voor u  brood uit de hemel laten regenen." (Exodus 16: 4)  Toen de mensen hun hoofd uit hun tent staken zeiden ze tegen elkaar:  "Ma-hoe ? ?"  Wat is dit ? ( dit is de leterlijke vertaling van ma-hoe)  Het proefde zoet en het stilde hun honger.  Wat het geweest is daar zijn de meningen over verdeeld. sommigen denken dat het de bloesem of zaden van koriander is geweest. Later werd het Hebreeuwse woord:  'ma-hoe' vertaald in:  'manna'.  ( vers 31)    Met deze 'manna'  voedde God zijn Volk 40 jaar lang in de woestijn.
In de toekomst zal er weer en tijd komen dat God zijn Volk zal onderhouden in de woestijn. We lezen dat in in Opengaring 12: 14.  Een 'gelovig overblijfsel' van het Volk Israëls zal buiten het gezicht van de slang (satan) verborgen worden in de woestijn;  'een tijd en tijden en een halve tijd'.
Als de grote benauwdheid aller tijden over Israël plaats vindt, zullen deze 'ware gelovigen',  drie en een half jaar bewaard  worden en gevoed worden door God met het verborgen manna, om daarna bij de Wederkomst van Christus, het Hemels Koninkrijk op aarde binnen te kunnen gaan.
In die tijd van grote verdrukking  zullen de gelovigen zeker  het 'Onze Vader' bidden, dat de Here Jezus al aan de discipelen leerde, toen Hij nog op aarde was. ( Matheüs 6: 9-13)  Ook toen was het Koninkrijk dicht bij gekomen en werden de gelovigen vervolgd en verdrukt om hun geloof in de Here Jezus.
'Geef ons heden ons dagelijks brood'  zullen ze bidden, want het zal een moeilijke tijd worden. De anti-christ zal God een stap voor willen zijn met het oprichten van zijn koninkrijk in Jeruzalem; en die zijn merkteken niet aanvaarden op het voorhoofd of rechterhand, kunnen niet kopen of verkopen, en zullen dus brodeloos zijn. ( Openb. 13: 17)
Zij bidden tot de Vader om het brood dat nodig is om te overleven. 'Geef ons heden ons dagelijks brood'
Alleen het woord: 'dagelijks' staat niet in de grondtekst. Er staat in het grieks: 'Epi-ousios' wat betekend: op ons neerkomende of afdalende. Het gaat hier om het neerkomende 'manna' uit de hemel. Er staat eigenlijk:  'Geef ons heden  het van de hemel dalende brood'. (zoals het was in de woestijn) 
Hier uit blijkt toch weer eens dat het gebed  'Onze Vader' duidelijk voor het Volk van Israël bedoeld is en niet voor ons,  als gelovigen die leven in  de tijd van genade.
Het 'Onze Vader' is  geen gebed voor alle mensen en alle tijden,  ook al heeft de Here Jezus het gebed als voorbeeld gegeven.  Het hele gebed is bedoeld voor tijden van verdrukking en vervolging die was en  komen gaat over Israël.
Het  'Onze Vader' gaat over:  Zijn Naam dat geheiligd wordt, over Gods wil op aarde,  over het brood om te overleven, over schuld en vergeving die afhangen van dagelijkse daden en over het het verlost worden van de boze.  Allemaal zaken die in deze 'tussen-tijd' niet van toepassing zijn. Zie hierover vorige blogs
Mogen we dan niet  het 'Onze Vader'  bidden?  Wie ben ik om u iets te verbieden ! Maar realiseer u wel dat u dingen aan God vraagt, die in onze tijd nergens op slaan,  want wie vraagt er om brood als hij aan een gedekte tafel zit en wie vraagt om vergeving als hem alles door God vergeven is en wie vraagt om het komende Koninkrijk als hij nu reeds tot het 'Lichaam van Christus' mag behoren ?
Lees ook eens het blog van 4 juli, over het  'Onze Vader',  vertaald naar onze bizondere 'tijd van genade', waarin we nu leven.

donderdag 29 september 2011

*67* Rosj Hasjanah

Vandaag viert het Joodse Volk de:   rosj hasjanah , het 'Nieuwe jaar'. In het Hebreeuws betekenen de woorden:   rosj:   begin en  hasjanah: van het jaar.  En natuurlijk begint dit Nieuwe jaar in de avond uren ( plm. 6 uur),  zoals elke nieuwe dag voor het joodse volk in de avond begint, als de eeste sterren aan de hemel zichtbaar worden. Als de sjofar (de ramshoorn) geklonken heeft is het Nieuwe jaar begonnen.
Vandaag is het een dag van inkeer en verootmoediging aan de Almachtige God.  Het is een ernstige dag die eindigd in de synagoge.   De joden geloven dat God op deze dag  Zijn  'boek des levens' opent.  In dat boek staan niet alleen de namen van alle mensen, maar ook hun daden. Tien dagen lang gaat God na of de slechte daden van de mens betraft moeten worden. De joden proberen zicht op deze dag te herinneren wat ze in het afgelopen jaar verkeerd hebben gedaan. Hun wens naar elkaar toe op de  rosh-hasjanah  is dan ook:   "Moge u voor een goed nieuw jaar opgeschreven zijn".
Op deze dag wordt er veel zoetigheid gegeten, vooral  'honing met appeltjes', dit als voorbereiding van een nieuw zoet jaar.
Rosj-hasjanah is de eerste van de 10 dagen die voorafgaan aan een ander feest: de Grote Verzoendag in het Hebreeuws: jom kippoer.  Dit is de heiligste dag van de joodse kalender. Op deze dag beslist God over het lot van de mens in het komende jaar.
In Leviticus 23 lezen we over de feesten die God gegeven heeft aan het Volk Israël.  In vers 24 lezen we over het 5e feest:  'In de zevende maand op de eerste der maand, zult gij een rustdag hebben, aangekondigd door bazuingeschal, een heilige samenkomst'.
Het jaartal dat het Joodse Volk aan het nieuwe jaar geven is wel heel bijzonder. Zij (en wij met hen)  leven nu in het jaar: 5772.  De jaartelling gaat terug naar het begin van de mensheid.
De jaartelling is dan ook heel speciaal. De Bijbelse jaartelling is een maan-zon jaartelling. De maan speelt een grote rol en staat centraal in de maand-dagen. Met als gevolg dat een volle maand altijd op de 15e van een Bijbelse maand valt. Grote feesten zoals Pesach en het Loofhutten feest viert Israël dan ook altijd op de 15e dag  van de maand.
De heidens-Christelijke kalender zet de zon centraal. Voor Babylon (in het verleden) en Rome (in onze tijd) is 'de zon' het centrum. De mens is het zonnnetje en het draait allemaal om ons eigen 'ikje'.  In de Bijbelse jaartelling staat 'de maan' centraal. De maan heeft geen licht van zichzelf, maar kan wel licht afgeven. Wie geniet er niet van een mooie volle maan in een duistere nacht.
De mensheid als beeld van de maan kan heel verlicht lijken, maar moet teeds erkennen dat hij afhankelijk is van God Zelf,  Die ook  'Licht'  (hebreeuws: ohr)  wordt  genoemd. Net als de maan moeten we ons van tijd tot tijd 'ontledigen' en onze opgeblazenheid laten varen, om ons tot God te kunnen keren.

woensdag 28 september 2011

*66* Leven.

In Genesis 1 vers 26 lezen we dat God zei: "Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis". Terug rekenend van af nu tot die gebeurtenis, zou je zeggen dat dit ongeveer 6000 jaar geleden zou moeten zijn geweest. De aarde is veel ouder. Hoe oud, daar verschillen de meningen over.  De aarde is als kosmos ( is sieraad) geschapen, maar  kwam onder inloed van 'satan' tot verval en werd woest en ledig en duisternis lag op de vloed. Op Zijn tijd herschiep God de aarde in 6 dagen. en op die laatste dag werd de mens geschapen. 
* 1- De eerst mens noemde Hij: 'Adam'.
Adam kende Gods wil en hij had de opracht de aarde te beheren. Door hem had het Koninkrijk op aarde kunnen aanbreken en het daarmee het aionische- (eeuwege) leven kunnen aanvangen. Doch door hoogmoed gedreven, zonderde hij zich af van God en miste hij daardoor zijn doel. (de eigenlijke betekenis van zonde is 'doel missen') De aarde bleef daardoor onderworpen aan satan (de tegenstander van God), en de mens werd onderworpen aan zonde en de dood.
* 2- Het leven vóór de Wet van Mozes.
Vanaf Adam is er ongeveer 2600 jaar voorbijgegaan en de mens is (als natuurlijk mens) volkomen ontwikkeld, maar mist de 'volkomenheid van God' ( iets wat Adam wel kende vóór de zonde-val). Ze kenden iets van Gods wil, maar er was veel ongerechtigheid, boosheid en daardoor: schuld. Toch was de verantwoordelijkheid en schuld beperkt, want de zonde werd hen niet toegerekend.  Zij kenden 'de Wet' nog niet. De dood heerste als natuurlijk verschijnsel.
* 3- Van Mozes tot het kruis.
De 'zonen Israëls' kregen kennis van Gods wil omdat Mozes 'de 10 geboden' bekend had gemaakt, die hij van God had gekregen. Zij kregen daarmee kennis van de zonde. Toch was er wetteloosheid, overtredingen, ongehoorzaamheid en daardoor schuld. De Wet gaf hen niet de kracht om Gods wil te doen. De zonde bestond o.a. uit  afgoddiensten en afgoderij. Dit werd hen ten volle aangerekend. Als zij afvallig werden tegenover God werden zij gestraft en bij gehooraamheid aan God werden zij beloond.  Zij wilden echter gerechtvaardigd worden door werken en waren hierdoor in slavernij onder de Wet. Men verwachtte de Messias in de zin van een nationale Verlosser.
* 4- Van het kruis tot handelingen 13.
Meer dan 4000 jaar is er voorbijgegaan na Adam. Een deel van de 'zonen van Israël' erkenden de Here Jezus als de Christus. Door Zijn offer aan het kruis,  kwam er vervulling van de Wet en vergeving van zonden. De inzettingen der Wet bleven van kracht, doch konden nu door genade gehouden worden. Door wedergeboorte werden zij (kleine) 'kinderen Gods'. Toch bleef de vijandschap van de 'oude mens' bestaan. Men verwachtte een spoedige 'wederkomst van Christus' als de nationale Verlosser.  God had nog steeds geen bemoeienissen  met de volkeren rondom Israël en liet hen hun eigen wegen bewandelen.
* 5- Van Handelingen 13 tot 28: 28.
Door de verharding van een deel van Israël kreeg Paulus - door openbaring- een nieuwe opdracht. Hij leerde een nieuwe weg des Heils aan: de 'wedergeborene'  uit Israël en uit de volkeren rondom Israël. Zij konden zich nu laten verzoenen met God, met Christus sterven naar de oude mens en daardoor vrijgemaakt worden van de wet der zonde. De gelovige  is nu  'gerechtvaardigd in Christus' en wordt een 'zoon van God' De verwachting van een spoedige 'wederkomst van Christus' bestond onder de gelovigen nog steeds
* 6- Ná Handelingen 28: 28.
Het is nu ongeveer 4170 jaar na het begin van 'de mens'. Door verharding van het volk Israël,  is het Volk voorlopig terzijde gesteld als 'Gods uitverkoren volk'. De Wet van Mozes kan niet meer gehouden worden, omdat er geen Tempel meer is. Paulus maakt een nieuwe openbaring bekend aan de gelovingen in Christus Jezus. Hij verkondigd de nieuwe 'Bedeling der Verborgenheid' en de 'volmaaktheid in Christus' aan een ieder die het horen wil. De wederkomst van Christus en dus ook het Koninkrijk op aarde is uitgesteld tot Hij zijn grote macht aanvaarden zal in de toekomst (Openbaring 5) dan zal Hij  als Koning gaan heersen.
Bijna 2000 jaar is er voorbijgegaan na het einde van Handelingen en  God houdt Zich in deze tussen-tijd verborgen in het Over-hemelse.
Voor een ieder mens op aarde biedt God zijn genade aan, want we lezen in Johannes 3 vers 14: 'dat God de wereld zo lief heeft, dat hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar 'eeuwig leven' zal hebben'.  
We leven  nu ongeveer 6000 jaar nadat de eerste mens: 'Adam'  geschapen werd door God.  De jaartelling van het Joodse Volk begint met deze gebeurtenis. Zij vieren vrijdag dat het 5772 ste jaar gaat beginnen. En daarover gaat mijn volgende blog.

woensdag 21 september 2011

*65* Gemeente.

 Je kunt je afvragen of de gemeenten en Kerken die we nu om ons heen zien met hun pracht en praal en met hun emotionele diensten,  wel in overeenstemming zijn  met Gods bedoeling voor de gelovigen in deze tijd.  Is het Gods verlangen dat we nu een zichtbare Kerk of gemeente stichten tot eer van God ?  Lezen we niet in de Bijbel dat God zelf samen met Israël, (de Heilige natie), een zichtbare eenheid zal vormen in de toekomende aioon ? ( Joh. 17: 21-23).
Volgens de Bijbel heeft God  wat anders op het oog met de gelovigen van deze 'tussen tijd'. ( De tusssen-tijd is de tijd die loopt vanaf plm. 70 na Christus, toen de Tempel verwoest werd tot Christus Wederkomst in de toekomst)   Want hoewel het Koninkrijk toen nabij was, en die zichtbare eenheid toen vorm had kunnen krijgen,  heeft Israël zich als Natie niet bekeerd en is Christus in heerlijkheid niet gekomen en waren de tijden der verkwikking niet aangebroken. De tijden van herstel der dingen waarvan God gesproken had door de mond van zijn heilige profeten waren  nog niet  aangebroken. ( Hand. 3: 19-21). God is in deze tijd alleen nog maar bezig zijn 'drie aangenomen Zonen'  te vormen die Hem tot dienst zullen zijn in de Toekomende aioon, als Hij als Heerser zal optreden in Zijn Wederkomst.  Deze ( aangenomen) zonen vormen dan de Gemeenten waarmee God zal werken.  Op dit moment worden deze gemeenten in stilte gevormd door 'God geroepenen' en 'wedergeborenen'. Het is een universele, algemene verzameling die als Gemeente nu onzichtbaar is. Waar we echter drie trappen in kunnen onderscheiden, drie geestelijke posities waarin God hen plaatst en die we in drie sferen van zegeningen kunnen we onderscheiden.
* 1- de Gemeente, de wedergeborenen. Zij zijn de (kleinen) kinderen ( Grieks: nepios) Gods ( Rom. 8:15, 1 Joh. 3: 9,10) en zij beërven in de toekomende aioon de aardse sfeer.
* 2- de Rechtvaardigen in Christus. Zij zijn de zonen  ( Groeks: huios) Gods ( Rom. 8:14) en vormen de Gemeente der eerstgeborenen. Zij beërven de hemelse sfeer.
* 3- de in-Christus-volmaakten. De volkomen man ( Efz. 4: 13) Zij vormen:  'De Gemeente', die 'het Lichaam van Christus' is en waarvan Hij het Hoofd is. en zij beërven de Overhemelse sfeer van zegeningen.
Dit zijn geestelijke groepen, en dus als zodanig onzichtbaar.
De 'eerste groep' zijn de bekeerde zonen van Israël, die in de toekomende eeuw de zichtbare Gemeente vormt op aarde, waarvan de Here Jezus sprak als "mijn Gemeente" ( Math. 16: 18 ) Zij worden als levende stenen gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap ( 1 Petr. 2: 5). Zij zullen weer Gods Volk zijn, een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie (ethnos). De vervulling van Ex. 19: 6, Jes. 61: 6, en 66: 21.  Zij zullen Israël en de volkeren van de wereld brengen in het nog op te richten Koninkrijk ( Op. 11:) op 'de Dag des Heren',  in Jeruzalem en wel: duizend jaren lang.
De 'tweede' bijzondere, onzichtbare gemeente wordt gevormd door de rechtvaardigen: de Gemeente der eerstgeborenen.( Hebr. 12: 23)  Zij zijn de 'Gemeente Gods'. Een uitdrukking die alleen Paulus gebruikt in de tijd der Handelingen. Zij zijn gekomen tot het 'Hemels Jeruzalem'  dat op de aarde zal neder dalen ( Op. 21: 4).  Zij zullen Hem tegemoet gaan in de lucht en hun roeping in de hemel vervullen, als zij de Hemelingen tot wedergeboorte brengen, waarnaar de hemelse sfeer van zegeningen de gehele wereld  zal omvatten, als het Hemels Jeruzalem zal nederdalen uit het Over-Hemelse.
De 'laatste groep' is:  De Gemeente, die  'Het Lichaam van Christus' is. ( Efz. 1: 23)  De gelovigen vormen een groep die Christus toebehoort. Door hun gemeenschap met Christus kan God hen in de geest zetten in de overhemelse ( Gieks: epouranios), waar de verheerlijkte Zoon des mensen gezeten is, in Gods rechterhand. ( Efz. 1: 29, 2: 6). Dit Lichaam bevindt zich nu reeds in een geestelijke positie, die overeenstemt met de eindtoestand, waar God alles in allen is. Zij zullen in de toekomende aionen Gods overweldigende rijkdom van genade tonen aan de overheden en de machten in de Hemelse gewesten ( Efz. 2: 7 en 3: 10) en met Christus heersen in Heerlijkheid als Hij wederkomt op aarde.
Het bestaan in onze tijd van allerlei gemeenten en kerken is een natuurlijk verschijnsel, omdat er zoveel verschil bestaat tussen de geestelijke posities van de gelovigen. En men kan niet verwachten in de tegenwoordige aioon dat men tot een éénheid zal komen. 
Pas in de toekomende eeuw zullen de 'opgestane verloste heiligen'  vanuit alle perioden van de wereld geschiedenis met Hem heersen en zal Israël op aarde een zichtbare éénheid vormen en het 'Evangelie van het Koninkrijk' verkondigen tot het eigen Volk en tot de gehele wereld.  Dan zullen de velden wit zijn om te oogsten.
In onze tegenwoordige tijd zou er geen gemeente of  Kerk zich mogen uitgeven als: 'DE Kerk'. Nu bestaat er alleen een algemene eenheid der 'Wedergeborenen'.  Dit zijn  'de rechtvaardigen in Christus' en een kleine groep die behoren tot 'de in-Christus-volmaakten',  namelijk 'Het Lichaam' waarvan Christus zelf het Hoofd is. ( zie: blog van 30 augustus over: geestelijke positie).

woensdag 14 september 2011

*64* Verootmoediging.

Over het gebed zijn al wat boeken geschreven. Er is heel wat keuze.  Van: 'gebed voor mannen', tot de: 'De kracht van de biddende vrouw'  en voor de volhouder:  'Handboek voor het '24 (uur) -7 (dagen)' gebed'. En als het helemaal niet lukt God voor je karretje te spannen, is er ook nog een boek met de titel: 'Als God het gebed niet verhoort'. Want staat er niet  in de Bijbel:  'bid  en het zal u gegeven worden?' Dat geeft toch rechten voor gelovige van deze tijd, niet waar ? ! Niet waar is een mooi einde van de zin, want het is niet waar dat God in deze tijd van  'Genade', al onze gebeden zou verhoren. 
'Gebed moet ons door verootmoediging,   in een hulpbehoevend en afhankelijke positie brengen'  las ik in het tijdschrift: 'Uit de schriften'. Het gebed is bedoeld, ons met ons aangezicht in het stof, voor de Almachtige God te werpen. Maar wat vinden we inplaats daarvan ?  Inplaats van verootmoedigingen nederigheid veranderen we die plaats in 'een troon', van waaruit we God willen voorschrijven,  hoe Hij  t.o.v. onze zaken zou moeten handelen;  hoe Hij ons helpen  kan onze plannen uit te voeren. Dit alles is de vrucht van de 'oudemens' in ons.
Ware kennis van God leidt tot iets geheel anders. De gebeden horen vervuld te zijn met een gevoel van Gods wijsheid,  macht en  goedheid.
We zouden kunnen zeggen:  "Here, wat wilt Gij dat ik doen zal ? 
Verhoor mijn gebeden niet, als Gij ziet dat zij niet goed voor mij zijn.  Geef het mij niet of doe dit of dat niet, al bid ik en denk ik dat het goed voor mij is. Geef het niet, als Gij, Die vanaf het begin  het einde ziet,  ziet dat het niet goed voor mij zou zijn.
Ik ben zo dwaas en onwetend in Uw ogen en Gij kunt doen wat recht,  wijs en goed voor mij is. Zelfs Uw wil is liefde. O... dat ik toch vervuld mag worden met deze kennis van Uw wil,  in alle wijsheid en geestelijk verstand, dat ik die volkomen rust mag vinden, die deze bovenkennis (Grieks: epi-gnoosis)  kan geven".( zie het blog van  16-7,   over het gebed van Kol. 1: 9- 12 )
Naar mate wij deze 'volkomen kennis'  van God en van Zijn wil hebben ontdekt,  zien we dat Hij onze Rots is en dat Hij ons met alle kracht wil bekrachtigen, naar de macht van Zijn Heerlijkheid,  tot alle verharding en geduld. Dan danken we met blijdschap de Vader, die ons toebereid heeft voor het erfdeel in het Heilige ( in het Over-hemelse), in het ontoegankelijk Licht.  Daarom  is het beste onze zaken  in afhankelijkheid, in Zijn hand te leggen.

zondag 11 september 2011

*63* Blogs tot nu toe:

Meer dan 60 blogs zijn er tot nu toe te lezen. Met de datums er voor zijn de blogs makkelijk te vinden.
12-2   Ons burgerschap in het Overhemelse.   * Dit eerste blog gaat over mijn 'thuis' in de toekomst.
15-2   Genade.   * God geeft ons genade om als opgestane mens in een Verheerlijk Lichaam kunnen leven.
16-2   Genoeg.   *  geschreven door Charles Spurgeon; over tevredenheid.
18-2   Tijd.   * wat is tijd? Hoe verloopt de tijd in Gods Plan door de aionen heen.
20-2   Sprookje?   * de eigen wil van de mens tegenover Gods genade.
24-2   Vers. Kol. 3: 3.   * mijn leven verborgen met Christus in God.
25-2   Verdorde blaadjes.   * hoe mijn 'oude mens' veranderd in het Nieuwe Leven.
26-2   de Almacht van God.   * Gods liefde voor ons en onze keuze voor Hem.
28-2   Engelen.   * de invloed van engelen door de aionen heen; van voor de schepping tot in de toekomst.
 3-3   Mijn vriend.   * een verhaaltje over vergeving.
 4-3   het Koninkrijk.   * toen het nog nabij was, nu verborgen is en in de toekomst verschijnt.
 6-3   Recht snijden 2 Tim. 2: 15.  * niet alles uit Gods Woord gaat over ons als gelovigen van deze tijd.
 7-3   Lijden.   * waarom voorkomt God het lijden niet voor ons als gelovigen ? !
 8-3   Ons gebed. Efz. 1: 17-23.   * een gebed naar Gods hart, die Hij zeker zal verhoren.
10-3   Onze zegeningen. Efz. 1: 3-14.   * de 7 geestelijke zegeningen; de basis van ons geloof.
12-3   Waarom ?   * onze keuzes in het leven die God gebruikt, ten goede.
14-3   Een slaaf.   * door Gods genade zijn wij een slaaf (= dienstknecht) van Christus.
15-3   Dank. Efz. 3: 16-17.   * Christus wil wonen in ons hart.
17-3   Jarig.   * een Leven na dit leven in gloria.  Hoera ! !
18-3   Opnieuw.   * Gods geduld met de mens door de aionen heen.
23-3   Lente.   * mijn eigen gerichte 'ik' moet Gods liefde tonen.
29-3   Waterbad Efz. 5: 26.   * Gods Woord reinigt onze binnenkant; ons hart.
 1-4   1 April.   * de leugen van Gen. 3: 4. en ieder mens leugenachtig.
 4-4   Waarheid.    * het Woord van God verandert ons denken.
 5-4   Geloven. Hebr. 11: 1.   * onze positie in Christus: Col. 1: 13-14.
 8-4   40 dagen bezinning.   * afgoden verering van O.T. en rituelen van nu. een gruwel in Gods ogen.
10-4   Dankgebed van 1 Kronieken.   * David dankt God en wij in onze tijd  met hem.
12-4   Waardig wandelen Efz.4: 1.   * onze roeping steeds voor ogen houdend.
14-4   Opofferen.   * het volbrachte werk van Christus aan het kruis; onze Verlosser.
18-4   Ei.   * afgoderij uit de Babylonische tijd en het paasei van deze tijd.
20-4   Verlossing   * het Joodse Passcha  als vooruitschaduw van Christus als Verlosser.
22-4   Pasen. Joh. 20: 15-16.   * opstanding van Christus; onze Hoop.
27-4   Rommel.   * Geloof ! opdat de mens leven in overvloed heeft. Joh. 10:10.
29-4   de Koning Math. 21.  * 'Evangelie van het Koninkrijk' door de discipelen en apostelen.
 2-5   Opstanding.   * de verschillende opstandingen en de uit-opstanding tussen de doden uit van: Filp.3: 11.
 5-5   Vrede. Filp. 4: 4   * ons gebed om de vrede Gods, die aller verstand te boven gaat.
 9-5   Zegeningen.   * onze roeping vast maken en staan in onze positie 'in Christus Jezus'.
11-5   Geestelijke zegen.  * meer dan 40 beloften en zegenigen zijn ons gegeven in Christus Jezus. Geloof het!
16-5   Huis van God.   * in welk deel van het huis ben jij ?
22-5   Apocalyps. Filp. 1:10   * dingen die verschillen in Gods Woord  onderscheiden.
26-5   het Over-hemelse.   * Grieks: 'epouranios'  het ontoegankelijk licht waar God woont en waar geen tijd en ruimte bestaat.
 1-6   Hemelvaart.   * Christus hemelvaart en wederkomst in de toekomst.
 4-6   Baruch ata   * een aanhoudend gebed. 'gezegend zijt Gij'
11-6   Nieuwe mens.  Efz. 4: 24.   * groei tot volkomenheid en opwassen tot volkomen man.
13-6   Gods Heils-Plan.   * opstanding van verschillende gelovigen door de tijden heen.
14-6   Simeon en Hanna. Luc. 2: 22-39.   * heil voor de volkeren en genade voor Israël.
18-6   Zoon-plaats. Efz. 1: 5.   * het Romeins recht in de Handelingentijd en ons zoonschap in Christus.
22-6   Gods zwijgen.   * 2000 jaar zwijgt God om ons genade te kunnen geen.
25-6   Liefdesmaaltijd   * een Shabbat-dienst in een Sinagoge.
29-6   Jezus regeert.   * heerst Hij nu of is satan de god dezer eeuw ? 2 Kor. 4: 4.
 4-7   Onze Vader.   * gebed voor deze tijd !
 5-7   Verstaan.   * Roeping Gods begrijpen en inzicht hebben in onze Hoop.
13-7   Iets doen.   * wat is onze taak in het Lichaam van Christus in het Overhemelse ?
16-7   Gebed. Kol. 1: 9-12.   * de vraag om 'epi-gnoosis',de volkomen kennis van Christus.
17-7   Kennen.   * onze persoonlijke omgang met God.
18-7   Heilige Geest der belofte. Efz. 1: 13.   * Gods eigendomsmerk op ons die geloven.
23-7   Handelingen-tijd.   * het Koninkrijk nabij ? Al meer dan 2000jaar verborgen.
30-7  En daarna ?   * Efz. 2: 5 verteld waar we zijn en Efz. 3: 6, wie we zijn in Christus Jezus.
 6-8   Boekje.   *  aantekeningen uit mijn opschijf-boekje.
30-8   Geestelijke positie.   * in Christus Jezus.
 7-9   Boze aioon.   * de god dezer eeuw.
 9-9   Huis des Heren   * het Huis des Heren van David is het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde.
Met die blog kun je niet naar een bepaald blog toe gaan om het te openen.
Om een blog te kunnen lezen ga je naar het jaar 2011 ( rechts naast dit blog) en tik je op het jaar.
De blogs van 2011 worden zichtbaar en je kiest de maand waarin het blog geschreven is.
Daarna klik je op het uitgekozen blog om te kunnen lezen.

vrijdag 9 september 2011

*62* Huis des HEREN.

'Ik zal in het Huis des HEREN verblijven tot in lengte van dagen'.
Dit is het laatste vers van Psalm 23.  David zou willen verblijven in het Huis des HEREN, echter, in zijn dagen was er geen zichtbaar Huis des HEREN; er was geen Tempel om heen te gaan. De Tabernakel in Silo was verbrand en de Ark stond twintig jaar bij Abimelech ( 1Sam. 7: 1) Toen de Ark door David naar Jeruzalem was vervoerd, zette hij haar onder een tent ( 2 Sam. 6: 7) Hij mocht er geen Huis voor bouwen, dit zou eerst zijn zoon doen. ( 2 Sam. 7:13). Toch wenst David in het Huis des HEREN te verblijven tot in lengte van dagen. Hiermee bedoeld hij niet de weinige dagen van zijn leven,  maar het leven in de 'Toekomende aioon'.( Als Christus wederkomt op aarde)  Hij weet dat God hem dan zal doen opstaan uit het graf en hij keek uit naar de tijd, dat de HERE personlijk in Jeruzalem, in Zijn Huis zal verblijven en dat de troon van David opgericht zal worden, te midden van de kinderen Israëls ( Ez. 43: 7 en 48: 35).  Dan zal David met de Here omgaan zoals een man met zijn vriend en Hem in volkomenheid dienen.
David zegt in Psalm: 16 vers 11: "Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij Uw aangezicht, liefelijkheid is in Uw rechterhand, voor eeuwig ".
De reden waarom  David dit vers uitspreekt, ligt besloten in 'het Nieuwe Leven' dat God in plant in het hart van iedere gelovige. Ieder heeft het verlangen naar 'de God des Levens'. Voor de O.T. gelovigen was Deze de HERE, voor ons in het bizonder: Christus Jezus, de Here.
Wij weten dat Christus alles volbracht heeft wat nodig was, om ons heilig en onberispelijk voor Hem te kunnen stellen. Daarom kunnen ook wij met vreugde dit vers uitjubelen.
David wist dat het verblijven in het Huis des HEREN pas in de toekomst zal gebeuren. God heeft dit echter naar het nu gebracht.  Hij geeft ons nu reeds de in-woning van Christus door het geloof in ons hart ( Efz. 2: 17). Geestelijk mogen wij bij Hem wonen op de plaats waar Christus nu is; aan Gods rechterhand in de Overhemelse en door Zijn Geest komt Hij nu al bij ons inwonen.
Het 'verblijven in het Huis des HEREN' wat voor David pas in de toekomst werkelijkheid zou worden,  is voor ons vervangen door eerst geestelijk en na de dood met een Verheerlijk lichaam overgezet te worden in het 'Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde'. We moeten ons dan ook te allen tijde verblijden in de Here,  Die deze weg voor ons heeft bereid, opdat wij opwassen  (groeien) tot een Tempel en zelf een geestelijke woonstede Gods in de Geest mogen zijn. (Efz. 2: 22).

woensdag 7 september 2011

*61* Boze aioon.

Paulus noemt de aioon (tijdperk)  waarin we  nu leven , in de grondtekst: een 'boze aioon'  ( tegenwoordige boze wereld: Gal. 1: 4). In dit tijdperk werd de Here Jezus gekruisigd, en na Zijn volbrachte werk en Zijn opstanding, werd Hem alle macht in de hemel en op aarde gegeven, ( Math 28: 18), maar die macht zal Hij niet eerder uitvoeren dan bij Zijn wederkomst, als Hij ook zijn Koningschap zal aanvaarden ( Openbaring 11: 17). De Schrift leert ons dat de boze machten wel overwonnen zijn, doch dat ze desondanks nog steeds werkzaam zijn. Hetgeen we trouwens dagelijks kunnen waarnemen in ondervinden op alle gebieden Niet alleen voor wat betreft de zichtbare dingen, doch vooral in verband met de geestelijke. Immers onder de dekmantel van religie, vooruigang, menslievendheid, enz. wordt de gehele wereld meer en meer gevoerd tot het uitwerken van de fundamentele zonde: de vijandschap van het schepsel tegen God.  Want de mens beweert zelf iets te zijn en te kunnen, zich zelf te redden en heeft daarom dan ook geen behoefte aan een 'Goddelijke Heiland'.
Volgens de Schrift kan er geen sprake van zijn, dat Christus nu reeds het wereldgebeuren zou besturen, al beweert men van wel. Dit is een vreselijke vergissing waarbij men de Here (althans ten dele) verantwoordelijk stelt voor het kwaad dat onze tegenwoordige aioon kenmerkt.
De Schrift leert ons ook niet dat er reeds in het tegenwoordige tijdperk  éne zichtbare, goed georganiseerde Kerk zou moeten bestaan, die de plaats zou innemen van het Volk Israël, of waarin Israël een plaatsje zou kunnen verkrijgen. De genadegave en de roeping Gods zijn onberouwelijk en daarom mag men zich niet toeëigenen wat aan Israël als volk en natie toebehoort.  ( b.v. de  verbonden, de eredienst en de beloften ( Rom. 9: 4). Het is Israël, dat in de toekomende aioon de 'zichtbare gemeente' zal zijn, door de verheerlijkte Here gebouwd. De twaalf stammen zullen door de opgestane twaalf Apostelen der besnijdenis geleid worden, als ze met Christus zullen heersen ( Math. 19:28). Dan zullen ook de dagen gekomen zijn, dat de Here, voor het 'huis Israël' en het 'huis Juda' een  nieuw verbond  zal voleindigen ( Hebr, 8: 8).
Zoals blijkt uit de latere brieven van Paulus, zijn het vooral: 'individuele gelovigen', die God wil gebruiken in ons tijdperk: vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten ( 2 Tim. 2: 2). De Apostelen schreef in zijn gevangenschapbrieven over de grote Verborgenheid, die van aionen her verborgen was gebleven in God ( Efz. 3: 9).  Het gaat hier in deze brieven over:  alle geestelijke zegeningen in de Overhemelse (Grieks: 'en tois epouraniois')  in Christus (Efz. 1: 3) en  het mede-gezet zijn in die 'overhemelse', in Christus Jezus ( Efz. 2: 6) dat is in 'Gods rechterhand' ( Efz. 1: 20).
Deze Verborgenheid betreft het einddoel van God met de mens. In de geest, in Christus Jezus, kan de gelovige reeds nu, door Gods genade geplaatst worden in de volkomen gemeenschap met Christus, waartoe het mensdom in het algemeem eerst zal komen aan het einde der aionen, als God zal zijn ' alles in allen'.

dinsdag 30 augustus 2011

*60* Geestelijke positie.

Ja.....we zijn terug van een heerlijke vakantie,  goed weer,  veel gezien,  genoten van de prachtige vergezichten en genoten van de rust in de tuin met een boekje in een hoekje. En nu een blog schrijven, niet over de vakantie, maar over de boeken die we gelezen hebben.
We zijn in bezit gekomen van bijna 20 jaar-gangen van het tijdschrift:  'Uit de Schriften'. Uitgegeven in de jaren: 1946 tot 1963. Deze maandelijkse tijdschriften  stonden onder redactie van S. van Mierlo en G. J. Pauptit. Ons, als gelovigen die behoren tot 'Het Lichaam van Christus',  zijn deze 2 leraren van het eerste uur, zeer goed bekend. 
In deze tijdschriften staan verschillende onderwerpen, die voor ons nog zeer leerzaam zijn. Zo las ik in het tijdschrift een overzicht over de 'geestelijke positie van de gelovige'  in de tussen-periode,  waarin wij nu leven.
Eerst is er de natuurlijke mens. Deze kan er door Gods genade toe komen het bestaan van een 'goddelijke Schepper'  te erkennen en zich tot de onbekende God te keren, om hulp en verlossing uit de duisternis.
Hierop kan volgen:  de geboorte 'van Boven' en het geloof in Christus als 'goddelijke Heiland' en wordt men zich bewust dan men een zondaar is. Niet alleen dat men zondige daden doet, maar dat men nog steeds in zekere mate vast houdt aan de gedachte 'zelf iets te zijn en te kunnen'.  Dit is in werkelijkheid de vijandschap tegen God.  (Dit zijn de wedergeborenen, de (kleine) kinderen Gods genoemd).
De volgende stap bestaat dan ook in het volkomen afstand doen van elke gedachte van autonomie ( = zelf iets te willen doen).    We moeten dan niet slechts geloven dat Christus gestorven is voor ons, maar ons door God met Hem laten kruisigen en doden. De 'oude mens' moet dood.   Dan komt men van wedergeboorte tot een nieuwe schepping,  van vergeving tot rechtvaardiging,  van kindschap tot zoonschap. Men is dan een 'rechtvaardige in Chirstus'. Dat wil niet zeggen dat er geen zondige daden meer bedreven worden,  maar men is geen slaaf meer onder de wet der zonde. (Dit zijn de in Christus gerechtvaardigden; de  zonen Gods). Veel gelovigen  in deze tussentijd, blijven hierin hun  geloof beleven.
Al betaat er dan een ware 'geestelijike gemeenschap met Chirstus', toch is er nog geen volmaaktheid. (geen 'volkomen man'  in geloof)   Over het  in Chirstus volmaakt zijn  handelt Paulus slechts in zijn latere brieven.  Hij spreekt dan over mede gezet zijn met Christus aan Gods rechterhand, het mede erfgenaam zijn met Hem en het 'lid zijn van het Lichaam waarvan Christus zelf het Hoofd is'.   (Dit zijn de in Christus volmaakten die gekomen zijn tot mannelijke rijpheid).
Kennis hier over is niet voldoende. Het gaat hier over een geestelijk leven en hoe verder we voortschrijden in dit gelovig leven, hoe grotere kennis we zullen hebben van die geestelijke werkelijkheid.  
Maar... hoe hoger de positie, hoe groter onze verantwoordelijkheid, hoe meer God van ons verlangt, omdat Hij ons, door Zijn inwerking, in staat stelt  meer in overeenstemming met Zijn wil te leven  en Hem te verheerlijken. We moeten dus (steeds bij alles in ons leven) bewust zijn van de positie waarin we door God geplaatst zijn. En dat is juist de grote moeilijkheid. Een menselijk 'kennen' wat de Schrift leert is niet voldoende, er moet  een 'ware gemeenschap' zijn met God en ons geloof moet ons gehele wezen ( lichaam, ziel en geest)  in beslag nemen en dit is de 'weg van nederigheid'.
Tot zover dit artikel: 'Uit de Schriften'.  Toen ik het gelezen had, moest ik wel even slikken.  Dacht ik vol overgave te kunnen zeggen dat ik 'volmaakt in Christus' ben, moet ik nu inzien, dat ik aan Gods eisen  van volmaaktheid zeer te kort schiet. Gelukkig las ik dat het 'een voortschrijdende weg'  is van vallen en opstaan.
Ik moet mij telkens weer bewust zijn,  dat God mij  het vermogen geeft een leven te leiden, die zal voldoen aan de vereiste en verwachting van mijn  'positie in Christus Jezus'  (geen eigen werken),  zodat  ik kan zeggen: ' Christus is mijn leven' ( Filp. 1: 21,  Kol. 3: 4),  want Hij moet in mijn hart 'woning' maken.

zaterdag 6 augustus 2011

*59* Boekje.

Soms lees je mooie zinnen of pakkende woorden in een boek, blad of op een kaart, die je zou willen onthouden en weer zou willen lezen, om er over na te denken. Daarvoor heb ik een klein aantekeningen-boekje bij de hand als ik een boek lees. en ik lees veel ! ! Het boekje is bijna vol en er staan veel waardevolle uitspraken in.  Zo nu en dan, op een stil moment,  pak ik het boekje en lees ik mijn aantekeningen door. Op een kerstkaart las ik eens de volgende tekst: 'De geboorte van Christus bracht God bij de mensen.... Het kruis van Christus brengt mensen bij God.' Deze tekst  past heel goed bij de Kerst, maar even goed bij Pasen, en eigenlijk past de tekst bij elke dag,  als je er over nadenkt. Hier volgen wat teksten uit mijn boekje:
* Je moet de ander niet willen overtuigen, maar juist aan het denken zetten.
* Je leven van vandaag, is een gevolg van de keuze die je gisteren hebt gemaakt.
* Verdriet kijkt achterom. zorgen kijken om zich heen. Geloof kijkt omhoog.
* We riskeren teleurstellingen, omdat we erop vetrouwen dat onze Vader ons altijd zal blijven vasthouden.
* Als je iets terug verwacht voor wat je hebt gegeven, dan was het geen liefde, zelfs geen gift, maar een vooruitbetaling.
* We hoeven ons recht niet op aarde te halen. Ons recht ligt in de Hemel, bij de Verheerlijkte Heer. zo kunnen we iedereen in Christus kennen en aanzien.
* De gelovigen haasten zich niet !
* Vergeving is een beslissing, geen gevoel.
* God, die Geest is en dus onzienlijk is ( 1Joh. 4: 24), heeft Zich geopenbaard in Zijn Zoon ( Joh. 1: 18): de Here Jezus Christus.
* Echte goedheid is, wanneer je iets doet, wat je niet hoeft te doen.
* De verleiding van vandaag wordt morgen: zonde, de volgende dag: een gewoonte, daarna eeuwige scheiding van God.
* Wij zijn niet gerechtvaardigd ( = zondeloos), maar 'rechtvaardig verklaard' op grond van het geloof van Jezus Christus.
* De Here troont in 'den Hoge' en tegelijk bij de nederigen van geest, door Zijn Geest.
* Vrede komt er niet  door weer een verdrag of conferentie. Er komt geen vrede door opnieuw een aantal slechterikken te arresteren. Een gevallen wereld kan zich zelf niet verlossen. Alleen Jezus Christus kan dat !
* Het geeft troost te weten, dat Jezus Christus op een dag de volkomen overwinning, die Hij aan het kruis heeft betaald, ten uitvoer zal brengen.
* Zolang je God niet in je hart toelaat, is er in je hart alleen maar plaats voor jezelf en dat kan op den duur heel eenzaam worden. Pas als je je overgeeft aan Christus Jezus, maakt de rest niet meer uit.
* Tegenslag kan je verwachten. Hoe je er meer omgaat, bewijst je 'volwassenheid in geloof'.
* Niets overkomt ons  dat niet eerst door de handen van God is gegaan.
* Als je krijgt wat je wilt, wil je dan wel, wat je krijgt ?
* Vertrouwen is de vrucht, die voortkomt uit een relatie,  waar binnen je weet dat je geliefd bent.
* Als ik op de drempel van de dood sta, laat ik dan  mijn hand in Uw hand mogen leggen, dan zal mijn dood een geboorte zijn.
* Vrede is datgene waardoor de kracht van God in ons zichtbaar wordt, zodat wij weer anderen gelukkig kunnen maken.
* Als je boosheid in je draagt;  als je zelf-zuchtig bent en ruzie voelt, dan is dat de stem van de aarde, maar als er liefde, vreugde en vrede in je is, dan is dat de adem van God. ( Genesis: 2: 7)
* Waar de genade van God ontbreekt ontstaat bitterheid, maar waar de genade van God wordt verwelkomt, bloeit vergeving.
* Een 'fouten-zoeker' is zo druk met de fouten van zijn broeder bezig, dat hij de genade van de Vader niet opmerkt.
* Je kunt het geloof in Jezus Christus, onze Heer niet erven;  je moet Zijn genade persoonlijk eccepteren.
* In moeilijke tijden bidden om kracht   garandeert niet dat je dan niet meer bang bent, maar dan weet je wel, dat God weet dat je bang bent en dat is het verschil.
* We zijn allemaal verslaafd. er is altijd wel iets wat ons van God afhoudt.
* Oorsprong van tijd:  Tijd uit de toekomst, die nog niet bestaat, komt in het heden, dat nog geen duur kent en reist door naar het verleden, en houdt dan op te bestaan.
* Er zal nooit van je gevraagd worden een ander meer genade te geven, dan dat jij van God ontvangen hebt.
* Niemand komt door het leven zonder verwondingen.
* Wij die het 'Burgerschap in het Overhemelse' bezitten, moeten niet bij de aardse pakken neerzitten, wij behoren immers thuis in de Hemel !
* Ik ben blij dat andere mensen ook fouten maken, anders was ik de enigen die fouten maakt.
* We leven in een wereld waar de chaos heerst, en elke dag dat die chaos jou niet raakt, is een goede dag.
* De eerste keer kwam de Here Jezus als Heiland op aarde, om ons door zijn dood aan het kruis van onze zonden en van oordeel te verlossen.  Voor de tweede maal zal  Hij komen om ons 'vernederd lichaam in het graf' te verlossen.
* Het is geen dwaas die weg geeft wat hij toch niet kan houden, om te krijgen wat hij niet kan verliezen.
* Een heilige is een zondaar, die vergeving heeft gekregen en door Gods genade een 'nieuwe mens' is geworden.
* Niet naar onze werken, maar naar Zijn genade heeft Hij ons behouden.
* De opstanding van de Here Jezus Christus markeert de ommekeer in de geschiedenis en het bestaan van deze wereld.
* Niemand verdient genade, maar in Zijn almacht en barmhartigheid heeft God gekozen grote genade te schenken aan niet perfecte mensen, die het niet verdienen.
* Bid dat God de kloof overbrucht tussen wat de ander nodg heeft en wat jij de ander kan geven.
* Heer ik bid U, dat Uw machtige kracht van Uw aanwezigheid vandaag in mij te zien mag zijn.

zaterdag 30 juli 2011

*58* En daarna ?

Ik las eens een verhaaltje over een jongen die in gesprek was met de professor van zijn studie. Hij vertelde  trots over zijn plannen. De professor luisterde geduldig en vroeg uiteindelijk: "En wat ga je doen als je klaar bent met je studie ?" "Dan word ik advocaat "  antwoordde de jongen.  "En daarna ?" vroeg de professor. "Dan hoop ik naam te maken als advocaat".  "En daarna ?"  herhaalde de professor. De jongen dacht na en zei:  "Misschien ben ik intussen rijk geworden en hoop ik een gelukkig leven te hebben en te genieten van mijn pensioen".   "En daarna ?"  "Wel uiteindelijk zal ik sterven zoals ieder mens".  De professor vroeg:  "En daarna ?"  De jongen bleef stil. Hij had niet verwacht dat er een vraag zou komen over het Leven na de dood. 
Ik denk dat de mens in deze tijd zich ook niet erg druk maakt over het Leven na dit leven.  Veel mensen hebben zo hun eigen idee gevormd over Leven na de dood. Sommigen  denken dat alles dan afgelopen is en anderen denken te reïncarneren in een nieuw lichaam en zich zo verder ontwikkelen naar het 'Nirwana'.  Terwijl de Bijbel toch duidelijk antwoord geeft over het Leven na de dood.  De Bijbel spreekt over 'Het Lichaam van Christus' dat gevormd wordt door de gelovigen uit deze tijd,  in het 'Over-Hemelse' waar Christus zit ter rechterhand Gods.
De vraag of je tot het Lichaam van Christus behoort, kan alleen gesteld worden door diegenen die reeds christen zijn. Iemand die niet weet wie Christus is en Hem niet als Verlosser en Heer heeft aanvaart, heeft ook geen weet van  'De Gemeente', die  'Het Lichaam van Christus' vormd.  Zelfs christenen die elke zondag naar een kerk gaan weten niet van 'de hogere weg' die God hen wil geven    En als dit hen nooit wordt uitgelegd en verkondigd, dan zullen zij  ook nooit streven naar Gods volmaakte Plan, dat God ook voor hen heeft voorbereid.
Dit is  Het Geheimenis, dat Christus, als de Verheerlijkte Heer niet alleen is gezet in het Overhemelse, maar dat in die zelfde positie ook 'een Gemeente' een plaats  is gegeven,  die  'Zijn Lichaam' is.  Wij zijn Zijn Lichaam. Wij komen Hem toe ( Efz. 1: 11, Staten Vert.)   Dit Geheimenis is van eeuwen her (= van voor de grondlegging = nederwerping) der wereld, verborgen gebleven in God, de Schepper van alle dingen.
En in dat Lichaam zijn wij *1:  mede ( Grieks: 'sun'  =samen ) levend gemaakt met Christus. ( Efz. 2: 5)  Na de dood hoeft dit niet meer te gebeuren bij de gelovige, want dat is nu al reeds gebeurd.  De dood wordt vaak vergeleken met de slaap. Als de persoon op wil staan, dan moet hij eerst gewekt worden. Dit kan omdat hij al levend is.  Een gestorven persoon is dat niet, die ligt  dood in het graf ( Griek: Hades) .  Het 'levend gemaakt zijn'  is voor ons als gelovige  reeds  een 'waarheid'.  Wij zijn nu reeds 'geestelijk' mede levend gemaakt met Christus. Ik merk daar in mijn dagelijks leven niets van,   maar ik geloof het.  Mijn leven is nu reeds verborgen met Christus in God.
Ook ben ik nu reeds * 2:   mede opgewekt. ( Grieks: sun-egeiro) met Christus. Ook dat is geestelijk aan ons reeds geschied.  En dat moeten wij als een feit aannemen.  Christus is ons leven geworden.  God heeft ons in deze positie geplaatst en niets en niemand kan dat meer veranderen.  Wij zijn nog niet opgestaan ( Grieks: anastasis).  Dit is een toekomstige letterlijke gebeurtenis, die nog moet plaats vinden  na onze dood uit het graf,  als Christus ons een Verheerlijkt Lichaam schenkt.  En wij onze plaats mogen innemen in  'het Lichaam van Christus'  in het  Over-Hemelse.
God heeft ons nu reeds * 3:  mede een plaats gegeven. (Efz. 2:6)  Vanuit Gods standpunt zijn wij nu reeds in het Over-hemelse.  Dit is onze verzekerde positie die God ons gegeven heeft.  Daar wordt thans 'Het Lichaam van Chritus' opgebouwd en Gods veelkleurige wijsheid getoont  aan de Overheden en Machten die daar zijn.( Efz. 3:10)  En straks als  'Het Lichaam'  voltallig is zal 'Gods overweldigende  rijkdom van genade'  getoont worden. Wij mogen met zekerheid weten dat wij een plaats hebben gekregen in het 'Lichaam van Christus'.
Want wij zijn * 4:  mede erfgenaam  geworden in de belofte van Christus. (Efz. 3:6)  Wij erven samen met Christus.  Hij is de Erfgenaam.  Alles behoort Hem toe.   Hij is 'Het Hoofd'  boven al wat is  en in die hoedanigheid gegeven aan de Gemeente, die Zijn Lichaam is.
Wij zijn * 5:   mede leden   = 'Samen-lichaam'  van Christus.  Wij vormen de  Nieuwe Schepping:   één Lichaam  samen met de Verhoogde Christus.  Het is een feit dat wij, die samen met Christus als Hoofd, één Lichaam vormen  en wij  delen in dezelfde Boven-hemelse positie.  Het einddoel van God  (dat Gods  'alles in allen' zal zijn: 1 Kor. 15:28)  is voor 'de Gemeente' reeds  een (verborgen)  werkelijkheid geworden.
Wij zijn één Lichaam,  waarvan Hij het Hoofd is en wij de leden, met alle rijkdom die daar bijhoort en alle zegeningen die daaruit voort vloeien ( Efz. 1: 3-14).
Wij zijn * 6:  mede genoten  en hebben deel aan de belofte in Christus Jezus.  Dat is iets wat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geworden.  Voordat Gods Plan der eeuwen (= aionen)  in werking getreden was, lag daar reeds een belofte van God klaar.  De belofte van genade in Chirstus Jezus.  Pas door de bediening van Paulus, zijn deze dingen  geopenbaard ( = ontsluierd)  en door zijn verkondiging aan ons gegeven.
Dit geeft ons de zekerheid op ons Leven na de dood.  Voor ons is de vraag:  "En daarna ?"   niet zo moeilijk te beantwoorden. Wij weten met zekerheid  wat er na de dood gebeurd. Voor ons is geloof een zeker weten geworden. 
Al hetgeen wij hier bezitten  (of niet)  kan niet in de schaduw staan, bij wat God ons heeft geschonken - en nog schenken zal-  in  Zijn geliefde Zoon. Wij kunnen niets anders doen dan Hem daarvoor  de lof,  dank en eer te brengen.

zaterdag 23 juli 2011

*57* Handelingentijd.

De grootste verwarring en tegenstrijdigheden in het Christendom wordt veroorzaakt door het niet begrijpen van de ware betekenis van  'een periode van 33 jaar', die beschreven wordt in het boek Handelingen. Sommige christenen proberen in onze tijd te leven, alsof nu nog steeds hetzelfde bestuur en het zelfde doel van God aan de orde is. En iemand die nooit een diepgaande studie van het Woord van Gods maakt, zal daar dan ook nooit probemen, moeiljkheden of vragen over hebben. Maar iemand die de Bijbel bestudeert en geloofd wat daar staat, als het ware Woord van God, krijgt talrijke, schijnbare tegenstrijdigheden te zien.
Het belangrijkste kenmerk van de Handelingen-bedeling was, dat de apostelen door God werden aangesteld en uitgezonden werden, om het 'Evangelie van het Koninkrijk' te brengen.  En elk afzonderlijk woord werd hen  gegeven in de moedertaal van hen, voor wie die boodschap bestemd was. ( 1 Thes. 2:13)  Het Woord dat zij spraken werd telkens bevestigd door de tekenen die erop volgden ( Hebr. 2:4) en als iemand geloofde, werd zijn geloof bevestigd door wonderbaarlijke tekenen ( Marc. 16:170).  In de gehele Handelingentijd was dit het vaste patroon. En dit is totaal verschillend op de wijze waarop God in onze tijd met mensen omgaat.
Als we de grote waarheden niet onderkennen, zijn vele gedeelten in het Nieuwe Testament onmogelijk te begrijpen. En dit geldt vooral voor de zes brieven die Paulus in die periode geschreven heeft. Dat zijn de eerste en tweede brief aan de Thessalonicenzen, de eerste en tweede brief aan de Corinthiërs, Galaten en de Romeinen brief. Al deze brieven dragen het karakter van de 'Handelingen-tijd'.
Er staan natuurlijk vele 'eeuwige waarheden' in, die niet aan verandering onderhevig zijn.  En elk woord dat erin staat is nuttig om te onderrichten,  te weerleggen,  te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid ( 2 Tim. 3: 16), maar er staan ook Waarheden  in, die alleen met de 'Handelingen-bedeling' te maken hebben.
De basis voor de 'Bedeling van de Handelingentijd' is al gelegd door de Here Jezus in Marcus 16:15-18.
De opdracht die de Here Jezus hier aan de discipen geeft,  kan onmogelijk van toepassing zijn voor onze tijd, want hoe kunnen wij slangen opnemen en zelfs iets dodelijks drinken zonder schade te ondervinden.
In Handelingen 28:28 zien we dan ook een verandering van 'Gods wijze' van handelen met de mensheid  en duidt Zijn Woord op een gewijzigde 'bestuurs-vorm'  ( = bedeling). 
Aan het einde van de Handelingentijd, had God alles bereikt wat hij van plan was te doen. De boodschap van het 'Evangelie van het Koninkrijk' was verkondigd tot aan het einde van het land. ( = Grieks: Gé ) Heel Israël heeft het gehoord. Een volgende fase zou in gaan, maar het geopenbaarde 'Koninkrijk van God' dat op het punt stond over de mensheid los te barsten,  kwam er niet door het ongeloof van het Volk Israël.   Paulus moest voor de derde maal het 'oordeel van de profeet Jesaja' over hen uitspreken. ( Hand. 28: 25-27).
Vanaf toen is Gods doel  met 'Het Koninkrijk'  tijdelijk opgeschort. Hij neemt nu de tijd, om in de geschiedenis van de mensheid een passage te schrijven over 'de Genade' die in Zijn karakter besloten ligt. Dat gebeurd nu, in de 'Bedeling van de absolute genade'. Waarheden die golden in de tijd van Handelingen kunnen daarom niet  meer van toepassing zijn op het heden.
Paulus zegt ons in Filippensen 1 : 10 dat we de dingen 'die voortgezet worden', moeten onderzoeken ( volgens de Griekse grondtekst). We moeten leren het Woord der Waarheid recht te snijden ( 2 Tim. 2: 15).
Zie vorige blogs over:  recht snijden van het Woord.

maandag 18 juli 2011

*56* Heilige Geest der belofte.

'In Hem zijt gij, toen gij gelovig werd, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte', staat er in Efeze 1 vers 13. Dit merkteken, dat God Zelf op ons heeft geplaatst, kan niemand meer verwijderen. Satan, Gods tegenstander niet en ook wij zelf niet. Toen Hij Zijn merkteken op ons plaatste, behoorden wij Hem voor altijd toe. Wie de boodschap van 'Het Heil'  (onze behoudenis)  heeft geloofd en aanvaard, die weet dat hij nu:  'in Christus'  is.
Paulus zegt tot 2 keer toe: "Door genade zijt gij behouden" ( Efz. 2: 5 en 8).
Deze verzegeling ( in het Grieks: 'arraboon' = onderpand)   met de Heilige Geest is alleen  in deze 'tussen-tijd van Genade' aanwezig.  Een ieder die tot geloof gekomen is, wordt door God verzegeld met de Heilige Geest. Dit gaat niet gepaard met zalving of boven natuurlijke gaven. 'De Gemeente, die Zijn Lichaam is', wordt juist gekarakteriseerd door de afwezigheid van allerlei tekenen, wonderen of krachten. Een zogenaamde  'doop met de Geest'   is onschriftuurlijk.
Iedere gelovige is gedoopt  (= ingelijft) met de Heilige Geest. Nergens in de Schrift wordt de gelovige aangespoord te streven naar 'de doop met de Geest'.  Een 'gelovige in Christus' die de Heilige Geest niet heeft, bestaat niet ! 
De Geest komt in ons bezit,  niet alleen na onze bekering, maar wordt onmiddelijk gegeven aan een ieder die gelooft in Jezus Christus. "Toen gij gelovig werd, zijt gij verzegeld met de Heilige Geest".
Het is 'de Geest' van het heimwee naar wat komt  en van de vervulling wat reeds geschonken is.
Ook al gaat erwel eens iets mis; de belofte en de zekerheid blijven.
De Heilige Geest werkt niet in hen die buiten de 'Heerschappij van God' staan of willen staan.  De volgorde is:  horen....geloven en dan 'verzegeling met de Heilige Geest'.
God heeft Zijn eigendomsmerk op ons gezet, door ons de Heilige Geest te geven. Het is een bewijs dat wij kostbaar zijn voor God en een belofte voor de toekomst. Een zekerheid voor alles wat wij nog niet kunnen zien, maar wat in Christus reeds wel tot ons bezit is gekomen, namelijk onze erfenis in Christus.
Een vaste garantie van Godswege is de aanwezigheid van de Heilige Geest bij de gelovigen.

zondag 17 juli 2011

*55* Kennen.

Volgende week krijgen de kinderen, hier in het noorden van het land  vakantie !  Een heel jaar van kennis opdoen is afgsloten met een examen of een cito-toets. Zij kennen nu de vereiste kennis.
In de Bijbel komen we ook meerdere malen de woorden 'kennen' en 'kennis' tegen. Van ons wordt niet verwacht dat we aan het eind van ons leven een toets hoeven te maken om te kijken of wij de juiste kennis op hebben gedaan.
Het woord dat in het Nederlands vertaald is met 'kennen', heeft een heel andere betekenis in de Bijbel. Voor het Hebreeuwse:  da,ath  en het Griekse:  ginooskoo  hebben wij geen goed vertaald woord.
In het Hebreeuws is het woord: da,ath  afgeleid van:  jada  en dat betekend: 'gemeenschap'.
De eerste keer dat het voor komt in de Bijbel is in Genesis 4: 1, waar staat: dat de mens ( Adam) gemeenschap ( jada) had met Eva.  In de Septuaginta ( = de Griekse vertaling van het boek Genesis) staat voor 'gemeenschap': ginooskoo.  In de (nu oude) Statenvertaling staat:  "Adam bekende Heva, zijn huisvrouw, en zij werd zwanger." Het 'kennen' wat hier wordt gebruikt,  houdt  een 'diep kennen' in,  een intieme relatie, een persoonlijke omgang ! Veel mensen kennen mijn man, maar niemand kent hem zoals ik hem ken.
Het woordje:  'kennen'  komen we honderden malen in de Bijbel tegen en het is meer dan een van buiten geleerd lesje.  Er wordt een 'diep en volkomen kennen'  mee bedoeld.
Als gelovige mogen we Hem gaan leren kennen, vanuit de houding van afhankelijkheid. Spreuken 1: 7 zegt: "De vreze des HEREN, is het begin der kennis  (da,ath)".  En ook in Filp. 3:10, worden we opgeroepen 'Hem te kennen  (ginooskoo) en de kracht Zijner opstanding."
In Math. 22:29 verwijt de Here Jezus de Sadduceërs dat zij de Schrift niet kenden.  Hij zegt: "Gij dwaalt, want gij kent de Schriften niet, noch de kracht Gods."
Het Woord moet je kennen, en kennis moet met  'het geloof' gepaard gaan.  De vraag is: 'Heer, wat wilt U mij leren, wat wilt U mij uitleggen ?'  Het Christendom als religie  is van  'de boze', (Gods tegenstander). Toetssteen is niet onze ogen en oren en gevoel, maar het Woord van God.   Doe aan Bijbel-studie ! !  Toets alles in het licht van Gods Woord en getuig in de wereld waarin je leeft;  draag het uit.
In de eindtijd staat 'de anti-christ' op en hij is liefdevol en geliefd en doet wonderen en tekenen. Richt je daarom op het Woord van God en onderzoek nu al wat tot eer van God is, door Hem volkomen te kennen,  in een intieme relatie met Hem.  Als je zo leeft wordt de duisternis ontmaskerd.

zaterdag 16 juli 2011

*54* Gebed.

Een gebed dat God zeker zal verhoren is het gebed dat Paulus voor ons bid in Kolossenzen 1: 9-12.
Het is de vraag aan God om vervulling  en groei in  de epi-gnoosis. Dit Griekse woord wordt in de Bijbel vertaald met de 'rechte kennis', wat zou kunnen duiden op de ware kennis, maar het is meer.  Het woordje 'epi' voor het woord: 'gnoosis', geeft juist een 'dieper inzicht' van het kennen weer.  Een dóór en dóór kennen; een meer compleet begijpen van wat er gaande is;  een geestelijk begrijpen en onderscheiden door Gods Geest waar het in de Schrift over gaat.  Gods Plan der eeuwen ( aionen) doorgronden en een volledg inzicht krijgen in 'Het Geheimenis Gods'.
Het gebed van Kollossenzen 1: 9-12, laat ons 7 punten  zien van 'geestelijke volmaaktheid'.
1  Vervuld zijn van de rechte kennis  (epi-gnoosis)
      2 De Here waardig te wandelen (zie blog: over waardig wandelen van 12-4-11).
         3 Hem in alles te behagen.
      4 In goed werk vrucht te dragen.
5 Opwassen ( = groeien) in de rechte kennis ( epi-gnoosis).
      6 Met kracht bekrachtigd  worden,  naar de macht van Zijn Heerlijkheid.
         7 Met blijdschap God de Vader danken.
Omdat Hij ons toebereid heeft, voor 'het erfdeel in het Heiligdom, in het Licht'.
Deze 'geestellijke volmaaktheid in Christus'  heeft Paulus omschreven in Efz. 4:13, als: de eenheid des geloofs in de volledig kennis van de Zoon Gods, de mannelijke rijpheid ( = volwassenheid, in geloof), de maat van groei, in de volheid  in Christus.
Paulus leert ons niet te bidden voor materiële zaken, zoals gezondheid, en rijkdom,  maar om geestelijke zaken, die te maken hebben met 'de positie' van de gelovige van deze tijd: ons erfdeel  in het 'Heilige der Heilige' in het Licht. Dit is het 'ontoegankelijke Licht',  waar Hij in 1 Timoteus 6: 16 over spreekt.  Het is de plaats waar God troont. (Hier op aarde delen wij er nog slechts geestelijk in, maar straks na onze uit-opstanding uit de doden, ook fysiek).
Het gebed van Kolossenzen 1:9-12, helpt ons  het leven af te stemmen op de wil van God.  Wij behoren tot Het Lichaam van Christus en hebben deel aan alle geestelijkde zegeningen. ( Efz. 1: 3-14), wij zijn afgestorven van de wereld-geesten, die ons op uiterlijk-heden wil laten vertrouwen (Kol. 2: 20), en wij bezitten een Hemels burgerschap, op grond waarvan wij de Here Jezus Christus als Verlosser verwachten.( Filp.3:20)  Dit is onze Hoop, die  voor ons is weggelegd in het Over-hemelse,  om met Christus te verschijnen in Heerlijkheid op 'De Dag van Christus'.( Filp. 1: 6)   Het is een grote troost te weten, dat we op 'Die Dag', op onze plaats zijn aangekomen en alles zullen begrijpen.

woensdag 13 juli 2011

*53* Iets doen.

Van jongs af aan is ons geleerd dat 'niks doen' niet wordt gewaardeerd en dat 'druk bezig zijn' complimentjes opleverd.  Want wie heeft als kind niet gehoord "Zit je nu al weer te niksen?" We kijken dan ook altijd om ons heen of we misschien iets kunnen doen, want  "ledigheid is des duivels oorkussen" zegt een bekend Nederlands spreekwoord.  Werken geeft voldoening en zeker als het te maken heeft met ons geloof.  Toen ik nog bij een Evangelische gemeente behoorde, had ik opgeteld,  bijna 10 taken op mij genomen.   Net als zoveel gelovigen die 'de Verborgenheid' hebben leren kennen, heb ik deze plaatselijke gemeente verlaten omdat God  een hogere weg laat zien  voor gelovigen van deze tijd.
Ik weet nu dat ik behoor tot het Lichaam van Christus en om tot een  gemeente of kerk te behoren is geen noodzaak  voor mijn geloofs leven. Het is fijn om met gelijk gestemden Bijbel studie's te volgen of naar een overdenking te luisteren, maar een gemeente met gezag en uiterlijkheden,  behoort niet  tot   "De Gemeente" die God op dit moment opbouwd.    Het Lichaam van Christus wordt gevormd door God zelf  in het Over-Hemelse, waar Christus het Hoofd is en de Leden (de gelovigen)   Zijn Lichaam vormen.  Uit het Hoofd groeit het Lichaam tot volheid   en  is een aanvulling van Hem. ( Efz. 1:23).
De grootste zorg die wij met ons menselijk-denken hebben is:  "Wat zullen wij daar moeten doen ?", Wij weten uit de Schrift dat wij Gods Genade mogen tonen,  maar als wij alleen maar ten toon worden gesteld, zullen wij ons dan niet verevelen ?
In de Schrift vinden wij  minstens 4 taken die op ons wachten, als wij daadwerkelijk toe zijn getreden tot  het 'Lichaam van Christus' in het Over-Hemelse.
* Ten eerste: zal God in de toekomende eeuwen door het Lichaam de uitnemende rijkdom van Zijn genade bekend maken. En de Leden zullen Zijn pronkstukken zijn, van wat Hij heeft gedaan.  Zijn genadewerk zal dan tentoon gesteld worden. God zal laten zien wat Hij uit zondaren bereiden kan:  voleindigde mensen aan Christus gelijkvormig.
* Ten tweede: Wij zullen met Christus aan het Hoofd dienend werkzaam zijn aan allen die nog tot deze voleinding moeten komen. Van Hem wordt gezegd dat Hij alles is allen vervuld, en Het Lichaam zal hierin  mede werkzaam zijn,  om 'het Al'  tot zijn volmaaktheid te leiden.
* Ten derde: Het Lichaam is een vervulling (een invulling volgens Efz. 1: 23). Een ingezet stuk om de scheur te dichten ( te herstellen), die is ontstaan door satan  en zijn geestelijke boosheden, toen hij door God uit het Over-hemelse is gezet, omdat hij hoogmoedig werd.  Met Christus die 'alles in allen' vervult, zal het Lichaam werkzaam zijn; zij zijn de volmakende opvulling van alle dingen.  De sluit-steen  van het scheppingsgebouw.
* Ten vierde:  Reeds nu wordt door de Leden van de Gemeente, die tot de 'Prijs der Roeping Gods' gekomen zijn , aan de overheden en machten in het Over-Hemelse iets bekend gemaakt:  Gods veelvuldige en veelkleurige wijsheid naar het voornemen der eeuwen  (Plan der aionen) dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus ( Efz. 3:10)
Wat is Gods genade groot voor hen die dit mogen verstaan. Wat een heerlijk vooruitzicht ligt er voor ons klaar, om hier in  te mogen mee werken,  en niet alleen straks, maar ook nu, door 'waardig te wandelen' naar de Roeping waarmee wij geroepen zijn in Christus Jezus.
Je zou deze boodschap van 'de Verborgenhied' wel aan alle gelovigen in  gemeenten en kerken willen bekend maken, maar helaas het wordt niet verstaan.

dinsdag 5 juli 2011

*52* Verstaan.

'Gods Roeping' moet verstaan worden. Niet alleen maar gehoord. 
"Hoort en verstaat", zegt de Heer in Math. 15:10 en Mark. 7:14.  Men kan horen en geenszins verstaan, Math. 13:14 en19.  En dan komt de 'boze' en neemt het 'gehoorde' weg.
Wat is het 'verstaan?' Het grondwoord betekend: 'bij elkaar brengen'. ( het brengen van een boodschap buiten ons, in ons denken binnen laten komen)    Dit leidt verstandelijk tot het begrijpen  en dieper geestelijk tot 'het verstaan met het hart'. 
Het verstaan van een Roeping ( Efz. 1:18) heeft allereerst met het verstand te maken, met het er over nadenken en er over praten met andere gelovigen.
Maar toch reikt het dieper:  het gehoorde moet vrucht dragen. Dit kan alleen als 'de goede aarde' aanwezig is ( Math. 13:23).  Er moet weerklank zijn op de Roeping van God, ze moet aanspreken, aanvaard worden en wel zodanig, dat ze niet meer loslaat. dan heeft het zaad wortel geschoten.
Hier ligt het verschil tussen verstandelijk en geestelijk geloven. Het verstand kan de dingen verstaan, maar als dit niet verder leidt en men de dingen niet uitwerkt, dan schiet het zaad geen wortel.
God roept ons in deze tussen-tijd, tot 'de Verborgenheid'.  Als het goed is dan moet deze Roeping ons grijpen ( Filp. 3:12) en er de wil zijn om ze op te volgen. Doch velen worden door allerlei dingen weerhouden: door andere interesses en beslommeringen in huis en daarbuiten. Anderen menen genoeg te hebben aan een 'eenvoudig evangelie':  het geloof in de Here Jezus dat leidt tot behoudenis. Zij verstaan niet dat dit een begin is en dat de behoudenis wel een middel,  maar geen doel is.  Hiet is niet alleen de vraag: "Hoe word ik behouden" of "ben je al behouden", maar ook: "versta je welke hoop 'Zijn Roeping' wekt. Daartoe moet je 'de Bedeling' verstaan, die op dit moment van toepassing is  en weten  welke wandel daaruit voortvloeit.  Want hoe zullen we 'waardig' kunnen wandelen, indien we Zijn wil niet verstaan?
Tot het verstaan van de 'Roeping Gods' moeten we mede inzicht hebben in de Hoop die daar aan verbonden is.
En deze Hoop vinden we in de Efeze brief en de Kolossenzen brief  van Paulus.
Want Christus wil meer zijn dan alleen onze redder.   Hij wil ook 'Zijn erfdeel' met ons delen.

maandag 4 juli 2011

*51* Onze Vader.

God,  onze Vader,  die in het Over-Hemelse zijt,
Uw hielige Naam is:   JHWH,  de   'Ik-Ben',
door alle tijden heen:   de Zal -Zijnde -Was.
De (bedeling) 'Genade Gods' is verschenen,
'Heil'  brengend voor alle mensen,  waarin
het  'Lichaam van Christus'  zal verschijnen in Heerlijkheid.
U hebt ons het  'Geheimenis van Uw wil'  bekend gemaakt
en Uw voorgenomen 'Heils-Plan'
zal tot volheid komen  in Christus,  als 'Hoofd' boven alle dingen
zowel  in de hemelen als ook  op de aarde.
Geef ons dagelijks een 'geest van wijsheid'
en openbaring in de 'volledige kennis'  van de Zoon Gods.
Wij zijn volkomen verlost door Zijn bloed,  dat is de
vergeving van onze zonden  naar de  Rijkdom van Uw genade.
Wij zijn  mede-Levend  gemaakt en  opgewekt  met Christus
en hebben mede- een plaats gekregen
in het Over-Hemelse,  in Christus Jezus.
En  zoals U ons  vergeven en begenadigd  hebt,
zo  willen wij  onze naasten vergeven.
U hebt ons bekleed met  de  'Wapenrusting-Gods',
om stand de houden  tegen de verleidingen van de duivel.
(totdat, satan zal vergaan in de poel des vuurs).
U hebt ons overgebracht in  het  'verborgen Koninkrijk'
van Uw geliefde Zoon,   waarin wij  mede erfgenaam 
zijn geworden van  Zijn belofte.
Wij zijn naar de 'rijkdom van Uw Heerlijkheid'  met kracht geterkt
door Uw Geest,  in onze  inwendige mens  (ons denken)
en deze 'overweldigende Kracht'  die in ons werkt,
gaat ons  bidden en begrijpen  ver te boven.
Gij,  onze God  en Vader,  zijt waardig te ontvangen
onze dank,  lof,  eer  en heerlijkheid
van geslacht tot geslacht  door alle tijden (aionen) heen
todat  U zal zijn:   Alles in allen.
Amen.

woensdag 29 juni 2011

*50* Jezus regeert.

Het voordeel van het werken in een 'evangelische boekwinkel' is,  dat je van alle boeken en tijdschriften op het Christelijk gebied, op te hoogte bent. Zo las ik in een blaadje 'de Stem' een artikel over de Here Jezus met als titel:  'Jezus is Overwinnaar!'  Daar kan ik 'amen'  op zeggen.
Hij is Overwinnaar over zonde en dood door het volbrachte verlossingswerk aan het kruis en Hij zal straks bij Zijn wederkomst op aarde Zijn overwinnaars-macht laten zien, als de 'zevende bazuin' klinkt in de Hemel en luide stemmen zullen klinken, zeggende: 'Het Koningschap is gekomen aan onze Heer' ( Openbaring 19)
Nu is Christus Jezus nog verborgen in 'Gods rechter-hand'  in het Overhemelse  en kijkt Hij zwijgend toe wat de mens op aarde doet met Zijn genade.  "Mijn genade is u genoeg" zei God tegen Paulus. 
Maar.....de redaktie van in het blad: 'de Stem'  zou het hier niet mee eens zijn. Onder het kopje: 'Jezus regeert !' las ik dat de koninklijke heerschappij van Jezus Christus nu al 'alles en allen' omvat...dat Hij  alle ups en downs van ons persoonlijke leven in de hand heeft, en achter alle stormen van de wereldgeschiedenis staat, om dat aan Hem alle macht in de hemel en op aarde gegeven is.  Aan Hem is op dit moment alles onderworpen,  volgens het artikel,  want toen Hij voor de laatste keer met Zijn discipelen sprak heeft Hij gezegd: "Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde" ( Math. 28: 18). Daarna is Hij opgestegen naar de Hemel waar Hij op dit moment alle macht uitoefend,  volgens het blaadje 'de Stem'. Alles, zelfs satan en zijn demonische machten zijn onderworpen aan de Verhoogde Christus. Zij kunnen niets doen wat ze willen; ze moeten doen wat Jezus zegt', volgens  het artikel. Zelfs de aardse heersers:   koningen, presidenten, ministers, moeten doen wat Christus wil.   En dat geldt uiteindelijk ook voor de rampen die gebeuren  in de natuur.  Maar veeg je tranen uit je ogen, zegt het blad: 'de Stem',  want in  Romeinen 8:28 staat: "...dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben". 
Als je het Woord van God niet 'recht snijdt' ( zie blog over rechtsnijden van het Woord)  kom je van zelf tot deze uitspraken en inzichten.  Dat Christus  op dit moment niet regeert, maar dat 'satan' de god dezer eeuw is, hebben ze even niet gelezen in 2 Korintië 4 vers 4.  Satan heeft van God de autoriteit gekregen om op dit moment over de schepping te heersen, zodat de mens uit liefde, zich tot God zal wenden. De mens is zelf verantwoordelijk voor zijn daden. Het 'Woord van God' beïnvloed ons, in 'ons denken' door de 'kracht van de  Heilige Geest' om goede beslissingen te nemen en God heeft ons Zijn wapenrusting gegeven ( Efz. 6: 10- 18)  om de aanvallen van de satanische demonen te weerstaan.
Door zo te denken als beschreven staat in het blaadje  'de Stem', zou je God verantwoordelijk maken voor daden, die je zelf, of anderen te weeg hebben gebracht. Mensen vragen zich dan ook in wanhoop af:  'Waarom God, waarom ? Waarom overkomt mij dit ?  U zou toch voor mij zorgen, als ik in U geloof ? Ze komen tot de conclusie dat God niet bestaat, en dat is nou net wat satan in de harten van mensen wil leggen, zodat zijn macht groter wordt.  Wat ben ik blij dat het Woord van God ook heel andere inzichten geeft, dat ik door 'Gods geest van wijsheid en geestelijk inzicht'( Kol. 1: 9-10)   het Plan van God heb leren kennen. en in alle rust mijn  hand in Zijn hand kan leggen en weet dat uiteindelijk alles goed komt,  in de toekomende aionen.  (met mij... en met Zijn schepping).

zaterdag 25 juni 2011

*49* Liefdesmaaltijd.

Soms komen er aan de lange snoer van levens-kralen  een pareltje, die je graag even wat langer zou willen vast houden.  Zo'n pareltje onderging ik vrijdag avond, toen ik samen met de medewerkers van het Joodse Schooltje was uitgenodigd voor een 'shabbat-viering' in de Synagoge in Zuidlaren. Daar aan een brink van groen gras en oude bomen stond een piep klein gebouwtje. Het was niet veel groter dan ons Joodse schoolte in Leek. Na de hartelijke welkomst-sfeer met koffie en soesjes, begon de dienst. Met verbazing zag ik hoe met veel eerbied en liefde (en vooral met blijdschap)  psalmen en delen uit de Thora werden bezongen in het Hebreeuws. Dit Volk dat de Here Jezus als Verlosser nog moet leren kennen, buigt vol overgave voor de Almacht van God,  Dezelfde God die wij mogen  kennen als HEER en onze Vader.  Na de dienst werden de tafels gedekt voor de gezamelijke broodmaaltijd, die na de shabbat-dienst van de vrijdag-avond werd genuttigd.  Het is een 'liefdesmaaltijd',  zoals  die in de Evangelieën en Handelingen beschreven staat. We lezen  in Handelingen 2: 46, dat de gelovigen elke dag eendrachtig in de Tempel waren en 'het brood braken'.  Vele malen in de Bijbel lezen we over het 'brood breken'. Ze leefden als één grote familie bij elkaar en gebruikten dagelijks de maaltijd. Ieder nam naar vermogen eten voor de maaltijd mee, dat dan gezamelijk genuttigd werd.  Op deze vrijdag-avond maakte ik zo'n maaltijd mee. Over het speciaal gevlochten brood werd een zegen uitgesproken, in stukken gescheurd (gebroken) en ieder kreeg een deel van het brood.  Met een slok wijn werd met:  'L'Chaiem'  ( op het leven) geproost, waarna de maaltijd begon. Het was een blijde maaltijd met veel gesprekken en vrolijkheid. 
In de Bijbel komen we twee soorten maaltijden tegen.  De gezamelijke maaltijd na een dienst (de liefdes-maaltijd) en 'de maaltijd des Heren'.   Deze laatste maaltijd wordt één keer per jaar gehouden tijdens de Pesach-viering. Volgens de eerste dag der sabbats-weken op de 14e Abibh werd de 'Seder-maaltijd' gehouden.  Een onbesnedene, (een niet Jood), had geen toegang tot deze maaltijd. Het werd thuis gevierd in gezins-verband.en op maar één tijdstip namelijk: in de avond of in de nacht. Het was een gedachtenis-maaltijd en in de Handelingen-tijd was het een geweldige gelegenheid om van Christus:  het Ware Lam van God te getuigen, Die het 'nieuwe verbond' met de 12 vertegenwoordigers van het Volk ( de 12 discipelen)  gesloten had.
Wij in onze tijd kennen nog een maaltijd,  namelijk 'het avond-maal', waar de dominee of voorganger in de ochtend of middag-dienst  een stukje brood uitdeelt en iedere gelovige een slokje wijn mag drinken uit de beker die rond gaat.   Maar deze vorm van 'avond-maal' zoals die in de kerken gehouden wordt, komen we nergens in de Bijbel tegen. Het is niet een liefdes-maaltijd van Handelingen 2: 46 en ook niet de Sedermaaltijd die één keer per jaar gehouden werd.  Waar komt deze vorm van maaltijd vandaan ?
Het is nog een stukje erfenis van de Roomse Kerk.  Zij hebben van de twee maaltijden uit de Bijbel een traditie gemaakt met (ongegist) brood en wijn en  beweren zelfs, dat het stukje brood op dat moment veranderd  in het lichaam van Christus  en de wijn veranderd  in Zijn bloed.  De kerken hebben deze 'traditie van brood en wijn' overgenomen en halen hierbij ook nog de teksten over het Nieuwe Verbond  aan. (b.v.: Lucas 22: 20) 
Wat is het nu ?.... de gezamlijke liefdes-maaltijd of de Sedermaaltijd van het Joodse Pesach ?
Geen van beiden. Het is 'het niet recht-snijden van het Woord',  wat tot gevolg heeft dat beloften die God gegeven heeft aan  Zijn Volk,  overgenomen worden door gelovigen van deze tijd. ( die denken dat zij nu het geestelijk Israël zijn geworden)  Terwijl God juist voor de gelovigen van nu een geweldige Roeping en Hoop in het vooruitzicht heeft gesteld, (die niet wordt gezien).
700 jaar voor Christus zei Hosea:   'Mijn Volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis'. ( Hosea 4: 6), maar gelukkig komt het goed !  want in Jesaja 11 vers 9 lezen we dat in de toekomst:   'de aarde vol zal zijn van de 'kennis des Heren',  zoals de wateren de bodem van de zee bedekken'.

woensdag 22 juni 2011

*48* Gods zwijgen.

Sinds eeuwen zwijgt God. Hij spreekt niet meer door profeten,  niet door apostelen, noch door enig ander openbaring tot ons. Hij zwijgt bij alles wat er gebeurd op aarde. Als mensen elkaar overheersen en hun wil opleggen, als volken elkanders land betreden en moorden,  als de goddeloosheid de wereld overheerst, als 'het weerloze' prooi wordt van gewetenloze zondaren,  als natuur-geweld de aarde teisterd,  ja als dit alles meer en meer toeneemt.....dan zwijgt God ! ! En de gelovige vraagt zich af: Waarom ? Waarom  grijpt God niet in ?
Vele gelovigen menen dat God zwijgt omdat er te weinig geloof is. Als we maar meer één waren, als we maar meer om de Heilige Geest baden, als we maar meer heilig leefden, dan zou God wel spreken zo als vroeger, dan zouden  de gaven weer terug keren zoals die in 'de Handelingentijd' zo gewoon waren:  spreken in tongen, genezingen bij ziekte, blinden die  weer ziende werden, doven die weer horen, uitlegggingen van profetieën en voorspellingen in dromen..... enzovoort, enzovoort.
Anderen gaan twijfelen. Zij weten geen oplossing voor dit ongekende lange zwijgen. Zij menen dat God wel had moeten ingrijpen, want Hij is toch de 'Heer der heren' en de 'Konng der koningen' ? !  Hij moet Zich laten horen, de goddelozen verpletteren, Hij moet recht spreken.
Toch ondanks allerlei boosheid en zonden, zwijgt God in onze tijd en dat doet Hij al bijna 2000 jaar. Hij spreekt niet tot de wereld. Hij schijnt doof, als een slapende. Hij antwoordt niet door zichtbaar in te grijpen. Is het een wonder, dat aan het bestaan van God getwijfeld wordt ?
Dit zwijgen is te verklaren als we de Schrift onderzoeken. Het Woord geeft twee redenen voor het stilzwijgen van God. De eerst reden is dat God de mens zijn gang laat gaan en kansen geeft in het leven.  Het is thans de 'Dag des mensen'. De mens krijgt alle mogelijkheden het leven te beproeven, alle zonden kunnen worden uitgeleefd. God kijkt zwijgend toe. En God zal blijven zwijgen tot 'de mens uit de aarde' ( de anti-christus) opstaat, om zichzelf als god te laten eren, in de nog te bouwen Tempel in Jeruzalem.
Dit is de nagatieve zijde. De Here zwijgt echter ook om  genade te kunnen geven  en dat is de positieve kant van het zwijgen van God. Want allen hebben gezondigd en derven ( missen) de Heerlijkheid Gods. Hij spreekt niet zichtbaar of hoorbaar, maar Hij spreekt door Zijn Woord. Niet tot de wereld, maar tot de gelovigen, tot hen die naar Zijn Woord willen horen. En niet alleen door het Woord, maar ook door de werking van Zijn Geest. Tegenover de geest, die nu werkt in 'de kinderen der ongehoorzaamheid', en de zonde, zet Hij de werking van Zijn Geest in. God werkt thans in het verborgene.
Eenmaal zweefde de Geest Gods op de wateren ( Gen 1:2). zo werkt Gods Geest thans in op de mensen, om daar zaden Gods toe te bereiden, die eenmaal in 'de opstanding' (in zijn Wederkomst)  zullen komen met een door God gegeven  opstandings lichaam. ( 1Cor. 15:36 ).
En dat niet alleen, God zwijgt, omdat Hij in de lange periode een 'Bedeling' geeft, waarin Hij de gelegenheid heeft 'een organisme': De Gemeente toe te bereiden, dat zichzelf even zondig weet als de boze wereld ( al wil het niet in de zonde leven),  maar dat niet alleen gerechtvaardigd wordt,  maar dat ook met Christus gezet wordt  'in het Over-Hemelse' als Lichaam van Christus, om daar te spreken van Gods veelvuldige wijsheid, en in de komende eeuw een  toonbeeld te worden van de uitnemende Rijkdom van Zijn genade. ( Efz. 3: 10).
Dit is een samenvatting van een artikel uit het tijdschrift: 'Uit de Schriften' van het jaar: 1929.